Praktijkboek maakt starters wegwijs in informaticarecht

Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Welke rechten heb ik als auteur van een stuk software? Hoe ga ik om met contracten? Wat is er specifiek aan overheidsopdrachten in ict? Mag ik software klonen? Het Praktijkboek Informaticarecht van advocaat-informaticus Ywein Van den Brande bundelt alle basics rond softwarerecht in een handige gids.

Welke rechten heb ik als auteur van een stuk software? Hoe ga ik om met contracten? Wat is er specifiek aan overheidsopdrachten in ict? Mag ik software klonen? Het Praktijkboek Informaticarecht van advocaat-informaticus Ywein Van den Brande bundelt alle basics rond softwarerecht in een handige gids.

“Het boekje richt zich tot starters, zaakvoerders van technologiebedrijven en geïnteresseerde ontwikkelaars die willen weten hoe de vork juist aan de steel zit”, vertelt Van den Brande. “Alle mensen die online of offline met software bezig zijn en de basis willen leren kennen, zonder al te veel juridisch vakjargon, komen in aanmerking.”

Ywein Van den Brande verdiende zijn sporen onder meer bij Peeters Advocaten en bij Schuermans & Schuermans voor hij in 2007 als stichtend vennoot het advocatenkantoor De Bandt mee op de kaart hielp zetten. “Dat bureau was en is een succes, maar zelf ben ik er in 2010 uitgestapt omdat ik me meer met start-ups wilde gaan bezig houden. En om enkele boekjes te schrijven. Straks volgen er nog gidsen over cloud-contracten en over internetrecht.”

Rond individuele eigendomsrechten en het beschermen van ideeën leven er volgens de advocaat de meeste vragen. “Er circuleren zoveel mythes die soms een heel klein beetje kloppen en soms helemaal niet, dat een gids die wat klaarheid schept eigenlijk onontbeerlijk is”, klinkt het. “Heel wat bedrijfjes en particulieren hebben daar duidelijk nood aan.”

Waar starters evenzeer nood aan hebben, is aan informatie over hoe ze zichzelf op een eenvoudige manier juridisch kunnen indekken, en hoe ze om moeten gaan met contracten. “Ondernemers springen daar soms erg onzorgvuldig mee om”, zegt Van den Brande. “Ze zijn zo blij dat ze een deal hebben kunnen afsluiten, dat ze de kleine lettertjes vergeten, met alle gevolgen van dien.”

“Soms loopt het al fout bij het ondertekenen van een NDA”, klinkt het. “Die dingen worden quasi blind getekend, maar je kan je daar behoorlijk vastrijden. Ik heb al NDA’s gezien waarin staat dat er niet meer mag worden verder gewerkt aan het product in kwestie, of waarin je moet beloven om nooit personeel van je partner te zullen afwerven.”

Willekeurig

Ons wettelijk systeem baseert zich nog steeds voor een groot stuk op wat er na de Franse revolutie is beslist. Hier en daar heeft men wat aangepast. Waardoor heel wat dingen vandaag de dag erg willekeurig lijken.

“Neem de overdracht van intellectuele rechten. Rechten op de creatie van interfaces bijvoorbeeld. Die zijn artistiek, en blijven altijd bij de auteur, ook wanneer hij een werknemer is. Maar als diezelfde auteur de software schrijft achter de interface, dan gaan die rechten automatisch naar de werkgever. Bouw je een database, dan is het wéér anders. Wanneer het gaat over een juridische databank, dan komen de rechten bij diegene die de investering heeft gedragen.”

“Verschillende softwaredelen vallen dus onder verschillende regimes. Voor heel wat starters is dat niet duidelijk. Het beste is om alles op voorhand contractueel te bepalen, om je algemene voorwaarden duidelijk af te bakenen. Maar wat zie je vaak gebeuren? Dat iemand geld ophaalt en enkele zelfstandige programmeurs voor hem laat werken. ‘Ik heb er voor betaald, dus het zal wel van mij zijn’, dat idee. Niets is minder waar. Opnieuw: ons systeem lijkt vaak een beetje willekeurig. Maar heel wat ongelukkige situaties kunnen gemakkelijk vermeden worden als je op voorhand duidelijke afspraken maakt.”

Overheid

In het praktijkboek wordt er ook een hoofdstuk geweid aan de overheid. “Mijn klanten rekenen de Belgische staat nog steeds tot de betere betalers. En in deze moeilijke economische omstandigheden zijn de overheidsopdrachten meer dan gegeerd. Toch zijn er enkele dingen waar je rekening mee moet houden.”

“Een klant had de betalingstermijn in zijn offerte van 60 naar 30 dagen gebracht, wat maakte dat zijn aanbod niet kon worden aanvaard door de overheidsdienst in kwestie. En eens een offerte is ingediend, kan je ze niet meer aanpassen. Zo zijn er een aantal zaken die je goed moet opvolgen. Moeilijk is het niet, maar het is echt wel nuttig om die regeltjes allemaal even door te nemen.”

Tenslotte gaat het nog over het verschil tussen personeel en zelfstandige werknemers. “In de softwaresector wordt daar nogal losjes mee omgegaan, soms wordt er zelfs op het randje van wat wettelijk is toegestaan gebalanceerd. De wet zegt dat je kan kiezen: ofwel ga je voor personeel, ofwel voor zelfstandigen. Maar je moet consequent zijn. En de spelregels naleven.”

“De meeste start-ups behandelen hun werknemers en hun zelfstandigen op exact dezelfde manier”, besluit Van den Brande. “Als buitenstaander heb je er meestal geen flauw idee van of je nu met een werknemer te maken hebt of met een onderaannemer. Vaak hebben die onderaannemers zelfs een kaartje van het bedrijf in kwestie. Dat kan dus niet. Je loopt het risico dat de sociale administratie gaat herkwalificeren en je gaat verplichten om sociale bijdragen te betalen. Dat is voor velen een bijzonder onaangename verrassing.”

Het Praktijkboek Informaticarecht kan aangekocht worden op de website van Ywein Van den Brande. http://www.crealaw.eu/ Lezers van Data News krijgen 30% korting (te vermelden bij de bestelling).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content