INTERVIEW: “De Belgische tech-initiatieven zijn te versnipperd”
Hij mag giganten als HP en Thomson-Reuters tot zijn vaste klanten rekenen, en de PDF-software die hij ontwierp wordt gebruikt door bedrijven als Google, Adobe, Belgacom en De Post. Toch kan Bruno Lowagie vooralsnog op weinig erkenning rekenen in ons land, en wordt hij geconfronteerd met een wetgevend kader dat eerder belemmerend werkt dan stimulerend. “Toch blijf ik hier”, oppert de Gentenaar. “Dat is misschien niet de slimste strategie, maar ik wil aantonen dat je ook vanuit België succesvol kan zijn.”
Hij mag giganten als HP en Thomson-Reuters tot zijn vaste klanten rekenen, en de PDF-software die hij ontwierp wordt gebruikt door bedrijven als Google, Adobe, Belgacom en De Post. Toch kan Bruno Lowagie vooralsnog op weinig erkenning rekenen in ons land, en wordt hij geconfronteerd met een wetgevend kader dat eerder belemmerend werkt dan stimulerend. “Toch blijf ik hier”, oppert de Gentenaar. “Dat is misschien niet de slimste strategie, maar ik wil aantonen dat je ook vanuit België succesvol kan zijn.”
Bruno Lowagie is de man achter iText, een open source PDF-motor waar documenten mee kunnen aangemaakt en aangepast worden. Als je vandaag online treintickets kan bestellen of je factuur van Belgacom online kan opvragen, dan is dat deels dankzij de software die de Gentse ontwikkelaar ruim tien jaar geleden schreef.
Toen het er halfweg het decennium meer en meer op begon te lijken dat een rist bedrijven iText commercieel wilde gaan uitbuiten, besloot Lowagie in te gaan op een aanbod van Manning om een boek te schrijven over zijn geesteskind. “In 2008 heb ik dan 1T3XT opgericht”, vertelt de ontwikkelaar wanneer we hem opzoeken in Sint-Amandsberg. “Er waren van meet af aan al bedrijven die een licentie wilden kopen, de vooruitzichten waren dus goed, maar toen kreeg onze zoon plots kanker en verschoven de prioriteiten.”
Het was de Amerikaanse journalist/ontwikkelaar Andrew Binstock die de Oost-Vlaamse familie uit de nood hielp door de ‘iText Software Corporation’ op te richten in de VS. “We gebruikten toen salesmensen die op commissie werkten”, glimlacht Lowagie. “Die salesmensen waren eigenlijk onze eerste investeerders, want als zij niets verkochten, moesten wij niets betalen.”
In 2009 kon de iText Software Corp. een omzet van 300.000 dollar optekenen. In 2010 was dat al 700.000 dollar. “Zo is er dus een geldstroom naar België ontstaan”, klinkt het nog. “Vorig jaar hebben we dan de iText Software bvba in België opgericht, en nu werven we volop personeel aan om ons product verder te ontwikkelen.”
Bruno Lowagie is één van die Belgen die er bewust voor gekozen heeft om zijn business verder uit te bouwen vanuit ons land. “Er zijn verschillende redenen”, gaat de man verder. “Er zijn heel wat nadelen verbonden aan het Amerikaanse systeem, toch? Neem nu de gezondheidszorg. Als ik dezelfde problemen had gehad met mijn zoon in Silicon Valley, dan waren we financieel ten onder gegaan.”
“En als je van San Francisco naar San José rijdt, kom je overal dezelfde winkels en dezelfde hamburgerrestaurants tegen. Die uniformiteit is echt verstikkend. Bij ons in Europa zijn identiteit en originaliteit nog belangrijk. Ik kan niet goed aarden in de VS. Mijn toekomst ligt hier, in Gent.”
Desalniettemin plaatst u heel wat kanttekeningen bij het respect dat u geniet in België.
Bruno Lowagie: “Jazeker. In de VS respecteert men je voor wat je kan. In België respecteert men je voor wie je kent. Zo ervaar ik het toch in elk geval. Geïntroduceerd worden in een groot technologiebedrijf in Silicon Valley is kinderspel. Maar in België, waar onze software gebruikt wordt door grote spelers zoals Belgacom en Certipost -vaak zonder dat daar voor betaald wordt- worden mijn verzuchtingen om eens rond te tafel te gaan zitten koudweg genegeerd.”
“Ik weet wel, iText is jarenlang gratis software geweest. Maar intussen hebben we onze licentie verfijnd, en proberen we onze gebruikers te overtuigen om klant te worden, of partner. In Amerika lukt dat wonderwel. HP en Thomson-Reuters zijn vaste klanten, en bij Google en Adobe bekijken we waar er samengewerkt kan worden. Het idee is eenvoudig hoor: bedrijven die iText gebruiken, hebben er alle baat bij dat ons product blijft bestaan, en dat het verder ontwikkeld wordt. Daarom zien ze er geen graten in om een licentie te kopen, of om een partnership af te sluiten.”
“In Europa is dat veel moeilijker. Hier heb je meer overtuigingskracht nodig. Heel wat integratoren weigeren om voor iText in de buidel te tasten. Moeten we dan procederen? Moeten we iemand dwingen om klant te worden? Neen. Het enige dat we kunnen doen is bedrijven duidelijk maken dat we willen samenwerken. Dat we willen evolueren naar een ecosysteem waarin we onze partners kunnen bevoordelen.”
Over welke soort partnerships heeft u het nu?
Lowagie: “Een mooi voorbeeld is het Scandinavische BookBoon, het bedrijf dat gratis e-books verspreid. Dat bedrijf verdient geld door reclame in die e-books te plaatsen, en voor die reclame gebruiken ze iText. Dat bedrijf had geen licentie, maar we zijn tot een vergelijk gekomen. In ruil voor het gebruik van iText staat er nu in elk e-book reclame voor onze software. Daar worden alle partijen beter van, toch?”
Zijn er nog nadelen verbonden aan het leiden van een bedrijf vanuit België?
Lowagie: “Om te netwerken is het handig als je vanuit San Francisco opereert, dat besef ik wel. Ik heb lang geprobeerd om Google te contacteren, en de enige die mij antwoordde was java-bedenker James Gosling, omdat hij ooit een blogstukje over mijn boek had geschreven. Maar intussen zijn we in de Valley geweest, en hebben we de developer relations-verantwoordelijke van Google in levende lijve ontmoet.”
“Met als gevolg dat hij tijdens een recent event op ons afkwam me af met de woorden: ‘You’re the PDF-guy, aren’t you? And you had an issue with Google, right?’ Intussen heb ik een uitnodiging op zak om te gaan praten met hun ontwikkelaars. Het enige wat je moet doen is dààr zijn. Aanwezig zijn. In de Valley gebeurt de shifting.”
“Het grote probleem in België, is dat het merendeel van onze bedrijven dienstenbedrijven zijn, en geen productbedrijven. Terwijl we die laatste categorie zo hard nodig hebben. Maar zoals ons wetgevend kader vandaag in elkaar zit, gaan we er niet geraken.”
“Neem nu gewoon het verschil tussen open source en proprietary. Bedrijven die een patent hebben, krijgen 80 procent belastingvoordeel. Maar een open source bedrijf moet de volle pot betalen. Onze adviseurs zeggen: ga naar Luxemburg of naar Nederland. Maar ik wil graag aantonen dat je ook van hieruit een productbedrijf met succes kan draaiende houden. En dat het hoog tijd wordt om de regelgeving aan te passen.”
U heeft het geluk gehad een stuk software te hebben ontwikkeld waar veel vraag naar is.
Lowagie: “Inderdaad. En gelukkig heb ik mijn eerste bedrijf kunnen oprichten met de royalty’s van mijn boek. In de VS is het normaal dat je pas succes oogst na een tweede of derde poging, maar bij ons is de nasleep na een faling zo zwaar, dat het bijna gekkenwerk is om er nog aan te beginnen.”
“Wat ik ook even wil benadrukken, is dat ik eerst succesvol moest zijn in de VS, voor dat ik in België mijn ‘echte’ bedrijf kon oprichten. Dat zou toch anders moeten kunnen? In Silicon Valley vind je mensen die louter op commissie willen werken, maar in ons land mag ‘gratis werken’ niet.”
“De impulsiviteit die gestimuleerd wordt in Amerika, wordt bij ons gesmoord om misbruik te voorkomen. Natuurlijk, het geld voor de sociale zekerheid moet ergens vandaan komen, maar zou het niet veel gemakkelijker zijn met wat minder regels en wat minder achterpoortjes?”
De toegang tot subsidies in België en Europa is allicht één van de voordelen ten opzichte van de VS?
Lowagie: “Wie kreeg tot voor kort de meeste subsidies? De bedrijven die administratief personeel konden inhuren natuurlijk. Gelukkig is dat langzaamaan aan het veranderen. Instellingen zoals het FIT en het IBBT beginnen te luisteren naar onze verzuchtingen. Een iBOOT Camp is ook een vorm van subsidie, en dat geld is erg goed besteed.”
“iText Software kan nu kosteloos drie maanden gaan werken in het Plug & Play Tech Center in Silicon Valley. Ook dat is een vorm van subsidie waar we dankbaar gebruik van maken. Je zit daar samen met tientallen interessante start-ups, en de contacten die daaruit voortvloeien zijn van een onschatbare waarde. De mensen daar zijn ook heel open. Kunnen ze je niet meteen verder helpen, dan verwijzen ze wel door naar iemand anders. Dat zie je toch nog niet in België.”
Kunnen netwerkinitiatieven zoals Ghent Web Valley daar geen mouw passen?
Lowagie: “Ach. Er wordt gezegd dat Gent het Silicon Valley van België is. En als je naar Kortrijk gaat, zeggen ze ‘Kortrijk is the new Gent’. Please. Ghent Web Valley kan enkel lukken als je er Antwerpen, Leuven en Brussel bij betrekt. In Silicon Valley lopen 400.000 ingenieurs rond, waarvan ongeveer 20.000 ‘wantreprenuers’. Wat betekent één stad dan in godsnaam? Laten we alstublieft eens leren om samen te werken! De Belgische tech-initiatieven zijn veel te versnipperd.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier