Ben Caudron
‘Als er iets interessant is aan het geouwehoer over Facebook en fake nieuws, is het wel wat niet geschreven is’
‘De onzin over fake nieuws blijft nazinderen, al was het maar omdat de media de entertainmentwaarde ervan wel weten te smaken’, schrijft Ben Caudron.
Wat te denken van een stuk met de titel ‘How Fake News Blew Up Into a Political Crisis for Facebook‘? Kan iemand een algoritme bedenken waarmee hyperbolen van dit formaat automatisch bestraft worden (bijvoorbeeld met een privé-onderhoud met Ivanka Trump)? En mag ik de gelegenheid aangrijpen om één van mijn favoriete bezigheden – deconstructie – met u te delen?
Deconstructie
Omdat we allen hippe vogels zijn die het vooral moeten hebben van de snelle vergankelijkheid van lege woorden, neem ik even aan dat het begrip deconstructie u weinig of niets zegt. Ik zou u om de oren kunnen slaan met de geschriften van Jacques Derrida maar omdat u dan (net zomin als ik, ik beken) niet weet waarover ik het heb, hou ik me liever aan de definities die de woordenboeken ons presenteren. Bij Merrian-Webster leren we dat deconstructie gaat over een ‘critical method which asserts that meanings, metaphysical constructs, (…) are always rendered unstable by their dependence on ultimately arbitrary signifiers.’
Vertaald: het loont de moeite om verhalen – zoals het verhaal over dat vreselijke valse nieuws – aan flarden te rukken om zo te achterhalen wie er precies wat mee bedoelt. En dat omdat geen enkele betekenis absoluut is. Omdat iedereen die het verhaal brengt, dat doet met welbepaalde maar lang niet geëxpliciteerde motieven. En maant de definitie die we in de Van Dale vinden ons niet aan net te letten op “wat er niet staat”?
‘Als er iets interessant is aan het geouwehoer over Facebook en fake nieuws, is het wel wat niet geschreven is’
Want als er iets interessant is aan het geouwehoer over Facebook en fake nieuws, is het wel wat niet geschreven is. Voor we daar zicht op krijgen, moeten we kijken wat wel gezegd wordt. En wie kan ons het beter uitleggen dan Mark Zuckerberg zelf? In zijn post van 19 november bijvoorbeeld. Daarin werkt hij zich uit de naad om ons synoniemen voor vals nieuws aan te leren en stelt hij ons gerust: hij gaat er wat aan doen!
Ontkende hij zeer recent nog dat er überhaupt een probleem zou zijn, dan sust hij nu met de mededeling dat Facebook er al heel lang alles aan doet om mensen “betekenisvolle verhalen” en “accurate informatie” te geven. En dat het nog beter kan! En zal! Geloof hem nu maar!
De tot deconstructie neigenden onder ons hebben ondertussen een eerste diepe frons op het voorhoofd. Mogen we de begrippen “betekenisvolle” en “accurate” gelijkstellen? En hoe verhouden die zich tot het begrip “valse”? Een terechte vraag, maar laten we vooral verdergaan.
Zuckerberg snijdt hout als hij zegt dat de problemen complex zijn. Technisch complex, maar ook filosofisch, zegt hij. Wat die filosofische complexiteit precies inhoudt, legt hij niet uit. Hij houdt het bij de keuze niet te moeten optreden als scheidsrechter van de waarheid, wat hem siert. Die rol laat hij liever over aan de Facebookgemeenschap (wisdom of the crowds, weet u wel) en aan professionele derde partijen die feiten checken. Hoe die het filosofisch probleem dan wel zullen aanpakken, daar hebben we opnieuw het raden naar.
Misschien omdat Zuckerberg toch vooral rekent op zijn ingenieurs. Die moeten het voor gebruikers makkelijker maken om “valse” verhalen te rapporteren, zodat deze – na grondige controle, maar door wie of wat? – sneller kunnen voorzien worden van een waarschuwingslabel.
Bovendien – en uiteraard veel belangrijker – zijn er ook nieuwe algoritmen nodig, zodat Facebook zelf op “misinformatie” kan jagen, kwestie van die te detecteren nog vóór die de gebruiker bereikt. Je kan de crowd maar beter niet al te vaak inschakelen, toch? En zo hebben de dieplerende machines van Facebook dan toch een beetje de waarheid in pacht.
‘Er zijn ook nieuwe algoritmen nodig, zodat Facebook zelf op “misinformatie” kan jagen’
Of de problemen technisch echt zo complex zijn, weet ik niet. Ik denk dat die complexiteit toch vooral met de filosofische kant van de zaak te maken heeft. U weet wel, die kant waarover Zuckerberg nogal vaag is gebleven. Die kant raakt aan een eeuwenoud vraagstuk, met vragen over wat is, hoe we weten wat is en hoe we weten dat wat we menen te weten, waar is. Vragen waarop we het definitieve antwoord nog steeds niet hebben gevonden. Misschien omdat zo’n antwoord nooit geheel waar kan zijn?
De kans dat dit antwoord besloten ligt in de wijsheid van velen, in het deskundig oordeel van geselecteerde derden of in een echt wel heel slimme machine, lijkt mij alvast zeer klein.
Het goede nieuws is dat we voor onze deconstructie niet eens een aanzet van antwoord nodig hebben. Een beetje kennis van de politieke economie waarin het modale mediabedrijf meedraait, volstaat.
De Waarheid
Alleen een volslagen gek, in een volslagen gekke natie, komt op de idee om een krant de Waarheid te noemen, toch? De anderen houden het bij de impliciete belofte dat ze die waarheid dagelijks in hun kolommen gieten.
Over de filters die ze hanteren om uit alle mogelijke ware feiten die verhalen te puren die ‘s ochtends je dag kleuren, reppen ze doorgaans niet (of je zou een gecontesteerd en ondertussen ex-hoofdredacteur met een grote voorliefde voor constructieve berichtgeving moeten zijn).
Die filters hebben alles van doen met de economische en politieke belangen die de mediabedrijven dienen, en nauwelijks iets met de filosofische waarheid. Want laat ons elkaar geen Liesbeth noemen: die belangen zijn uiteindelijk belangrijker dan een accuraat bericht meer of minder.
Op enkele belangwekkende uitzonderingen na – ik denk onwillekeurig aan Apache, al was het maar omdat die titel de toorn van De Politicus wist op te wekken – zijn media onderdeel van een groter economisch verband. Als ze zelf geen onderdeel zijn van één of andere holdingmaatschappij, zijn ze nog altijd verbonden met het economisch veld. Dat levert immers de advertentie-inkomsten.
De politieke verwevenheid manifesteert zich doorgaans subtieler, tenzij het medium het geluk heeft in een totalitair regime te functioneren. De meesten moeten zich schikken naar de grote waarheden van de heersende doctrines. Die doctrines zijn doorgaans alleen maar te herkennen in de effecten die ze uitoefenen. Zelf blijven ze onzichtbaar. Ze zijn zo dominant dat ze elk risico op alternatief met succes de kop indrukken. Zolang die alternatieven niet kunnen rekenen op één of ander toeval waardoor ze uitbreken en heel even zichtbaar worden, kunnen ze door de media en hun ingehuurde experten afgedaan worden als “vals”, “niet accuraat”. Wie geloofde in de afluisterpraktijken van NSA vóór Snowden met onweerlegbare bewijzen kwam aandraven (en de systematische karaktermoordaanslagen bleef overleven)?
Iets wat zich op een bepaalde plaats, op een bepaald moment voordoet, wordt pas nieuws als aan verschillende voorwaarden is voldaan. Zo is een minimale link met een realiteit wenselijk, tenzij het de subjecten uit de entertainmentwereld betreft. Dan hoeft zelfs dat minimum niet gegarandeerd.
‘Is het u ook opgevallen dat in de stroom aan vals-nieuwsberichten zelfs de aanzet van media-analyse ontbreekt?’
Als het risico bestaat dat berichtgeving deze of gene machtsfractie in een slecht daglicht stelt, is de onmogelijkheid de feiten nog langer te verzwijgen een andere voorwaarde. Tot dat moment is het wellicht handiger die feiten af te doen als “vals”.
In een naïeve voorstelling van het nieuwsvak staat de individuele verslaggever als laatste man/vrouw garant voor de juistheid van het nieuws. Die heeft bronnen. Die checkt elk feit. Twee keer. Minstens. Maar zoals gezegd, dat is de naïeve voorstelling. In de praktijk wil het wel eens tegenvallen met die checks. Zelfs al pakken nieuwsbedrijven steeds vaker uit met FactCheckers.
Soit. We zouden zoeken naar wat niet is gezegd, naar het gefluister in het getier. Is het u ook opgevallen dat in de stroom aan vals-nieuwsberichten zelfs de aanzet van media-analyse ontbreekt?
Lang leve technologie
Want is de verhulde boodschap van nogal wat van die berichten niet dat we ons zeer binnenkort niet langer hoeven in te laten met bovenstaande mijmeringen over nieuwsproductie? Dat we niet langer moeten nadenken over de intrinsieke gevolgen van het feit dat elk nieuwsbericht een sociaal construct is en bijgevolg alles in zich heeft om veel te zijn, maar niet de gehele waarheid? Dat we ons vooral niet moeten bezighouden met de vraag of een maatschappelijk antwoord niet meer aangewezen is om het probleem van disinformatie aan te pakken? Kunnen we de analyses van de gevolgen van mediaconsolidaties, van kaalslag en alom geprezen disruptie niet beter achterwege laten? Wie heeft immers nood aan een democratische vinger aan de pols? Is die immers niet zo één punt nul, inefficiënt en voorbijgestreefd?
We hebben nu toch technologie die de wereld redt! Geen geklooi meer van mensen die willen afwegen, maar vernuftige algoritmes! Die brengen soelaas, snel, precies en zonder enig spoor van de voorkeuren die erin vervat zitten. Die zijn zo… euh… vernuftig dat we ons niet eens de moeite hoeven te getroosten ons af te vragen wat die algoritmes dan wel precies doen. Waarom wakker liggen van iets wat zo ingewikkeld is dat zelfs de makers amper nog begrijpen wat ze doen? Hebben die makers er immers niet voor gezorgd dat ze kunnen leren? Want ze zijn echt wel slim, die machines. Als we binnenkort naar Mars kunnen met een zelfrijdende auto (of gooi ik nu te veel op één hoop?), zullen we toch ook wel een app kunnen bouwen die De Leugen van mijlenver herkent en uit onze speeltuin kiepert.
Belijdt dus rustig verder uw geloof in een technocratische utopie. Mark draagt ondertussen zorg voor de waarheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier