Interview – Jonge Belg gooit hoge ogen in Silicon Valley
Het grootste informatienetwerk ter wereld bouwen. Dat is de ambitie van Xavier Damman. De jonge ondernemer wil meespelen met de grote jongens, en dat lijkt aardig te lukken. Onder meer Al Jazeera, The New York Times en zelfs het Witte Huis maken al gebruik van Storify, de onlinetool waarmee je Facebook- en Twitterberichten in een overzichtelijke verhaalvorm kan gieten. “Geluk overvalt je niet, dat dwing je af.”
Het grootste informatienetwerk ter wereld bouwen. Dat is de ambitie van Xavier Damman. De jonge ondernemer wil meespelen met de grote jongens, en dat lijkt aardig te lukken. Onder meer Al Jazeera, The New York Times en zelfs het Witte Huis maken al gebruik van Storify, de onlinetool waarmee je Facebook- en Twitterberichten in een overzichtelijke verhaalvorm kan gieten. “Geluk overvalt je niet, dat dwing je af.”
Xavier Damman (27) woont intussen al bijna drie jaar in San Francisco. Dat hij Nijvel liet voor wat het was, zal hij zich nog geen moment beklaagd hebben. “Als je iets wil betekenen in de internetindustrie dan moet je naar Silicon Valley verhuizen”, besefte de jongeman al snel. En dus stapte hij met zijn vriendin op het vliegtuig richting Westkust om een ideetje dat hij in Europa niet verkocht kreeg, verder uit te werken.
Dat ideetje was een internetplatform waarmee je Twitter-berichtjes in overzichtelijke vorm kon gieten voor hergebruik op andere websites. De dienst heette oorspronkelijk ‘Publitweet’, en werd opgepikt door Skynet en Le Soir tijdens de jongste verkiezingen. “Le Soir wilde de Twitter-reacties van de verkozenen publiceren op haar site”, aldus Damman, “en zo is de bal aan het rollen gegaan.”
De eerste maanden in de VS waren moeilijk, want Damman had geen netwerk om op terug te vallen. “Ik kende één persoon, een Franse ondernemer die enkele jaren eerder naar San Francisco verhuisd was. Hij had hulp gekregen toen hij hier nieuw was, en nu helpt hij op zijn beurt heel wat starters. In Silicon Valley wordt het principe van de ‘forward payback’ gehanteerd. Ondernemers die goed boeren zien er geen graten in om nieuwkomers verder te helpen. Ze gaan er immers van uit dat die jonkies hen ooit wel eens een wederdienst zullen bewijzen.”
Het duurde zes maanden voor de sympathieke Waal de plaatselijke San Francisco Chronicle kon overtuigen om zijn product te gebruiken. “Toen de krant eindelijk besefte dat ze iets met Twitter wilde doen, herinnerde ze zich dat ik hen zat te stalken (lacht).”
Niet lang daarna leerde Damman zijn huidige zakenpartner Burt Herman kennen, een voormalige journalist voor The Associated Press. “Met hem mee aan boord kon ik meer de rol van cto opnemen en me bezig houden met de verdere ontwikkeling van het platform”, klinkt het nog.
“Dat was nodig, want al snel toonden andere nieuwsorganisaties interesse, en met hen kwam de vraag om ook andere diensten en bronnen dan Twitter te kunnen inkleden. Zo is Storify ontstaan. Vanaf dan is het snel gegaan, de LA Times is ons plaftorm gaan gebruiken, net als The Seattle Times. Storify is helemaal geëxplodeerd.”
Niet zo lang geleden won je met Storify de Knight Batten Award, een internationale prijs die innovatie in journalistiek beloont.
XavierDamman: “Dat is de kers op de taart, onze manier van verhalen vertellen wordt duidelijk geapprecieerd. Uiteindelijk bieden we een nieuw soort schrijfmachine aan, binnen het paradigma dat social media heet.”
“Al Jazeera heeft onze tool gebruikt om te vertellen wat er gebeurde in de straten van Caïro tijdens de Arabische lente, en reporters in Londen versloegen de vreselijke massamoord in Noorwegen met onze toepassing.”
“Alles wat er vandaag gebeurt op onze planeet, verneem je eerst op sociale media. Voor journalisten en bloggers is het dus belangrijk dat ze die media kunnen gebruiken om hun verhaal te vertellen. Storify helpt hen daarbij.”
Ben je zelf geïnteresseerd in journalistiek?
Damman: “De mediasector heeft mij altijd gefascineerd. In mijn tienerjaren heb ik met Tribal zelfs een magazine opgericht voor jongeren. Zo kregen ook zij eens de kans om hun verhalen gepubliceerd te zien. Om de twee maanden brachten we een gedrukt magazine uit, dat we gratis verdeelden in Wallonië.”
“Met Storify doen we in zekere zin hetzelfde. Er worden voortdurend interessante dingen gepost op Twitter en op Facebook, maar het probleem is dat die content vaak niet bij het grote publiek geraakt, of toch niet op de manier waarop dat zou moeten.”
“Journalisten worden in deze context ‘informatie-ingenieurs’, die berichtjes van mensen die hun ervaringen op sociale media posten, samenbrengen en overdragen naar geïnteresseerden die de informatie willen ontvangen.”
Een half jaar geleden haalde je 2 miljoen dollar op bij Kosla Ventures. Maar intussen heeft Storify nog steeds geen cent verdiend.
Damman: “In de beginfase is het product belangrijker dan het business model. Het idee dat je eerst moet investeren voor je de vruchten van je idee kan plukken, leeft ook echt in Amerika. Ik heb geprobeerd om in Brussel en Parijs geld op te halen, maar daar kon ik na de eerste vraag al opkrassen. Want die eerste vraag was wat mijn business model was (lacht).”
“We hebben wel enkele ideeën hoor, het is niet dat we nooit nadenken over een verdienmodel. Eén van de opties is om te werken met een ecosysteem. Verhalen maken op Storify zal altijd gratis zijn, zoals het altijd gratis zal zijn om een video te posten op YouTube. Maar daarnaast zouden we premium content kunnen aanbieden. Van nieuwsorganisaties, of van Getty Images, waarop gebruikers kunnen intekenen.”
“Als start-up kan je in de beginfase enkel de waarde tonen die je kan creëren. Hoe die waarde in goud moet worden omgezet, is vaak nog niet duidelijk. Ik kan vandaag toch niet voorspellen hoe groot de markt voor informatienetwerken à la Storify zal zijn straks? Net zoals de oprichters van YouTube, Twitter en Facebook dat niet wisten toe ze hun idee uitwerkten. Die bedrijven hadden in Europa nooit kunnen uitgroeien tot wat ze geworden zijn.”
Alle Belgen die een internetbedrijfje willen opstarten zijn gedoemd om te mislukken tenzij ze naar ‘het mekka van de hightech’ verkassen?
Damman: “Het hangt er van af wat je juist wil doen. Als je met een consumentenproduct de wereld wil veroveren, kom je best naar San Francisco. Wil je enkel de b2b-markt bespelen, dan kan dat ook vanuit België. In de b2b-markt is een sterk netwerk het allerbelangrijkste. En als vreemdeling zal je in de VS nooit een netwerk zoals in België kunnen uitbouwen.”
“Oudere generaties trokken vroeger van het platteland naar de steden om daar zaken te gaan doen. Hetzelfde zie je nu gebeuren, maar dan op wereldschaal. Wil je in de roboticasector aan de slag gaan, dan trek je naar Tokio. Wie in de aeronautica actief wil zijn, moet zich in Toulouse gaan vestigen. En als je potten wil breken in de internetsector, dan moet je naar Silicon Valley komen. Zo eenvoudig is dat.”
Het lijkt wel een fluitje van een cent. Maar heb je, naast een goed product, ook geen gezonde dosis geluk nodig?
Damman: “Geluk overvalt je niet, dat dwing je af. Mensen die op hun gat blijven zitten, zullen nooit geluk hebben. Dat je een goed product nodig hebt, ligt voor de hand. Maar dankzij het internet kan je een goed product in de markt zetten zonder veel geld te moeten investeren.”
“De jongens van Instagram hebben een applicatie gebouwd die door miljoenen mensen gebruikt wordt, maar die bijna niets gekost heeft. Een internetbedrijfje starten is het equivalent geworden van een rockband oprichten. Nu de instrumenten zo goedkoop zijn, kan iedereen het doen.”
“Dat is zo mooi aan het genetwerkte tijdperk waarin we leven. Op het internet vind je al de informatie die je nodig hebt om een applicatie te bouwen. Spreek af met enkele vrienden, sluit je op in een kelder, en maak een interessant product. Geluk dwing je af.”
Intussen heb je Mark Zuckerberg ontmoet. Wat vertel je aan zo iemand?
Damman: “Ik vroeg hem hoe hij de wereld zou veranderen nu de helft van de planeet op Facebook zit. Hoe hij het leven van al die mensen op een positieve manier wilde beïnvloeden. Het antwoord stelde me erg teleur. Hij liet duidelijk verstaan niet geïnteresseerd te zijn in liefdadigheid, laat staan dat het hem zou kunnen schelen op welke manier Facebook gebruikt wordt. Mark Zuckerberg wil gewoon zo veel mogelijk mensen op zijn platform krijgen. Hij wil succesvol zijn, en al de rest is bijzaak.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier