Artsen in cyberspace

De komst van het internet heeft de huisartsenpraktijk grondig veranderd: computers, e-mail en internet worden intensief gebruikt, zo blijkt uit onderzoek.

De komst van het internet heeft de huisartsenpraktijk grondig veranderd: computers, e-mail en internet worden intensief gebruikt, zo blijkt uit onderzoek.

Zo mailt 39,1 procent van de artsen met patiënten. Een online afsprakensysteem is echter nog niet ingeburgerd: slechts 10 procent maakt er gebruik van. 97 procent van de huisartsen bezit een computer en bijna 95 procent vraagt online laboresultaten op. Dat blijkt uit een bevraging bij artsen uit de provincie Antwerpen die gepubliceerd werd in de masterproef van Stefanie Jacobs, studente communicatiewetenschappen aan de Universiteit Antwerpen.

Zes op de tien artsen zegt dat online communicatie het contact met de patiënt verhoogt. Toch formuleren de geneesheren ook een aantal bedenkingen. De geringe vergoedingsmogelijkheden voor het online advies, het delicate karakter van persoonlijke gezondheidsinformatie en het gebrek aan tijd zijn de voornaamste redenen waarom artsen niet met hun patiënten willen mailen.

Meer dan 62 procent van de ondervraagde dokters communiceert online met collega’s en bijna 94 procent zoekt gezondheidsinformatie op via internet. Een kwart van de huisartsen heeft ook een praktijkgebonden website. Die wordt vooral gebruikt om patiënten te informeren over sluitingsdagen en wachtdiensten.

Redenen waarom artsen geen website willen hebben: ze beschikken niet over de nodige kennis en vaardigheden (aangehaald door meer dan 7 op 10 artsen), ze hebben geen tijd en er is een gebrek aan vergoedingsmogelijkheden (voor de helft van de artsen). Het zijn vooral oudere huisartsen die geen gebruik maken van de online mogelijkheden.

Bron: Belga