De Belgische start-up Peliqan zet in op een eigen ontwikkeld dataplatform dat zich specifiek richt op kmo’s en business units binnen grotere ondernemingen.
Veel kleine en middelgrote ondernemingen worstelen vandaag nog steeds om echt datagedreven te worden en te werken. Ze beschikken vaak wel over data in diverse systemen, gaande van traditionele ERP- en CRM-pakketten tot talloze Excel-sheets en dikwijls ook wat legacy. Maar wat ze meestal wel missen, zijn de middelen of de technische kennis om die bronnen op een robuuste manier te centraliseren en te analyseren. Het resultaat is vaak een kluwen van manuele export- en importacties in logge spreadsheets. Grote, gekende dataplatformen zijn voor die kmo’s meestal buiten bereik wegens te duur. Het is precies in dat gat in de markt dat Peliqan springt.
Brug tussen Excel en échte data-engineers
‘Wat Peliqan wil bereiken, is de brug slaan tussen de typische Excel-gebruikers en de echte data-engineers die je in grote bedrijven vindt’, vertelt mede-oprichter Piet-Michiel Rappelet in een gesprek met Data News. ‘We merkten dat er weinig tussenoplossingen zijn. Heel veel kmo’s sukkelen nog altijd om écht data driven te worden, een term die al langer bestaat dan ik in de IT zit’, lacht Rappelet die Peliqan in 2022 oprichtte samen met Niko Nelissen. Vorig jaar brachten ze Peliqan ook effectief naar de commerciële markt. In april haalden ze nog 2 miljoen euro aan extra kapitaal op wat hen de ruimte moet geven om op te schalen: in binnen- én buitenland.
Het platform van Peliqan centraliseert data uit verschillende bronnen via een brede waaier aan connectoren (API’s). De tool verzorgt de volledige data pipeline, inclusief een ‘out of the box’ datawarehouse, en structureert de data zodat die klaar is voor consumptie door dashboarding tools zoals Power BI, of – waarom niet – zelfs voor verdere analyse in Excel. Het bedrijf wil zo de inherente complexiteit en de doorgaans hoge kosten van traditionele data-integratieprojecten wegnemen.
Het verdienmodel is gebaseerd op een SaaS-licentie, waarbij de prijs afhangt van het aantal gebruikte connectoren. Dit moet de drempel verlagen. “Voor een kmo is het onbegonnen werk om zelf alle connectiviteit te voorzien”, aldus Rappelet. “Een tweede aspect is de voorspelbaarheid van de prijs. Veel kmo’s schrikken terug van de hoge offertes van grote consultingpartijen voor een volledig datatraject.’
B2B2B-strategie
Peliqan telt intussen een tachtigtal klanten in vijftien landen, waaronder JIMS (Colruyt Group) en het Noorse Sparebank1 of aan ‘partner’-kant onder meer Vandelanotte. De strategie richt zich niet enkel op directe verkoop, maar ook sterk op een partnerkanaal van consultants en agencies die de tool kunnen inzetten voor hun eigen klanten. Grote integratoren zoals Deloitte of element61 of bedrijven uit pakweg de Cronos Groep ziet Rappelet dan ook niet zozeer als concurrenten, maar als potentiële partners. ‘Onze strategie is een B2B2B-strategie, waarbij wij de toolbox worden van veel consultants die niet noodzakelijk zelf data-experts zijn’, legt Rappelet uit. Tijdens ons gesprek valt een aantal keer de naam van de Waalse techparel Odoo. ‘We hebben zes Odoo-partners als klant. Odoo is 1 van onze meer dan 270 connectoren, waardoor we een soort de facto data warehouse voor Odoo kunnen zijn. Dat is wat die partners uiteraard heel erg interesseert’, zegt Rappelet.
Wie ze dan wel als voornaamste concurrenten zien? ‘Dan denk ik toch eerder aan goeie ouwe Excel, en bij grote platformen zoals Fabric (een data analyse platform van Microsoft, nvdr). No one ever got fired for buying Microsoft‘, lacht Rappelet, ‘maar ik heb wel de ambitie om ook een zeer groot, stabiel bedrijf te worden in data. Ik denk dat dat ook nodig is voor het specifieke segment dat we bedienen.’ ’ De volgende Belgische unicorn in wording dan? ‘We groeien snel, maar het is niet onze ambitie om de volgende unicorn te worden door ‘hyper growth’ na te jagen. Dat hoeft niet per se’ zegt Rappelet die ons nog een laatste keer op Odoo wijst: ‘Odoo koos niet voor hyperbolische groei, maar is toch uitgegroeid tot een van de grootste bedrijven in België.’
Met Peliqan zijn Rappelet en Niko Nelissen overigens niet aan hun proefstuk toe. Ze delen een verleden bij het in 2020 door Qlik overgenomen en door hen opgerichte Blendr – wat nota bene ook rond datakoppelingen draaide. Nelissen was eerder de mede-oprichter van Hostbasket – in 2008 verkocht aan Telenet – en van Q-layer – in 2009 verkocht aan Sun Microsystems. Ook nadien wist Nelissen een aantal exits op te tekenen. Peliqan heeft ondertussen een 20-tal werknemers: vijf in België en de overige in India. ‘Omdat de pool aan beschikbare ontwikkelaars daar nu eenmaal groter is, maar ik wil wél benadrukken dat dit niet zomaar offshoring is. Het team in India is een integraal onderdeel van het bedrijf, het zijn onze eigen mensen en er is dagelijks contact. Het is echt een team dat zeer dicht bij mij werkt en dat ik ook om de paar maanden bezoek.’