“Het is de overheid menens met haar digitaal plan”

© web
Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Enkele weken geleden keurde de Waalse overheid haar fameuze Plan Numérique goed. Benoît Hucq en zijn Agence du Numérique speelden een sleutelrol in de totstandkoming van dat plan. “Je kan het de politici niet verwijten dat ze maatregelen nemen om een gunstiger digitaal klimaat te creëren”, klinkt het.

Het is u allicht niet ontgaan dat het Agence wallonne des Télécommunications (AWT) sinds het aantreden van de nieuwe Waalse regeringsploeg in 2014 is vervangen door het Agence du Numérique (ADN), een nieuwe structuur die het ondernemerschap wil bevorderen, de digitale transitie in het Waals gewest gaat begeleiden en voor meer groei en innovatie moet zorgen.

Het team van het AWT bleef grotendeels op post, maar voormalig AWT-directeur Luc Simons werd vervangen door Benoît Hucq, de oud-topman van Océ Software Labs, een specialist in document management die ontstond in de schoot van Siemens en in 2009 werd overgenomen door Canon.

Hucq bleef een tijdje uit de schijnwerpers, maar laat nu wel zijn licht schijnen over wat er allemaal veranderd is beneden de taalgrens. “Met Jean-Claude Marcourt (PS) hebben we voor het eerst een minister voor everything digital“, steekt hij van wal, “en in het Marshalplan 4.0 is er nu ook een digitaal luik voorzien, waarvoor er – gespreid over vier jaar – 500 miljoen euro werd vrijgemaakt.”

Het mag duidelijk zijn: Marcourt en co. willen van Wallonië een gewest maken dat voorop loopt in de digitale revolutie. En de strategie die daartoe werd uitgedokterd, mag voor het groot stuk op het conto van het Agence du Numérique geschreven worden.

“In de eerste helft van 2015 hebben we ideeën gecrowdsourced“, legt Hucq uit. “We hebben een 200-tal mensen laten brainstormen over digital, om uiteindelijk tot vijf belangrijke thema’s te komen: digitale economie, digitale transformatie, openbare diensten, onderwijs en vorming, en regio’s en steden.”

“Rond die vijf thema’s hebben we 50 concrete maatregelen geformuleerd, die nu de backbone van het Plan Numérique vormen. Het is behoorlijk uniek dat het niet bij mooie woorden is gebleven, en dat de regering echt aan het werk is gegaan met onze voorstellen: er werd budget voor vrijgemaakt, en ze werden omgezet in actiepunten. Het is Marcourt dus menens.”

Wat is de rol van het Agence du Numérique bij de verdere uitvoering van het Plan Numérique?

Benoît Hucq: “We hebben een dubbele rol. In de eerste plaats checken we of de actiepunten uit het plan goed worden opgevolgd op de kabinetten van de verschillende ministers en door de andere betrokkenen.”

“Daarnaast zijn we zelf verantwoordelijk voor een aantal actiepunten. Binnen enkele weken lanceren we bijvoorbeeld een project management-tool waarmee alle initiatieven rond het Plan Numérique kunnen worden opgevolgd. Ook een diagnostische tool om onze bedrijven een digital ready-score toe te kennen aan de hand van enkele parameters is voorzien.”

Het blijft niet bij een strategie op papier, we proberen de dingen echt in gang te zetten

“Voorts moet een team van een vijftiental mensen het Digital Wallonia-platform uitbouwen en beheren, en initiatieven opzetten rond thema’s zoals open data. Er komt ook een Digital Wallonia Hub: een onderzoekcentrum à la iMinds waar men onderzoeksprojecten opzet in samenspraak met de industrie. Het ADN wordt de operationele backbone achter die Hub.”

“Tot slot zullen we met het Agence du Numérique sensibiliseringsacties opzetten rond de digitalisering van onze economie. Hoe kunnen we onze bedrijven competitiever maken? Hoe kunnen we ze voorbereiden op de digitale vloedgolf die op ze af komt …

Momenteel staan ict en digital slechts voor 1,4 procent van de Waalse economie. Er is dus nog heel wat werk wil Wallonië een digitale topper worden.

Hucq: “Klopt, maar het goede nieuws is dat er nu heel wat middelen worden vrijgemaakt om dat cijfer de hoogte in te krijgen. We zouden toch naar het Belgische gemiddelde van 3,2 procent moeten kunnen gaan. In Vlaanderen is ict ook maar goed voor 2,6 procent van de economie, het is vooral Brussel dat het relatief goed doet met meer dan 7 procent.”

“Voor mij is het belangrijkste dat Marcourt een proces in gang heeft gezet, en dat hij de zaken echt in beweging wil krijgen. Dat is minder evident dan het lijkt, want politici beslissen veel, en de economische ontwikkeling van een gewest laat zich niet decreteren.”

“Eén voorbeeld. Neem de bouwsector, een heel belangrijke sector in Wallonië. Het is pas sinds we al de actoren hebben samengebracht en we hen getoond hebben met welke apps ze hun voordeel zouden kunnen doen, dat het echt begint door te dringen dat ook hun sector volop digitaliseert.”

“We hebben in december een online platform boven de doopvont gehouden waarin we alle mogelijke informatie en tal van digitale toepassingen voor de bouwsector samenbrengen. Het blijft dus niet bij een strategie op papier, we proberen echt te sensibiliseren en dingen in gang te zetten.”

Start-ups

Wat zijn momenteel de grote uitdagingen op digitaal vlak in Wallonië?

Hucq: “Ik zie er een viertal. In de eerste plaats moeten we een coherent beleid voeren, in plaats van alle richtingen uit te gaan. Het Plan Numérique is wat dat betreft een stap in de goede richting. We moeten er ook voor zorgen dat onze bedrijven meer digitale tools gebruiken om competitiever te kunnen worden. Daartoe moeten ze een heuse digitale transformatie doormaken.”

“Verder moeten we de groei van onze start-ups nadrukkelijker ondersteunen en volop focussen op onderwijs en vorming. Het gebruik van ict in de scholen moet gestimuleerd worden, onze onderwijzers moeten omgevormd worden, en ik mag het ambtenarenapparaat hier zeker niet vergeten (lacht).

Zijn er concrete initiatieven om de start-ups te ondersteunen?

Hucq: “Zeker, Wallonië heeft nood aan flexibelere instrumenten om zijn start-ups te helpen. Binnen enkele weken introduceren we een nieuw investeringsfonds waar 50 miljoen euro voor aan de kant gehouden wordt. Denk aan de GIMV in Vlaanderen, maar dan met een focus op start-ups actief in digital.”

“Belangrijk is dat dit fonds snel kan schakelen, en dat er geen maandenlange administratieve rompslomp gepaard gaat met tickets. We zijn volop bezig met het samenstellen van een selectiecomité dat bestaat uit mensen die het start-up wereldje door en door kennen.”

“Wat het verschil is met vehikels als Meusinvest en Nivelinvest? Wel, dat er sneller geschakeld zal kunnen worden, en vaak hebben start-ups ook grotere bedragen nodig dan degene die ze bij Meusinvest kunnen krijgen. Bovendien zullen de specialisten die de selectie maken de digitale start-ups beter naar waarde kunnen schatten.”

“Een tweede element is dat we onze start-ups beter gaan ondersteunen in hun internationale ambities. Zo komen we bijvoorbeeld met maatregelen om de contacten met internationaal opererende partners te faciliteren.”

Van lokaal naar regionaal

Er zijn heel wat lokale initiatieven in Wallonië ter ondersteuning van het digitale ecosysteem. Hoe wil het ADN iedereen op dezelfde lijn krijgen? Kijken al die lokale projecten niet vooral naar de eigen verwezenlijkingen, en zien ze elkaar niet als concurrent?

Hucq: “Dat is geen eenvoudige opdracht, want er is een historische en een culturele component mee gemoeid. Lokale reflexen bestaan al honderden jaren, dat is in Vlaanderen niet anders denk ik. Daar wil ook elke stad haar eigen incubator en haar eigen onderzoekscentrum.”

“Ik weet wel, dat is een bekrompen visie, en er moet zeker beter worden samengewerkt tussen steden en provincies, maar zoiets neemt tijd in beslag.”

Er moet zeker beter worden samengewerkt tussen steden en provincies, maar zoiets neemt tijd in beslag

“Als je een interessante ‘smart cities’-applicatie voor burgers wil ontwikkelen, dan moet je toch minstens zorgen voor een zekere coördinatie tussen de verschillende steden. Het heeft geen zin dat Luik en Charleroi twee keer hetzelfde doen.”

“Het eerste wat we dus moeten doen is personen uit de verschillende ecosystemen bij elkaar brengen, zodat ze elkaar leren kennen, en zodat ze kunnen bekijken welke toegevoegde waarde ze kunnen halen uit een eventuele samenwerking. Sommigen staan daar al meer voor open dan anderen (lacht).”

“We willen ook het merk Digital Wallonia pushen, een beetje à la French Tech, en het idee is om financiële incentives te geven aan best practice-projecten die aan enkele welbepaalde parameters tegemoet komen. We willen daar duidelijk het regionale laten primeren op het lokale.”

Is het wel aan de overheid om het digitaal ondernemerschap in een regio te pushen?

Hucq: “Nogmaals: werk en de economische ontwikkeling van een gewest laten zich niet decreteren, maar je kan het de politici niet verwijten dat ze maatregelen nemen om een gunstiger digitaal klimaat te creëren.”

“Het doel van het Plan Numérique is zeker niet om met subsidies te gaan strooien, integendeel zelfs, we gaan de hulpmechanismen van de overheid moderniseren. We willen er voor zorgen dat er geen bedrijven meer gecreëerd worden die te afhankelijk zijn van staatssteun. In het verleden gebeurde dat regelmatig, maar dat is niet gezond.”

“Nieuwe subsidies zullen dus veel meer resultaatgericht zijn. Voor we bedrijven verder helpen, zullen ze moeten aantonen dat ze gezond zijn en dat ze zelf ook al iets gepresteerd hebben.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content