Bedreigde diersoort doodgeknuffeld?
?Hoe kan iemand nu tégen Open Source zijn??, opent onze huiscolumnist met een schijnmaneuver. ?Net zoals er pinguïns zijn op de Zuidpool. Daar heeft toch ook niemand een probleem mee.?
Waarmee hij terecht aanstipt dat de hele heisa rond Linux er niet zoveel toe doet, ware het niet dat de halve ICT-industrie het fenomeen nog steeds nadrukkelijk wil omarmen. Toegegeven, net zoals het wat onelegant waggelende dier is ook Linux moeilijk te doorgronden. Het brede publiek ziet de pingun vooral als een pluche knuffeldier. Nochtans is de Linux-gemeenschap, net als zijn mascotte, allesbehalve knuffelbaar. Het is echt een zootje ettertjes, stuk voor stuk egotrippers, waarschuwt een spreker met enige praktijkervaring. Bovendien zijn ze gevaarlijk en moeilijk te controleren, want zelfs geld is voor hen geen argument meer.Ik bevind me op een merkwaardig debat, waarop ICTers van allerlei slag zijn samengetroept rond Open Source. Verspreid tussen de horde Linux-adepten vinden we niet alleen een veel te goed geklede PR-dame van Microsoft, maar ook tal van andere keurige heren, die zich voorzichtig over het fenomeen buigen. Geen technische termen, alsjeblieft, klinkt het meermaals waarop sommige techneuten elkaar lichtjes verward aankijken. Het is niet eenvoudig om over Linux en Open Source te spreken zonder jargon.Grote softwarehuizen menen nochtans dat ze het fenomeen nu wel aan het brede publiek kunnen slijten. Sun onderhoudt al enkele jaren met succes een eigen ontwikkelaarsgemeenschap rondom een verleidelijk rokende kop koffie. Om in de Linux-wereld dezelfde populariteit te halen volstond het even met de puntgave StarOffice-suite te zwaaien, die velen in n klap deed geloven dat Linux ooit nog wat voor de simpele desktop-gebruiker wordt. Naar aloude Sun-traditie blijft de ontwikkeling van StarOffice intern, hoewel om vervelende vragen te counteren toch al een beperkte samenwerking met de Open Source-gemeenschap loopt.Sinds twee jaar probeert IBM met evenveel glans in te spelen op de volgelingen van Linus Torvalds. De beslissing om Linux radicaal te promoveren tot het centrale ontwikkelplatform, werd nog door niemand echt helemaal begrepen. Maar het vriendelijke gebaar van de Grote Blauwe suikeroom kon de verbouwereerde gemeenschap moeilijk afwijzen net zomin als die stapel gratis software.Heel wat Linux-ontwikkelaars van het eerste uur moeten zich ondertussen voelen zoals ikzelf, bij het begin van het debat. Hoewel incognito de zaal ingeslopen, kom ik vrij snel in het vizier van twee PR-verantwoordelijken van Big Blue. De twee kiezen hun zitje strategisch aan mijn zijde. Hoewel n van beide me nog met vrouwelijke charmes kan bekoren, doet het gezelschap me onwillekeurig ongemakkelijk voelen. Terwijl ik notities neem, voel ik de spiedende blikken. Het is beslist niet slecht bedoeld, daar ben ik van overtuigd net zoals al die sympathiebetuigingen aan de bedreigde zwemvogel. Maar IBM moet oppassen dat het de Linux-gemeenschap niet doodwurgt, precies door deze al te vriendschappelijk te omarmen. In tegenstelling tot de pluche knuffel-pingun is het echte pooldier doorgaans glad, nat en absoluut niet gesteld op die overdreven warmte. Het zou naef zijn te denken dat de Linux-gemeenschap zich als een onderontwikkeld volk zal laten koloniseren. Om bijvoorbeeld te dienen als een soort vuilnisbelt voor de software-industrie. We hebben het nu wel gevonden, schimpt mijn collega-columnist. In plaats van te blijven investeren in dure ondersteuning van bedrijfssoftware die toch al over the hill is, doneren we die toch gewoon aan de gemeenschap. Om dit soort doembeelden te ontkrachten is het voor Big Blue de hoogste tijd om een duidelijk signaal te geven aan de Open Source-gemeenschap, over wat het nu precies van plan is met de erfenis van Torvalds.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier