1 op 5 gebruikt eID op het werk

Zo’n 44 procent van de werkende Belgen gebruikt zijn elektronische identiteitskaart (eID) thuis, maar slechts 20 procent doet dat ook in de bedrijfsomgeving. Daar is werk aan de winkel.

Zo’n 44 procent van de werkende Belgen gebruikt zijn elektronische identiteitskaart (eID) thuis, maar slechts 20 procent doet dat ook in de bedrijfsomgeving. Daar is werk aan de winkel.

Een en ander blijkt uit een onderzoek van KU Leuven-spin-off Indigov en softwarebedrijf SAP bij een representatief panel van 1000 werkende Belgen. Een belangrijke horde blijkt onder meer het bezit van een eID-reader. Ongeveer een derde van hen heeft thuis een eID-reader staan, maar slechts 18,8 procent heeft er een op het werk. De belangrijkste toepassingen waarbij de eID gebruikt worden, zijn dan ook het online indienen van de belastingaangifte via Tax-on-Web, het aanvragen van documenten van de gemeente of toegang krijgen tot de bibliotheek of het containerpark.

Veel minder wordt de eID gebruikt voor het inloggen op bedrijfsapplicaties (4,7 procent), toegang te krijgen tot bepaalde bestanden op het bedrijfsnetwerk (5,1 procent) of om gewoon al in te loggen in de bedrijfs-pc (7,5 procent). Enkel als authenticatiemiddel bij het binnengaan van het eigen bedrijf of bij andere firma’s doet de eID al vaker dienst (23,4 procent). “Nochtans blijkt er een contrast met de feitelijke wil om de eID in de bedrijfsomgeving te gebruiken”, zo zegt Bart Van der Biest, verantwoordelijke voor de publieke sector bij SAP. “De bevraagde mensen blijken altijd meer geïnteresseerd om de eID te gebruiken dan dat ze echt doen.”

Bij SAP is men van mening dat de eID een opportuniteit is in de bedrijfswereld. “De security en authenticatie die de eID biedt bij bijvoorbeeld een trend als SaaS, lijkt ons zinvol”, noemt Danny Van Heck, managing director van SAP België, als één van de voordelen. “Ook is er een trend naar ‘accountability’: het nagaan van de gemaakte stappen in de businessprocessen. Bovendien is ook de milieucomponent – minder papier – een belangrijke factor. Daarnaast kan de authenticatie bij telewerken bruikbaar zijn.” SAP stelde in één moeite door drie cases voor hoe de eID handig kan zijn in combinatie met de eigen SAP-software, onder meer via snelle gebruikersaanmaak in de eigen SAP-systemen, elektronische handtekeningen bij klantenorders en beveiligde logins van klanten op het klantenportaal.

Dat SAP vertrouwen heeft in de kaart – en de toepassing ervan ook echt wil aanprijzen in het eigen ecosysteem – wil echter niet zeggen dat de gemiddelde werkende Belg al zover is. De sceptici en fans liggen met elk een kleine 50 procent ongeveer in de weegschaal, zo blijkt evenzeer uit het onderzoek. De belangrijkste obstakels voor doorgedreven eID-gebruik zijn volgens Van Heck onder meer de kennis over de mogelijkheden van de eID.

Ook is er een vrees voor de robuustheid van de kaart zelf: moet ze niet, zoals bij de bankkaart, regelmatig vervangen worden om problemen te vermijden? Bert Beyl van Fedict wijst erop “dat de kaart voorzien is op erg intensief gebruik, maar dat veel mensen dat gewoon niet weten. In die communicatie ligt een taak voor ons.”

Veel mensen vrezen ook voor de bedrijfscontinuïteit mochten ze de kaart verliezen, terwijl ze die voor hun business nodig hebben. “De vervanging van de kaart ligt in handen van de lokale overheden”, aldus nog Beyl. “Hier streven we naar een vaste maatstaf voor alle gemeenten, bij wijze van voorbeeld: een vervanging van de kaart binnen de twee weken.” En er blijven ook vragen over een voldoende breed juridisch kader voor het gebruik van de kaart in de bedrijfswereld.