Vrije Tribune
‘Afrikaanse landen perken internetvrijheid steeds verder in’
‘Door toenemende repressie hebben online media in Afrika het steeds moeilijker’, schrijven Muthoki Mumo en Jonathan Rozen van het Committee to Protect Journalists (CPJ). Zo moeten bloggers in Tanzania een dure vergunning aanvragen en stelt Oeganda strikte eisen aan online media.
In april gaf Oeganda internetproviders opdracht alle nieuwssites offline te halen die niet goedgekeurd waren door de regering, een nieuwe poging van de regering van president Yoweri Museveni om de ruimte voor onafhankelijke media in te perken.
De Oegandese regulator stelde dat slechts veertien online publicaties aan de eisen voldeden. Tot die eisen behoorden onder meer de betaling van 20 dollar en een Interpolverklaring. Als de richtlijn volledig geïmplementeerd zou worden, betekent dat dat miljoenen websites onbereikbaar kunnen worden voor Oegandezen.
‘Afrikaanse landen perken internetvrijheid steeds verder in’
Oeganda staat niet alleen in zijn ambitie online journalistiek te sturen. In Afrika ten zuiden van de Sahara zetten overheden agressieve stappen om te controleren wat hun burgers online doen en zeggen. Die stappen worden gerechtvaardigd met het argument dat ze nodig zijn voor de openbare orde, morele orde of veiligheid.
Als deze repressieve trend niet tegengegaan wordt, zullen de jonge, maar robuuste en diverse online media in Afrika langzaam verdwijnen. De openheid van de online journalistiek in Afrika staat op het spel.
Vergunning om te bloggen en te streamen
Oeganda’s zuiderbuur Tanzania verplicht bloggers zich te registeren, een privilege dat in eerste instantie 484 dollar kost, en daarna jaarlijks 440 dollar. Ook moet (tegen een gereduceerd tarief) een vergunning worden aangevraagd voor het online streamen van content.
Het hoge registratietarief is vrijwel zeker onbetaalbaar voor veel mensen in een land waar het bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking 900 dollar is. Wie voor 5 mei geen registratie heeft aangevraagd, wacht bij veroordeling een boete van 5 miljoen Tanzaniaanse shilling (1834 euro), een gevangenisstraf van maximaal twaalf maanden, of beide.
Als deze repressieve trend niet tegengegaan wordt, zullen de jonge, maar robuuste en diverse online media in Afrika langzaam verdwijnen.
De registratieprocedure vormt een barrière voor mensen die online hun stem willen laten horen. Vrije expressie bloeit op internet juist doordat, anders dan bij traditionele media zoals dagbladen, radio of tv, de drempel om te publiceren zeer laag is.
Hoewel het Comité ter Bescherming van Journalisten pleit voor transparantie als het gaat om het eigendom van media, bestaat de angst dat regeringen deze informatie verzamelen met de intentie kritische journalisten en media eenvoudiger te kunnen opsporen. In maart van dit jaar gingen in Tanzania nieuwe regelgeving voor elektronische communicatie en online content in die internetgebruikers in feite berooft van hun anonimiteit. Die anonimiteit vormt juist de bescherming van dissidenten en klokkenluiders. Het gaat dus niet alleen om de registratieprocedure die online journalistiek hindert.
Vage bewoordingen
Op 1 januari van dit jaar werd Timothy Elombah, hoofdredacteur van Elombah.com, thuis samen met zijn broer gearresteerd. Hij werd aangeklaagd op basis van de Nigeriaanse Cybercrimewet uit 2015 en zat 25 dagen vast. Zijn broer werd vrijgelaten. Tijdens een bijeenkomst met het CPJ in Abuja, verklaarde Elombah het vermoeden te hebben dat hij gearresteerd was als vergelding voor kritische berichtgeving over de Nigeriaanse overheid. Over deze zaak is voor vandaag een hoorzitting gepland.
De Nigeriaanse Cybercrimewet en zijn vaag verwoorde overtredingen zijn al herhaaldelijk gebruikt tegen journalisten, blijkt uit onderzoek van het CPJ. Zo criminaliseert sectie 24 (1-b) “zeer aanstootgevende” berichten die verstuurd worden via een computer en via sectie 26 (c) kan iedereen schuldig bevonden worden die “publieke beledigingen uit via een computersysteem of netwerk.” Op deze overtredingen staat een gevangenisstraf van respectievelijk maximaal drie jaar en vijf jaar en een hoge boete.
Tweeslachtig omschreven misdrijven zijn ook te vinden in de Zuid-Afrikaanse media- en filmwetgeving. In maart van dit jaar keurde het Zuid-Afrikaanse parlement amendementen goed die de autoriteiten brede bevoegdheden geven om online content te reguleren, inclusief die van kranten en sociale media.
Hoewel de overheid zegt kinderen te willen beschermen tegen schadelijke content, haatzaaien te willen bestrijden en pornografie aan te willen pakken, wijst de Zuid-Afrikaanse Freelancers Associatie (Safrea) op “vage definities en onpraktische eisen.” De staat zou de macht hebben gekregen te dicteren welke content wel of niet gepost mag worden online, waarmee “de dunne lijn tussen bescherming en censuur overschreden is.”
Digitale burgerrechten
Tijdens het Internet Freedom Forum dat afgelopen maand werd gehouden in Abuja, waarschuwde Wakabi Wairagala, directeur van Cipese (een ICT-belangenorganisatie) voor kopieergedrag waarbij Afrikaanse regeringen problematische wetgeving van elkaar overnemen. De ontwerpers van de Nigeriaanse Cybercrimewet hebben de negatieve gevolgen voor de persvrijheid en vrije expressie online onvoldoende meegewogen. De Zuid-Afrikaanse wetgevers kunnen die fout nog voorkomen.
In heel Afrika zoeken regeringen naar manieren om het internet als open ruimte voor journalistiek in te perken. Ethiopië, Kameroen, Tsjaad, de Democratische Republiek Congo, Oeganda en Somaliland sloten de internettoegang geheel of gedeeltelijk af om het publieke debat tijdens verkiezingen of openbare demonstraties te sturen. Het is echter juist tijdens deze momenten van politieke spanning, dat burgers accurate informatie nodig hebben om besluiten te kunnen nemen.
Dat wil niet zeggen dat het internet geen uitdagingen voor bestuurders met zich meebrengt. Burgers en regeringen hebben redenen om zich zorgen te maken over desinformatie, haatdragende uitingen en oproepen tot geweld. Juist in deze context is verantwoordelijke journalistiek belangrijk.
In plaats van dissidente ideeën te weren, moeten wetten de digitale rechten van burgers beschermen en de persvrijheid online koesteren.
Wetgeving die de persvrijheid en vrije expressie echter overdreven inperkt, is niet het juiste antwoord. In plaats van dissidente ideeën te weren, moeten wetten de digitale rechten van burgers beschermen en de persvrijheid online koesteren.
Voorbeeldwet Nigeria
Het Nigeriaanse Huis van Afgevaardigden en de Senaat stemden in december en maart voor de Wet op Digitale Rechten en Vrijheid. Als die wet ondertekend wordt door de president, garandeert hij het recht van expressie en online informatie, beschermt hij klokkenluiders en beperkt hij de overheidscensuur tot specifieke, nauw omschreven situaties waarin een rechter toestemming heeft verleend.
De voorgestelde wet in Nigeria laat zien dat het mogelijk is voor Afrikaanse regeringen om wetgeving op te stellen die voor, en niet tegen, journalisten werkt. Helaas is deze wet een uitzondering op de repressieve norm.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier