Adeo Ressi: ‘De volgende Facebook komt uit Europa’

“In Londen heb je procentueel gezien minder starters dan in Brussel”, zegt Adeo Ressi van het Founder Institute. Overigens gaat Ressi zijn acceleratorprogramma’s voor starters een flinke boost geven in Europa. “In een uitdagende omgeving werken is geen slechte zaak voor een start-up, wel integendeel.”

“In Londen heb je procentueel gezien minder starters dan in Brussel”, zegt Adeo Ressi van het Founder Institute. Overigens gaat Ressi zijn acceleratorprogramma’s voor starters een flinke boost geven in Europa. “In een uitdagende omgeving werken is geen slechte zaak voor een start-up, wel integendeel.”

Het Founder Institute is een Amerikaans start-up acceleratorprogramma dat sinds een tweetal jaren ook in België georganiseerd wordt, en dat veelbelovende starters helpt om in snel tempo een business idee concreet te maken. Kandidaten hoeven nog geen volwaardig concept te hebben uitgewerkt, al worden ze wel getest om na te gaan of ze uit het juiste hout gesneden zijn. Fundamenteel is het geloof dat heel wat aspecten van het ondernemerschap kunnen worden aangeleerd.

Tot dusver werden er in België een 25-tal start-ups opgericht dankzij het Founder Institute, waaronder 2Houses, Djengo en Bubobox. Vorige maand is alvast een nieuw semester gestart, onder de auspiciën van Wim Dewaele (iMinds) en Didier Vermeiren (Smart Checkups).

De geselecteerden krijgen een stoomcursus ondernemen, en worden intensief gecoacht door een select groepje topondernemers en investeerders. Dit najaar en begin 2013 tekenen onder meer Bart Becks, Alain De Taeye, Aaron Patzer, Patrice Roulive en Sebastien de Halleux present.

Overigens gaat het Founder Insitute zijn aanwezigheid in Europa verdubbelen. Om de expansie te ondersteunen, reist oprichter Adeo Ressi van hot naar her.

Is Europa nog interessant voor starters?

Adeo Ressi: “Het is niet gemakkelijk om hier een succesvol bedrijf op te richten. Maar in een ‘moeilijke’ omgeving moeten werken is niet slecht, wel integendeel. De overheid in Singapore heeft het zo gemakkelijk gemaakt om een start-up op te richten – je krijgt daar bijna automatisch 50.000 euro startgeld en een kantoor – dat de meesten al van op voorhand een vogel voor de kat zijn. Ze proberen eens, het gaat niet goed, en hup: gedaan.”

“Een moeizame opstart brengt het beste naar boven in mensen. Overigens zijn grote steden het hachelijkst. New York, Parijs, Londen: het is duur om daar te wonen en moeilijk om er iets op te starten. In Brussel is het gemakkelijker want goedkoper. Het doet er alleszins niet meer toe waar je juist opstart. De volgende Facebook zal waarschijnlijk niet meer uit de VS komen, maar uit Europa, of uit Azië.”

Is het niet juist in Londen en Berlijn dat de lamp brandt?

Ressi: “Grote steden als Londen en New York hebben bekende media. En die media blazen hun lokale start-up scène graag wat op. Als buitenstaander denk je dan dat er starters zijn op elke hoek van de straat, maar de realiteit is dat je in Londen procentueel gezien minder starters hebt dan in Brussel. Berlijn is een uitzondering. Die stad is momenteel het equivalent van Silicon Valley in Europa. Waarom? Omdat Berlijn zo goedkoop is. Je kan er gigantische appartementen huren voor nog geen 500 euro per maand. Dat trekt starters aan als een magneet.”

Kan je van iemand een goede ondernemer maken? Is die eigenschap niet aangeboren?

Ressi: “Er zijn heel wat eigenschappen die pas tot volle wasdom komen wanneer je ze cultiveert. Hoe ouder je wordt, hoe beter je bent als ondernemer. Kijk naar Mc Donalds. Dat bedrijf is opgericht door een knar van 60 jaar, Ray Kroc.”

“Dit gezegd zijnde, zijn er ook karakteristieken die voorspellen of iemand een succesvol ondernemer zal worden of niet. Eén eigenheid die nogal wat entrepreneurs delen, is ‘fluid intelligence’, het vermogen om je snel te kunnen inleven in een rol, om je snel regels eigen te kunnen maken, en om die regels te gebruiken bij het oplossen van problemen. Zakenlui moeten bliksemsnel kunnen anticiperen op veranderingen.”

“Openheid is een andere belangrijke troef. Met openheid bedoel ik het vermogen om te vatten wat er rond je gebeurt, zonder filter, zonder roze bril. Als je niet open bent, zie je de wereld zoals jij wil dat hij is. Sterke ondernemers zijn dus in staat om te erkennen dat het slecht gaat met hun bedrijf. Net zoals ze kunnen inschatten wanneer er zich een kans voordoet.”

Met het Founder Institute wil u het Silicon Vally-model wereldwijd introduceren. Vraag is of je dat model wel kàn exporteren?

Ressi: “Ik wil niet zozeer het model exporteren, maar eerder de cultuur. Er zijn enkele dingen die erg goed zijn aan Silicon Valley, dingen die je nergens anders ziet. Mensen proberen er elkaar bijvoorbeeld te helpen. Al kom je van de straat en heb je geen ervaring, dan nog kan je een afspraakje versieren met zo goed als iedereen.”

“Incestueuze eigenaarsstructuren zijn ook eigen aan de regio rond San Francisco. Mensen zoals Mark Pincus van Zynga investern niet alleen in Facebook maar ook in tientallen andere starters. En wanneer één van die bedrijfjes veel geld ophaalt, kan je er van op aan dat dat geld terugvloeit naar het ecosysteem.”

“Ook bij het Founder Institute is het de bedoeling dat de mentors een klein deel van de bedrijven die worden opgestart als gevolg van ons programma in hun bezit krijgen. Dat stimuleert niet alleen de begeleiders zelf, maar zorgt er ook voor dat een deel van het geld dat eventueel wordt opgehaald opnieuw naar het ecosysteem gaat.”

U heeft een plan om meer vrouwen in ict te krijgen. In België is dat ook een issue.

Ressi: “We voorzien incentives voor vrouwen en communiceren nadrukkelijk met vrouwengroepen om het aantal inschrijvingen te verhogen. En dat lijkt te werken. Als je kijkt naar de laatste 100 bedrijven die werden opgericht als gevolg van onze accelerator, dan zijn er 36 die geleid worden door een vrouw. We mikken op 50 procent.”

“Er zijn nog niet veel vrouwelijke ondernemers, net zoals er nauwelijks vrouwelijke investeerders zijn. Iedereen is dus op zoek naar vrouwen. Maar je moet ergens beginnen. Op het moment dat er meer starters geleid worden door het sterke geslacht, zal je ook de vrouwelijke durfkapitalisten zien opduiken.”

Er duiken enorm veel programma’s op voor starters. Er zijn bijna meer initiatieven dan er starters zijn. Een goede zaak?

Ressi: “Het kunnen er nooit genoeg zijn. Accelerator-programma’s helpen starters, en starters kunnen alle hulp goed gebruiken. Wel mogen er meer concrete resultaten geboekt worden, opdat je niet altijd dezelfde deelnemers ziet opduiken. Maar om concrete resultaten te kunnen boeken, moeten alle neuzen in dezelfde richting staan. Lees: ook de overheden moeten hun duit in het zakje doen.”

“In België moet het ondernemingsrecht bijvoorbeeld dringend worden aangepast. Er gebeuren hier dingen die niet kunnen in een moderne maatschappij. Zo moet je bijvoorbeeld een grote som geld op de bank hebben staan voor je een bedrijf kan opstarten. België is één van de laatste landen in de wereld waar dat nodig is. Wil je een bloeiende start-up scène creëren, dan moet je daar komaf mee maken. Ook bij het faillissementsrecht stel ik me vragen. Wat als je faalt en bankroet gaat? Dat moet ook beter geregeld worden. Pas die twee dingen aan, en je bent op de goede weg.”

Moeten wij zoiets hebben als de small business act in de VS, waarbij starters positief gediscrimineerd worden?

Ressi: “Allicht wel, Europa loopt hierin wat achter. Maar er zijn ook dingen die men in de VS (en in het VK, nvdr.) geïntroduceerd heeft die ik hier niet zou doen. Crowdfunding voor aandelen bijvoorbeeld. Dat is een risico waarbij je niet goed weet hoe het gaat uitdraaien. Iedereen kan zomaar 5.000 euro in een bedrijf steken in ruil voor wat aandelen. Dat trekt ook een soort mensen aan dat enkel uit is op snel geldgewin. Aan de ene kant worden de regels verscherpt om als angel investor te kunnen optreden, anderzijds mag iedereen zo maar aan crowdfunding doen. Dat klopt niet, dat beseft zelfs het kleinste kind.”

Wat kan Europa dan wel doen?

Ressi: “Fiscale prikkels geven aan angels. Dat werkt erg goed in de VS. Het idee dat je niet betaalt op meerwaarde wanneer je dat geld terug investeert. Als je 25.000 euro in een bedrijf steekt en het worden er plots 150.000, dan zou je die meerwaarde in het ecosysteem moeten kunnen steken zonder daarop belast te worden. Zulke dingen helpen de economie geen klein beetje vooruit.”