Jonge ingenieurs laten start-ups links liggen

© Belga

Uit de jongste enquête van ie-net, de koepelvereniging van de Vlaamse ingenieurs, blijkt dat jonge ingenieurs eerder voor zekerheid kiezen en vooral willen werken in een ‘gevestigd’ bedrijf, zeg maar een grote naam.

De ‘Startbaanenquête’ werd door ie-net gevoerd in september 2013 bij ruim 1.700 bio-, burgerlijk en industrieel ingenieurs. Zo’n 256 enquêtes voldeden aan de kwaliteitscontrole en werden verwerkt in de resultaten.

Geen interesse, risico-avers en geen ideeën

Tachtig procent van de deelnemers aan de enquête geeft aan dat ze in de toekomst eerder wensen te werken in een ‘gevestigd’ bedrijf. Amper twee op de tien zouden in een start-up, een beginnend bedrijf aan de slag willen. Het antwoord op de vraag of jonge ingenieurs – binnen de vijf jaar – zelf een bedrijf willen oprichten, scoort ook laag. Slechts 23 procent zou dit overwegen.

Grootste struikelblok hierbij is dat jongeren niet gemotiveerd zijn, geen interesse hebben (23%), om zelf iets te beginnen of dat ze geen risico wensen te nemen (21%). En zestien procent stelt zwart op wit ‘geen ideeën’ te hebben.

Jongeren aanmoedigen om te ondernemen

“Er is werk aan de winkel”, zegt Hans Romaen, woordvoerder van ie-net. “Onze industrie heeft nood aan ondernemers, aan jonge, innovatieve bedrijven. De resultaten van de enquête geven echter aan dat pas afgestudeerde ingenieurs net het tegengestelde willen: ze gaan voor zekerheid die door hen automatisch gelinkt wordt aan grote spelers”.

Volgens Romaen dienen zowel onderwijs als overheid meer in te zetten op het grote aanbod van eigen innovatieve kmo’s die vaak niet de erkenning krijgen die ze verdienen en daardoor ook bij studenten minder bekend zijn.

“Meer dan ooit moet de Vlaamse regering dus jongeren aanmoedigen om te ondernemen”, stelt Romaen. In dat kader werkt de ingenieursvereniging samen met de Universiteit Gent, faculteit Ingenieurswetenschappen aan het project ‘Technopreneurship voor iedereen’.

Bedoeling is om de studenten ondernemender te maken door hen uit hun comfortzone te duwen en hen – tijdens hun opleiding al – te stimuleren eigen ideeën te ontwikkelen die meerwaarde creëren.

Twee derde wil naar het buitenland, een derde studeert verder

Bedrijven worden meer en meer internationale spelers. Deze internationalisering is een bijkomende uitdaging voor ingenieurs en vergt de nodige flexibiliteit – ook voor wat betreft werken in het buitenland. Uit de enquête blijkt dat 65 procent van de jonge ingenieurs in het buitenland wil gaan werken.

Zo’n 43 procent van de deelnemers is momenteel aan het werk; dertig procent doctoreert of studeert verder; zes procent heeft al een contract op zak, maar is nog niet aan het werk. Dertien procent was in augustus nog werkzoekend.

Dit heeft volgens ie-net ook te maken met het feit dat zelfs afstuderenden meer en meer hun eindexamens of masterthesis spreiden over de juni- en septemberzittijd.

Zoeken vanaf februari, contract in juni

De top drie van sectoren waar de jonge ingenieurs aan het werk zijn: (1) bouw/ingenieurs- en studiebureaus (20%), (2) chemie/farma/biotechniek (17%), en (3) consulting (15%).

Het gemiddeld brutoloon van een startend burgerlijk of bio-ingenieur in de privésector bedraagt tegenwoordig 2.600 euro, voor een industrieel ingenieur is dat 2.400 euro. Vijftig procent van de ondervraagde ingenieurs begon in februari 2013 te zoeken naar een job, vijftig procent had in juni een contract op zak.

En mocht u eraan twijfelen: 99 procent van de respondenten koos destijds voor ingenieursstudies omdat ze geïnteresseerd zijn in wetenschap & techniek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content