To VC or not to VC, that’s the question

Managing partner Frank Maene van Volta Ventures.

Vorige week heb ik 3 gesprekken gehad met start-ups die op zoek zijn naar durfkapitaal (‘venture capital’). Drie keer heb ik die jongens wandelen gestuurd. Niet omdat het geen interessante starters waren, maar omdat de oprichters beter af zijn zonder durfkapitaal. Met een vc werken kàn voordelig zijn, maar het is niet voor iedereen weggelegd. Sta me even toe om we wat te verduidelijken.

Vorige week heb ik 3 gesprekken gehad met start-ups die op zoek zijn naar durfkapitaal (‘venture capital’). Drie keer heb ik die jongens wandelen gestuurd. Niet omdat het geen interessante starters waren, maar omdat de oprichters beter af zijn zonder durfkapitaal. Met een vc werken kàn voordelig zijn, maar het is niet voor iedereen weggelegd. Sta me even toe om we wat te verduidelijken.

Met het geld dat durfkapitalisten investeren kunnen jonge bedrijven gedurende een bepaalde periode een aantal zaken versnellen, zonder paniekerig naar de bankuittreksels te moeten kijken. De extra centen laten toe om te investeren in bijkomende ontwikkelaars, en om aldus de concurrentie voor te blijven. Om te investeren in sales- en marketingtalent ook, en in programma’s die de omzet kunnen verhogen.

Bovendien zijn vc’s interessant omwille van hun jarenlange ervaring met verschillende bedrijven. Ze fungeren als klankbord en verstrekken advies. Ze dwingen je soms om een stap terug te zetten en om strategisch na te denken. Venture capitalists geven toegang tot hun uitgebreide netwerk van young potentials en andere talenten, partners, klanten, investeerders en exit-kandidaten. Goede durfkapitalisten steken letterlijk de handen uit de mouwen, en werken mee waar het kan.

Dé grote vraag is echter of je zo’n investeerder wil binnenhalen. Of je niet beter verder doet op je eentje. Want in zee gaan met een vc verandert veel. Wil ik dat wel? Zijn er niet voldoende andere manieren om cash binnen te halen? Misschien is er wel een eigen spaarpot waar je een tijdje mee verder kan, of kan je meeliften op het loon van je partner?

Voorts zijn er -zeker voor starters die bezig zijn met technische innovaties- heel wat subsidiemogelijkheden (heel soms ook bankleningen). Wat evengoed kan is om tijdelijk parttime consulting-opdrachten uit te voeren, bij voorkeur in het domein van je start-up.

En dan zijn er nog de FFF (friends, fools and family). Daar moet voorzichtig mee omgesprongen worden omdat het wel ‘gemakkelijk’ geld is, maar als de zaken niet lopen zoals verhoopt kan het zijn dat je FFF zich bekocht voelen en niets meer met je te maken willen hebben.

Meekijken

De ondernemers die het nadrukkelijkst focussen op groei, innovatie en op het voorblijven van de concurrentie, verwelkomen durfkapitaal in de meeste gevallen met open handen.

Maar over de jaren heen hebben we toch heel wat zakenlui gezien die nooit in zee hadden moeten gaan met een investeerder. Wat is er nu verkeerd aan om te werken in een bedrijf dat je jaarlijks 100 tot 200 duizend euro aan inkomsten oplevert? Waarom zou je daar nog een externe financier bij moeten halen?

Eerst en vooral verwacht een vc een snelle groei, vaak sneller dan waar jij je comfortabel bij voelt. Misschien voel je je wel beter in een bedrijf waar het team een leuk salaris opstrijkt, en waar er wat dividenden uitgekeerd kunnen worden. In een bedrijf dat voor minstens 10 tot 20 jaar lang een ‘veilige haven’ kan zijn voor de ondernemer in kwestie. Vc’s noemen dergelijke bedrijven een beetje denigrerend life style companies.

Daarnaast was jij de man/vrouw die de lijnen uitzette en dagelijks met de baby bezig was. Maar vanaf het moment dat een durfkapitalist instapt, komt er iemand over de schouder meekijken. Hij zal zelfs een zitje vragen binnen de Raad van Bestuur, die zeker in de beginfase maandelijks bij elkaar komt. Een rasondernemer verwelkomt die manier van werken, maar niet iedereen is gesteld op ‘pottenkijkers’. Het is ook een extra stakeholder om rekening mee te houden en om tijd in te stoppen, naast klanten, personeel en partners.

Net zoals een klant zijn geld pas geeft nadat er een contract is opgesteld met wederzijdse rechten en plichten, bestaat er ook zoiets als een ‘aandeelhoudersovereenkomst’. Daarin worden een aantal rechten en zelfs veto’s opgenomen voor de aandeelhouders. Die dingen zijn allemaal perfect te verantwoorden, maar op het eerste zicht komen ze wel eens speciaal tot zelfs lichtjes agressief over.

Tijd

Een dossier voorbereiden vergt ook veel tijd, terwijl de succesratio erg laag is. Van de laatste 1200 businessplannen die we hebben ontvangen, hebben we in 8 geïnvesteerd – dit is minder dan 1 op 100. We zijn natuurlijk niet de enige vc in België, maar studies wijzen uit dat van de 100 bedrijven die op zoek gaan naar durfkapitaal minder dan 2 procent er in slaagt om een venture capitalist aan boord te halen.

Wie geld wil ophalen, is gemiddeld 3 tot 6 maanden zo goed als fulltime bezig met het opstellen en verfijnen van zijn business plan. Met het geven van presentaties. Met vervolgmeetings. Met onderhandelingen over de voorwaarden, met de due diligence (een diepgaand onderzoek naar je financiële, juridische, technische, commerciële en personele situatie), én met het bepalen van de finale overeenkomst. Dat is tijd die je misschien niet kan missen. Dat zijn verloren maanden die je je misschien niet kan veroorloven.

Larry Page bij Google, Mark Zuckerberg van Facebook, Jeff Bezos bij Amazon.com en Michael Dell in het geval van Dell, zijn vele jaren nadat ze hun bedrijf hebben opgericht nog steeds de ceo. Dat zijn echter de uitzonderingen, want het gebeurt maar zelden dat de oprichter/ceo diezelfde positie nog lang behoudt na een investering. Dat is dan dikwijls de fout van de ‘ondankbare’ vc’s die zogezegd de waarde niet zien van de oprichter in kwestie, maar het is toch iets genuanceerder dan dat.

In de beginjaren wordt er ondernomen, en heeft men lak aan personeelsbeleid, organisatie, rapportering, planning en processen. Maar op een bepaald moment volstaat de wilde passie en de innovatiedrang van de ondernemer niet meer om het sterk gegroeide team, de eventuele internationale expansie en de grotere budgeten te managen. Dan is het tijd om een ervaren manager/ceo aan te trekken, waarbij de oprichter dikwijls opschuift richting cto/business development/strategie/voorzitter van de raad van bestuur.

Dikwijls moet de durfkapitalist aan de ceo vertellen wat hij zelf al wist. Al te vaak is hij niet meer dan een katalysator in dat proces, maar hij wordt er wel op aangekeken, zelfs als de wissel levensnoodzakelijk is in het belang van het bedrijf (en voor de zielenrust van de oprichter).

Een VC stapt in een bedrijf om er opnieuw uit te stappen. Voor trendy en boomende sectoren kan dat al na 2 jaar zijn, in andere bedrijfstakken duurt het soms 10 jaar. Durfkapitalisten moeten ooit het geld dat hen is toevertrouwd, terugbetalen aan hun eigen investeerders, en dan nog best met de nodige winst.

Vraag is dus of je er wel klaar voor bent om je baby te laten gaan. Voor velen is een start-up een levenswerk waar ze graag 20 jaar mee verder gaan.

Risico

Het gevaar inherent aan risicokapitaal is er niet alleen voor de investeerder, maar uiteraard ook voor de ondernemer. Een vc wil namelijk dat het opgehaalde geld ook effectief ‘aan het werk wordt gezet’ (extra personeel, marketingcampagnes, internationale expansie), waardoor de kosten sneller oplopen dan de omzet en waardoor het risico nog vergroot. Daar hou je best rekening mee als zakenman.

De (veelal Amerikaans georiënteerde) vc’s gaan trouwens liever voor een kleine kans op een return van 10, dan voor een grote kans op een return van 2. Als een fonds 1 miljoen investeert in een bedrijf en er 2 miljoen voor terug krijgt, dan betekent dat niet veel op een fonds van 30 miljoen. Maar wanneer de 1 miljoen 10 miljoen oplevert, dan begint het namelijk wel aan te tikken (en compenseert het grote bedrag ook een aantal verkeerd uitgedraaide investeringen).

Samengevat: heel wat bedrijven kunnen een mooi inkomen verschaffen voor hun oprichters en voor de werknemers, en verdienen alle respect dat ze dit kunnen realiseren zonder externe hulp. Er is ook niets mis met deze manier van werken, wel integendeel.

Maar als je een snelle groei ambieert, wanneer je de concurrentie wil verpletteren, of een groot en gereputeerd bedrijf wil worden, internationaal actief wil zijn en een grote exit ambieert, dan doe je er best aan om aan te kloppen bij een vc.

Frank Maene, Partner Hummingbird Ventures

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content