Microsofts Activision-overname creëert nog niet het grootste videogamebedrijf
Nu de Britse concurrentiewaakhond geen bezwaren meer heeft tegen de deal is de laatste horde voor Microsofts overname van gamebedrijf Activision Blizzard genomen. Het gecombineerde concern zal nog steeds niet de grootste speler op de videospellenmarkt worden: daarvoor is de game-afdeling van de Chinese reus Tencent te groot.
Na toegevingen van de Britse concurrentiewaakhond CMA is het laatste obstakel weg voor een overname van videogameconcern Activision Blizzard door techreus Microsoft. De deal, goed voor 68,7 miljard dollar (zo’n 65 miljard euro), is niet alleen de grootste overname ooit in de videogame-industrie, maar zelfs tout court die van de technologiesector: hij klopt zelfs Dell’s overname van serverfabrikant EMC in 2016. Daar had de computermaker toen 67 miljard dollar (63,5 miljard euro) voor nodig.
Natuurlijk roept zo’n megadeal een hoop aandacht van concurrentiemogendheden over zich af, en Microsoft heeft zo’n beetje overal op de wereld toegevingen moeten doen om ermee te mogen doorgaan. In mei gaf de Europese Commissie al groen licht na een diepgaand onderzoek en bepaalde garanties, en in de V.S. won Microsoft een beroepszaak tegen bezwaren van mededingingsregulator FTC.
Toegevingen
Om daar verder te kunnen doen, moest Microsoft bijvoorbeeld garanderen dat nieuwe games in de nog altijd zeer populaire schietspellenreeks Call of Duty nog 10 jaar zullen blijven verschijnen op Sony’s PlayStation-consoles. Ook voor de laatste horde, een blokkering door het Britse CMA, moest Microsoft wat inbinden wat cloudgaming betreft: games die draaien op externe servers en gestreamd worden naar het scherm van de speler.
Tijdens onderhandelingen afgelopen zomer kwam er de concessie dat Microsoft de komende vijftien jaar af zal zien van cloudstreamingrechten op alle Activision-games voor consoles en de pc: die worden verkocht aan het Franse videogamehuis Ubisoft, bekend van onder meer de Assassin’s Creed-videogameserie. Daarmee ‘hebben we verzekerd dat Microsoft deze belangrijke en snel ontwikkelende markt niet in een wurggreep kan houden’, zei CMA-topvrouw Sarah Cardell. ‘Deze tussenkomst zal verzekeren dat mensen competitievere prijzen, betere dienstverlening en meer keuze krijgen.’
Niet eens de grootste
De Microsoft-Activision-deal zal resulteren in een bedrijf dat zo’n 24,7 miljard dollar (23,4 miljard euro) waard is, zo blijkt uit een rangschikking van de grootste spelers in de videogame-industrie die NYU Stern-professor Joost Van Dreunen vorige week nog compileerde uit financiële cijfers van de bedrijven in kwestie. De huidige omvang van Microsofts videogame-afdeling, grotendeels onder het merk Xbox, is 16,2 miljard dollar (15,4 miljard euro), en daar zou het zakencijfer van Activision – 8,5 miljard dollar (iets meer dan 8 miljard euro) vorig jaar – bij komen.
Interessant is dat het gecombineerde concern, met de cijfers van vorig jaar, maar nèt groter zou zijn dan Sony’s PlayStation-videogameafdeling, die met 24,4 miljard dollar (net boven de 23 miljard euro) meer dan een kwart van de jaaromzet van de groep vertegenwoordigt. En om aan de enkels van de videogameafdeling van de Chinese groep Tencent te geraken is er nog een extra push van 10 miljard nodig.
Kloof met Tencent
Die laatste Chinese techreus leek eventjes de regulatoire druk in zijn eigen land te voelen, maar verzekerde zijn verdere succes in de videogame-industrie door sterker aanwezig te zijn in het westen. Momenteel is Tencent bijvoorbeeld eigenaar van westerse studio’s Riot Games (van eSports-topper League of Legends), Supercell (van mobiele evergreen Clash of Clans) en Funcom (maker van grote onlinegames als Conan Exiles). Bovendien bezit de Chinese gigant een participatie van 49 procent in Roblox (het bedrijf achter de bekende onlinewereld) een van 40 procent in Epic Games (de Amerikaanse maker van onlinehit Fortnite) en een van 10 procent in Ubisoft. Momenteel is de Chinese mogol ook meerdere Amerikaanse gamestudio’s aan het oprichten.
Platform Power
Maar een nog interessantere conclusie uit Van Dreunens cijfers is dat alle grootste spelers op de videogamemarkt diegenen zijn die een platform runnen waarop de games kunnen worden gekocht en gespeeld. Dat maakt van Apple en Google – wier App Stores voor respectievelijk 62 en 75 procent afhankelijk zijn van games – krasse spelers op de videogamemarkt. En ook andere gamebedrijven groeiden veel sneller dankzij het feit dat ze hun eigen platform runnen.
Het maakt dat software-only-gamebedrijven als Ubisoft, Take Two Interactive en Square Enix niet meer tot de top van hun markt behoren, ondanks het feit dat ook zij 1 tot 3 miljard euro’s jaaromzet draaien. Na afronding van de Activision-Blizzard-deal zou Electronic Arts het enige grote gamebedrijf zijn dat niet rond een eigen platform draait. EA heeft ook een eigen abonnementsdienst, EA Play, maar die vormt allerminst de kern van de inkomsten van het bedrijf. Bij bijvoorbeeld Microsoft – met zijn Xbox-console en zijn Game Pass-abonnement – is dat natuurlijk wel zo.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier