AI wordt zindelijk
Met Google Home en Amazon Echo landt artificiële intelligentie, volgens velen de belangrijkste nieuwe technologische innovatie voor het komende decennium, stilaan in onze huiskamer. Het is een fysieke eerste stap voor een verdere evolutie die zich vooral achter de schermen – lees: in de cloud – voltrekt, en die volgens kenners de komende jaren razendsnel zal gaan.
U komt thuis na een lange werkdag en roept tegen de artificiële intelligentie die alle technologie in huis regelt en over alles waakt als een soort huisgeest, om de lichten aan te knippen. Om de nieuwe aflevering van Fargo alvast voor te laden op Netflix. Of om, tijdens een discussie met uw partner, een eenvoudig weetje op te zoeken op Wikipedia en het antwoord in klare taal terug te serveren.
Het zijn kleinigheidjes maar ze kunnen al: artificieel intelligente computersystemen zetten met Google Home en Amazon Echo (en binnenkort met de Apple Homepod), producten die in de Verenigde Staten en bepaalde delen van Europa al op de markt zijn, hun eerste stappen in onze huiskamer.
Ze zijn nog lang niet zo verstandig als de artificiële intelligentie waarvan Hollywood luidop droomt in films als Iron Man, Interstellar, Her, 2001: A Space Odyssey, Blade Runner en Ex Machina, maar ze zetten een eerste schoorvoetende stap in wat velen zien als een nieuwe cruciale evolutie in computertechnologie voor eindgebruikers: na de pc (jaren 80), het internet (nineties) en mobiel (halfweg het eerste decennium van de nieuwe eeuw).
“We migreren stilaan van een mobile first- naar een AI first-wereld”, zei Google-ceo Sundar PichAI eind vorig jaar tijdens de aankondiging van Google Home. Waarna Googles directeur hardware Rick Osterloh er nog een schepje bovenop deed: “De volgende technologische innovatie zit op de kruising tussen hardware en software, met AI in het centrum daarvan.”
Amazon had dat al langer in het snotje en lanceerde eind 2014 zijn Amazon Echo, een toestel dat volgens het bedrijf een nieuw paradigma zet in het toekomstige gebruik van computertechnologie. “Ik durf te wedden dat het gemiddelde gezin in de toekomst een aantal van deze dingen zal hebben”, zei Amazonbaas Jeff Bezos twee jaar geleden tijdens de Recode-conferentie in het Californische Palos Verdes.
Geen magie
Beide toestellen moeten nog in België op de markt komen (Google Home bestaat nu alleen in de V.S., Amazon Echo landde al in een aantal Europese landen), maar hebben ondertussen al een bijna magisch luister over zich afgeroepen. Ondanks het feit dat ze in essentie niet meer zijn dan een speaker, een microfoon en een wifi-antenne in één apparaat: de intelligentie zit in het cloudsysteem waartoe ze toegang bieden. En ook dat zit nog stevig in de groei.
“Er wordt heel wat magie toegeschreven aan de wereld van artificiële intelligentie, maar het vloeit gewoon voort uit de ontwikkeling van de computerwetenschap”, zegt Werner Vogels, chief technology officer en tweede man bij de Amerikaanse internetgigant Amazon. “Echo vertegenwoordigt de volgende stap in de consumentenproducten die we leveren, maar de principes die erachter zitten zijn niet nieuw. Systemen die uit zichzelf bijleren, drijven op erg eenvoudige principes: je neemt data uit het verleden en gebruikt die om voorspellingen te maken. Als ik duizenden beelden van zebra’s heb gezien, kan ik bij het duizend-en-eerste ook wel met enige zekerheid zeggen of het een zebra is. Zonder die data zie ik de juiste verbanden niet.
Een ander element is natural language processing, of computers die beter en beter onze taal begrijpen. We zijn op dat gebied nog lang niet waar we moeten zijn: ze hebben bijvoorbeeld moeite om het Nederlandse accent uit mijn Engels te halen. Als ik Echo vraag om iets van de ‘Red Hot Chili Peppers’ te spelen, brengt hij iets heel anders als resultaat dan wat ik voor ogen had (lacht). Maar na verloop van tijd verbetert dat, omdat het wordt gekoppeld met die machine learning. Nog eens: er is weinig magie mee gemoeid. Gewoon computerwetenschap.”
Cutting edge
De artificieel intelligente diensten die achter de twee toestellen zitten, Amazon’s Alexa en Googles systeem dat stilaan meer en meer hulp krijgt van zijn DeepMind-zelflerende intelligentie, dienen niet alleen maar voor huis-, tuin- en keukengebruik. En gelukkig maar, want voor veel zinnige dingen worden ze niet echt ingezet in de eerste huiskamers waarin ze zijn terechtgekomen. Volgens een enquête van Creative Strategies onder Amerikaanse Amazon Echo-gebruikers wordt het apparaat door 85 procent van zijn eigenaars vooral ingeschakeld als timer, en het tweede frequentste gebruik – goed voor 82 procent – is om hem te vragen een liedje af te spelen. Een klok en een jukebox dus. Nuttigere toepassingen, zoals het opvragen van verkeersinformatie, zijn slechts voor 36,5 procent van de gebruikers prioriteit.
Maar dat is een kwestie van gewenning: ondergetekende installeerde in het teken van research voor dit artikel een Google Home in huis, en het voelt – ook voor een gebruiker die geïnteresseerd is in technologie – in het begin een beetje vreemd om ermee om te gaan. Laat staan dat ze zoals Google Home, op een zachte conversationele toon, terugpraat. We zijn het niet gewend om te praten tegen technologie; praten doen we tegen mensen.
Google Home verstaat nog niet veel: het ding praat terug maar het geeft alleen nog maar de illusie dat je er een gewone conversatie mee aan het voeren bent. Terwijl de eerste consumenten rustig gewend worden aan AI in hun huiskamer, wordt de cutting edge van de achterliggende technologie echter ook gestaag verbeterd in professionele toepassingen. En die evolutie, die stilaan ook in huistoepassingen zal terechtkomen, gaat behoorlijk snel op dit moment. Als toepassingen als Google Home en Amazon Echo ingeburgerd geraken, zal de brede consumentengroep die de technologie tegen dan heeft omarmd ook veel geavanceerdere AI hebben dan de early adopters van dit moment.
Hallo toverdoosje?
Van IBM’s Watson-systeem, dat in 2011 al een aflevering van de Amerikaanse tv-quiz Jeopardy won van twee menselijke tegenkandidaten, weten we bijvoorbeeld dat er momenteel grote stappen worden gezet in de mogelijkheid van AI om een dialoog aan te gaan met zijn gebruiker. “De huidige AI-technologie die bij eindgebruikers terechtkomt is nog een doosje waar je ‘hallo’ tegen kunt zeggen”, oppert Wouter Denayer, technical lead bij de Benelux-vestiging van IBM. “Een van de volgende stappen is nog altijd een fysieke: AI-technologie die in tal van technologische objecten terechtkomt. Zoals degene die wij in de toekomst in apparaten van partnerbedrijven als Harman Kardon voor in hotels en ziekenhuizen zullen steken.
Maar de achterliggende technologie zal ook gaandeweg verbeteren. De toekomstige conversaties met AI zullen beter en beter worden, omdat we meer en meer context zullen toevoegen: als ik aan de huidige AI-doosjes vraag om het gordijn dicht te doen, moet ik heel specifiek zijn over wèlk gordijn. Toekomstige technologie zal dat zelf achterhalen door allerhande beschikbare sensoren in huis te raadplegen, en zo het gordijn te sluiten dat zich in mijn onmiddellijke buurt bevindt.
De systemen leren door te corrigeren, net als een mens: hun interpretatie is gebaseerd op een samenspel van waarschijnlijkheden. Waar we ook naartoe gaan: AI die onze emoties herkent op basis van onze woordkeuze, de trillingen in onze stem, en de stand van ons gelaat dat door eventuele camera’s wordt gecapteerd. Dat heeft natuurlijk allemaal nog zijn tijd nodig. We zien mensen interageren met AI in sciencefictionfilms en de huidige stand van de technologie suggereert ons dat die wereld dichtbij is. Maar in realiteit zijn we daar nog een heel eind vanaf.”
Menselijke onderlaag
Natuurlijk schrikt de komst van AI in onze woonkamer heel wat gebruikers ook in niet geringe mate af. Er is het privacy-element: we zullen zoveel intieme data genereren dat die makkelijk kan worden misbruikt door adverteerders als ze daar de toegang toe krijgen. Er is ook de steeds vaker terugkerende schrik voor de ‘singulariteit’, waarover onder meer Elon Musk, Bill Gates en Stephen Hawking recentelijk nog hebben gewaarschuwd: AI die zo slim wordt dat ze de mens als inferieur beschouwt, is een potentieel gevaar.
Ook dichter bij huis moet AI echter in de gaten worden gehouden: stel bijvoorbeeld dat onze toekomstige huisintelligentie, in een bekende hypothese die onder AI-wetenschappers wordt gehanteerd, onze kinderen in hun slaap doodt omdat ze ‘s ochtends de stroom van het koffiezetapparaat uittrekken om hun tablet op te laden, en het systeem daardoor onze kop koffie niet kan klaarzetten? “Dat zijn dingen die we nu al in het systeem verwerken”, zegt Wouter Denayer bij IBM. “Net zoals we ervoor zorgen dat de gegenereerde data niet te ver kan gaan door het principe van privacy by design te hanteren, bouwen we er ook een moraal in. De technologie is nog lang niet ver genoeg geëvolueerd dat ze ons kwaad kan doen maar we denken op dat gebied al ontzettend ver vooruit.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier