Socialemediagigant Meta heeft een belangrijk monopolieproces in de Verenigde Staten gewonnen. De rechter oordeelde in Washington dat de overname van Instagram en WhatsApp geen inbreuk was op de Amerikaanse concurrentieregels.
Daardoor ontloopt Meta een mogelijke gedwongen opsplitsing, iets waar toezichthouders op uit waren. De zaak was aangespannen door de Amerikaanse markttoezichthouder Federal Trade Commission (FTC). Die diende in 2020, tijdens de eerste termijn van president Donald Trump, aanklachten in tegen het techconcern dat toen nog Facebook heette.
Daarin beschuldigde de mededingingsautoriteit Meta/Facebook ervan de concurrentie in de kiem te hebben gesmoord door Instagram en WhatsApp voor forse bedragen over te nemen. Volgens de waakhond waren die overnames in 2012 en 2014 illegale acties die Facebooks monopolie op de socialemediamarkt moesten beschermen.
Maar de rechter in Washington oordeelde dat de deals niet in strijd zijn met de Amerikaanse wet. Volgens de rechter is de FTC er niet in geslaagd te bewijzen dat de deals het bedrijf in staat stelden op illegale wijze een monopolie te creëren.
De uitspraak lijkt een grote nederlaag voor de federale overheid. Had de rechter de aanklachten gevolgd, dan had Meta zich mogelijk moeten opsplitsen. Metal zei voor de start van de rechtszaak dat ‘de bewijzen op het proces zullen aantonen dat de overnames goed waren voor de concurrentie en voor de consument’.
Meta – toen nog Facebook – kocht Instagram in 2012 voor 1 miljard dollar. In 2014 betaalde het voor WhatsApp 22 miljard dollar. De Amerikaanse mededingingsautoriteiten hadden destijds hun goedkeuring gegeven voor de overnames.