In plaats van gebruik te maken van Near Field Communication (NFC, een nieuwe standaard voor onder meer contactloze betalingen), komt Apple met zijn eigen mobiele betaaltechnologie: iBeacons.
NFC-chips zijn een bescheiden nieuwe trend in smartphoneland, omdat ze het onder meer mogelijk maken om contactloos mobiel te betalen. Samsung, Nokia en HTC sprongen al op de kar, en Google stemde zijn Android-besturingssysteem hierop af. Apple negeert NFC echter, en heeft bij de lancering van de nieuwe iPhones zijn eigen variant voorgesteld: iBeacons.
Deze toepassing is een onderdeel van het te verschijnen mobiele besturingssysteem iOS 7. Precieze details heeft Apple niet vrijgegeven over iBeacons, maar het is een certitude dat deze toepassing gebaseerd is op Bluetooth Low Energy, dat een even groot bereik heeft als het klassieke Bluetooth maar minder batterij opslorpt.
iBeacons wil echter niet enkel een nieuwe contactloze betaalstandaard worden. Je zal er namelijk ook andere, locatie-gebaseerde dingen mee kunnen doen. Heb je bijvoorbeeld een zwak gps-signaal in de winkel of in het museum, dan kan je met iBeacons toch door deze ruimtes navigeren – mits op deze plekken een apparaat geïnstalleerd is dat deze standaard ondersteunt, welteverstaan. Dat apparaat kan je iPhone namelijk lokaliseren. Sta je in de winkel, dan toont iBeacons welke aanbiedingen er zijn en waar deze producten zich juist bevinden. Ben je in een museum, dan schotelt de app je in audiovorm extra informatie voor bij de schilderijen die zich daar bevinden.
Maar in de eerste plaats wil Apple van iBeacons de nieuwe standaard voor mobiele, draadloze betalingen maken. Dit stelt banken en betaaldiensten voor een moeilijke keuze: moeten zij NFC blijven ondersteunen of overschakelen op Apple’s nieuwe dienst?
