Hoe het intellectuele eigendom van uw start-up beschermen? Enkele tips van het BAO.
Het internet vormt een serieuze bedreiging voor uw intellectuele eigendom. Hoe kunnen start-ups hun software auteursrechtelijk beschermen? Philippe Laurent, advocaat aan de Brusselse balie en expert voor de ‘Software in Brussels’-cluster, geeft een woordje uitleg.
Het internet vormt een serieuze bedreiging voor uw intellectuele eigendom. Hoe kunnen start-ups hun software auteursrechtelijk beschermen? Philippe Laurent, advocaat aan de Brusselse balie en expert voor de ‘Software in Brussels’-cluster, geeft een woordje uitleg.
1. Welke kosten moet je maken, en welke formaliteiten moet je vervullen om een stukje software auteursrechtelijk te beschermen?
In tegenstelling tot bij een octrooi is de auteursrechtelijke bescherming gratis, zonder dat er enige formaliteit vervuld moet worden. “Softwaretoepassingen en hun componenten zijn beschermd zodra ze vorm hebben gekregen en origineel zijn”, zegt Philippe Laurent, specialist in het beheer van intellectuele eigendom in de digitale omgeving.
“In de praktijk is het niet nodig om de software te registreren bij een instelling, er moet geen aanduiding staan op de software (bijvoorbeeld de vermelding van een auteursrecht of de naam van de auteur ervan). Als bewijs is het echter zeer nuttig om de namen van de auteurs te vermelden in de softwarecode en de datum waarop de software gecreëerd werd, of om melding te maken bij een externe vertrouwenspersonen zoals het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (i-depot).”
2. Wie bezit het auteursrecht op software?
Afhankelijk van de situatie en het beschermde element, is dat de auteur of zijn werkgever. De auteurs zijn de natuurlijke personen die de software gecreëerd hebben. Zij ontwerpen de architectuur, de structuur, de manier waarop de software is opgebouwd en opgesteld. De programmeur wordt over het algemeen beschouwd als de auteur, tenzij hij alleen maar specifieke programmeringinstructies heeft uitgevoerd.
“Wat software betreft bestaat er echter een vermoeden van overdracht aan de werkgever”, benadrukt Laurent. “Wanneer een auteur de software heeft uitgewerkt in het kader van een arbeidsovereenkomst, is de werkgever dus de eigenaar van de auteursrechten op de toepassing, tenzij dat anders werd bepaald. Zonder de toestemming van zijn werkgever heeft de werknemer, ook al is hij de auteur van de software, dus geen recht om de code te gebruiken”.
Er moet een belangrijke nuance moet worden aangebracht met betrekking tot de visuele aspecten, zoals de grafische interfaces van de software. Als gevolg van een recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie (EHvJ) “moeten deze visuele aspecten niet beschouwd worden als het voorwerp van het vermoeden”, klinkt het nog.
3. Wat wordt auteursrechtelijk beschermd in een softwaretoepassing?
De auteursrechtelijke bescherming geldt niet voor de ‘uitdrukkingsvorm’ van een computerprogramma. De ideeën en functies van een softwaretoepassing, waaronder diegene die aan de basis liggen van de interfaces ervan, zijn niet beschermd.
“Een computerprogramma is beschermd als het ‘origineel’ is, in die zin dat het de intellectuele creatie is van de auteur ervan “, aldus Laurent. “In de praktijk betekent dit dat het auteursrecht beschermt tegen plagiaat. Het verbiedt een wezenlijke kopie van de broncode of objectcode. Maar het beschermt niet tegen een concurrent die zich zou laten inspireren door de functies van de software om zijn eigen programma te ontwikkelen”.
Er bestaat dus een duidelijk onderscheid tussen enerzijds de ideeën en de principes die aan de basis liggen van een computerprogramma, en anderzijds de ‘uitdrukking’ of de ‘creatie’ ervan door de auteur. Bovendien is de bescherming beperkt om de interoperabiliteit tussen verschillende softwareprogramma’s te bevorderen.
4. Auteursrecht of octrooi, wat is de beste bescherming voor een start-up?
Voor start-ups is de wetgeving inzake het auteursrecht de belangrijkste bron van bescherming. Het is gratis en voor iedereen toegankelijk en heeft de groei van de software-industrie bevorderd. Octrooien worden door kleine bedrijven beschouwd als een complex, duur en moeilijk te implementeren beschermmiddel. Daardoor is het dus minder nuttig dan het auteursrecht of informele beschermingsmiddelen.
De ‘octrooieerbaarheid’ van software is ook het onderwerp van veel kritiek en leidde tot een groot debat tussen de grote bedrijven en KMO’s en open source ontwikkelaars. “Een octrooi verkrijgen is duur en delicaat, en het is een weg vol obstakels”, besluit de advocaat.
“Daarom worden ze eerder gebruikt door multinationals. Maar als je een maximale bescherming wil genieten, die zo ver reikt dat je het monopolie behoudt over de functies van de software, dan is een octrooi de beste manier om dit te doen”. In Europa zien we nu wel een groeiend (maar nog steeds beperkt) aantal onafhankelijke softwareontwikkelaars die octrooien gebruiken om kapitaal te mobiliseren of licenties te verlenen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier