Vanaf 2018 zal Belfius jaarlijks investeren in de beste start-ups en alumni van The Birdhouse. “Om echt te groeien heb je cash nodig, en daarin willen we samen met Belfius een bijdrage leveren”, zegt The Birdhouse ceo Jan-Willem Callebaut.
Voorheen bood The Birdhouse aan haar start-ups naast kantoorruimte nog een mentorennetwerk, coaching en workshops en ondersteuning aan van partners zoals Belfius, Securex en EY. Daar komt nu een financieringsvehikel bij. “57% van de 3,2 miljoen euro die de start-ups afgelopen jaar hebben opgehaald, komt van ons eigen business angel- en mentorennetwerk”, legt Callebaut uit. “Maar we wilden nog meer teruggeven aan het ecosysteem. Vandaar de uitbreiding van ons reeds bestaande partnership met Belfius Bank & Verzekeringen. We zijn er ook van overtuigd dat, door Belfius in de beste start-ups te laten investeren, andere investeerders ook een duwtje in de rug krijgen om in te stappen.”
Belfius neemt een participatie van 20 procent in The Birdhouse
Concreet stelt Belfius 10 miljoen euro aan venture capital ter beschikking aan de, door hen bevonden, beste start-ups in The Birdhouse. Daarnaast voorziet ze jaarlijks 500.000 euro waarmee 10 andere start-ups in de accelerator een lening van 50.000 euro kunnen bemachtigen. Ook neemt Belfius een participatie van 20% in The Birdhouse.
Strenge focus op kwaliteit
The Birdhouse startte haar eerste acceleratorprogramma voor start-ups in de zomer van 2016. Tot vandaag begeleidde het bedrijf al 37 projecten, gekozen uit alles tezamen meer dan 1.250 inschrijvingen. “Ik heb mee de selecties gedaan, en je kunt gerust spreken over een zeer strenge focus op kwaliteit”, bevestigt mentor Pol Vanbiervliet, voormalig managing director van Cisco Belux. “Selectiecriteria zijn de waardepropositie, het team en hun competenties en complementariteit en de mate van engagement met het The Birdhouse-programma. Maar wat ik écht inspirerend vind aan deze start-ups, is dat ze niet zozeer technologiebedrijven zijn, maar achter de schermen technologie gebruiken om hun aanbod menselijker te maken.”
