“Met geld alleen bouw je geen gezond start-up ecosysteem”
Tijdens een bezoek aan twee van Singapore’s belangrijkste start-up-hubs werd meteen duidelijk dat de scene nog in de kinderschoenen staat, én dat er toch wel wat gelijkenissen zijn met België.
Tijdens een bezoek aan twee van Singapore’s belangrijkste start-up-hubs werd meteen duidelijk dat de scene nog in de kinderschoenen staat, én dat er toch wel wat gelijkenissen zijn met België. Deze week ontdekt een tiental Belgische entrepreneurs de start-up scene in Singapore in het kader van een eerste Webmission naar Azië. Tijdens de eerste dag stond een bezoek aan de twee belangrijkste start-up hubs op het programma (The Hub en Block 71), en kwam de jonge Franse ondernemer Martin Pasquier vertellen over zijn ervaringen in de stadstaat.
Wat we onthouden hebben? Dat er nog heel wat werk aan de winkel is. Singapore mag dan wel dé tech hub zijn in Azië met een overheid die flink wat geld vrijmaakt om het ondernemerschap te stimuleren, het start-up ecosysteem is nog broos, en een bedrijf opstarten zit niet meteen in de genen van de plaatselijke bevolking, wel integendeel.
“Er wordt bijna verwacht van studenten dat ze voor de grote fabrieken gaan werken of dat ze in de financiële sector terechtkomen”, zegt ondernemer en blogger James Chan van de ‘innovation tribe’ en durfkapitalist Silicon Straits. “En met geld alleen kan je geen gezond start-up ecosysteem uitbouwen.”
“Bovendien werd er de voorbije jaren zoveel geoutsourcet dat iedereen project manager wilde worden in plaats van ontwikkelaar. Het gevolg is dat het nu enorm moeilijk is geworden om goede ontwikkelaars te vinden in Singapore. Daarom ook dat wij een beroep doen op een team in Vietnam.”
Martin Pasquier knikt. Hij heeft met Agence Tesla een bedrijfje uit de grond gestampt in Singapore dat Francofone ondernemers adviseert over hun sociale mediastrategie in Zuidoost Azië. “Ook in marketing en communicatie is het moeilijk om geschikte mensen te vinden, dat zijn geen strategische jobs hier. Te veel studenten belanden in finance en worden alles behalve aangemoedigd om initiatief te nemen. De markt is behoorlijk behoudsgezind wat dat betreft.”
Kirsty Furniss van The Hub (450 leden, 69 procent Singaporees, 31 procent expats, een van oorprong Brits initiatief) vindt het dan ook de hoogste tijd dat de markt opengetrokken wordt. “Juist omwille van die behoudsgezinde cultuur en die ingebakken schrik om te falen, zijn er hier nog heel wat mogelijkheden voor ondernemers. Denk maar aan online boodschappen. In Europa is dat al gemeengoed, hier staat dat nog in de kinderschoenen.”
Furniss stipt aan dat het vooral het gunstige fiscale klimaat is dat Singapore zo interessant maakt, en het feit dat de overheid er de laatste jaren alles aan doet om haar mensen wakker te schudden (er zijn wel dertig manier om subsidies te krijgen als ondernemer en zaaikapitaal op de kop tikken gaat behoorlijk vlot).
Maar omdat het aantal durfkapitalisten beperkt blijft en weinig ontwikkeld is, is het al veel moeilijker om een series A of een series B ronde te onderhandelen.
Eens het zaaikapitaal opgebruikt gooien heel wat talentvolle starters de handdoek in de ring om veiligere oorden op te zoeken, zoals de grote multinationals of de grote banken. In een peperdure stad als Singapore kan je immers niet té veel risico nemen als je niet in de goot wil belanden, en de plaatselijke bevolking kijkt nauwelijks buiten de landsgrenzen.
“Voor Europeanen is Singapore een interessante uitvalsbasis”, vult Pasquier aan, “maar de locals hebben niet onze reflex om naar de buurlanden te kijken vanuit marktperspectief. Het is alles Silicon Valley of China wat de klok slaat, de relaties met de buren zijn zelfs behoorlijk slecht.”
“Ons start-up ecosysteem moet nog volwassen worden”, besluit James Chan. “Dat kunnen we enkel als we zelf de handen uit de mouwen steken. We gaan de wereld niet veranderen, maar kunnen dat misschien wel met onze omgeving doen. Aziaten houden er niet van om te falen. Maar nu er steeds vaker mooie exits genoteerd worden begint het stilaan door te sijpelen dat falen ook zijn voordelen heeft, dat er uit geleerd kan worden. Heel wat mensen zijn het ook gewoon beu om voor de grote bedrijven te werken. Er is dus nog hoop (lacht).”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier