Doe een ander eens een Faver

Het begon als een app die wetenschappelijk onderzoek moest vergemakkelijken, maar het werd meer. Met Faver, het bedenksel van een jonge Vlaams-Brabantse start-up, kun je anderen helpen, of zelf hulp zoeken.

Maar eigenlijk moest het dus vooral studenten helpen. Oprichter Olivier Dinet weet het nog goed. “We wilden een app maken waarmee je mensen in andere studentensteden kon vragen om in een bibliotheek een paar pagina’s van een boek in te scannen, zodat ze die informatie kregen zonder zich te moeten verplaatsen. En zo lanceerden we het ook begin dit academiejaar, maar nauwelijks twee maand later was duidelijk dat we met iets zaten dat een veel ruimere bruikbaarheid had.”

Waarom zou je iemand op dezelfde weg immers niet kunnen vragen hoe het weer ergens is? Of ze geen slijpschijf hebben die ze even willen uitlenen? Of er niemand even wil sneeuwruimen bij hen thuis? Het principe blijft het zelfde: vragen staat vrij, en dan moet je maar hopen dat er iemand je wil helpen.

Het Faver dat Dinet en vennoten zo uitwerkten is een iOS– en Android-app waarop je via geolocalisatie een pin kunt achterlaten op een plek. Met je vraag, of desnoods je aanbod, dus. Mensen die de app geïnstalleerd hebben, krijgen vervolgens een alert als ze zich in de buurt bevinden, en kunnen dan eventueel antwoorden. Aan een business model wordt nog gesleuteld. “Ik zie twee opties”, zegt Dinet: “We kunnen locatiegebaseerde reclame invoeren, zodat horeca in een bepaalde buurt mensen op hun bestaan attent kan maken. Anderzijds overwegen we ook om het betalen van klussen in de app mogelijk te maken, en daar zouden we dan een fee op kunnen nemen.”

Het is niet de eerste zorg van Dinet, echter. Dat is eerst en vooral: voldoende gebruikers lokken naar zijn app. “Alleen zo kunnen we vraag en aanbod op elkaar afgestemd krijgen”, zegt hij. “Voorlopig zijn we de app enkel nog maar in aula’s gaan voorstellen en in facebookgroepen van studenten, maar binnenkort willen we overschakelen naar online advertenties. We willen ook enkele nieuwe functionaliteiten invoeren, zoals een sharing-module, zodat gebruikers hun vrienden op de app kunnen wijzen.”

Met de duizendste gebruiker in zicht wil de start-up nu versnellen. “Dat wordt een mijlpaal voor ons”, zegt Dinet. “Als we die kaap ronden, willen we op zoek naar bijkomende financiering. Tot nog toe zijn we volledig gebootstrapt, maar het zou fijn zijn om onze ontwikkelaars te kunnen betalen, bijvoorbeeld. We hebben zo’n 50.000 euro nodig, en kijken daarvoor ook in de richting van IMEC.”

En dan de wereldwijde verovering? Die is al begonnen, bij wijze van spreken. “Zonder daar ruchtbaarheid aan te geven hebben we de app in elk geval wereldwijd beschikbaar gemaakt”, klinkt het. “En dat heeft een cluster van gebruikers opgeleverd in het Zuiden van de Verenigde Staten en ook een aantal downloads in Canada. Geen idee hoe dat zo gekomen is, maar het is een mooi begin.”