In 2011 sleepten vijf ouders Apple voor de rechtbank, nadat hun kinderen ongewild een smak geld uitgegeven hadden in game-apps voor iPhone en iPad. Apple stelt een schikking voor, en riskeert hiervoor 100 miljoen dollar (77 miljoen euro) te moeten betalen.
Deze zaak draait rond het door Apple gehanteerde systeem van ‘in-app-aankopen’; betalingen binnenin apps. In (gratis) mobiele games – zoals Smurf’s Village – kan je bijvoorbeeld enkel extra levels spelen als je er geld voor neertelt. Een paar nietsvermoedende kinderen kochten bonusmateriaal, zonder dat ze hiervoor hun paswoord moesten invoeren.
De rekeningen die de ouders vervolgens ontvingen, liepen in sommige gevallen heel hoog op. De Britse Niamh Bolton moest bijvoorbeeld 1.800 euro ophoesten voor het spelletje ‘Tap Pet Hotel’ dat haar dochter gedurende amper twee uur gespeeld had, wat het gezin daarna in financiële moeilijkheden bracht. En Jack Drager, een jongen van zeven, zorgde voor een rekening van nagenoeg 1.600 euro, na het spelen van ‘Tap Zoo’. In deze gevallen betaalde Apple de bedragen wel terug.
Door vijf andere ouders werd er een klacht ingediend tegen Apple. Het bedrijf stelt hen nu een schikking voor: een iTunes-tegoed van minimum 5 en maximum 30 dollar, en de terugbetaling van het volledige schadebedrag als het om meer geld gaat. Dit geldt voor ouders die kunnen aantonen dat de in-app-aankopen gedaan werden door minderjarige kinderen, en dat deze geen wachtwoord hebben ingegeven. Apple plant 23 miljoen iTunes-leden die in-game-aankopen deden op de hoogte te brengen van de restitutie. Dit zou Apple in totaal zo’n 100 miljoen dollar (ongeveer 77 miljoen euro) kunnen gaan kosten. Het voorstel moet wel nog goedgekeurd worden.
Mede onder impuls van de Amerikaanse Handelscommissie is het systeem van de in-game-betalingen inmiddels wel herzien: een verificatie van je wachtwoord is altijd vereist bij een aankoop, en je kunt in-game-aankopen desgewenst volledig uitschakelen.
