Leo Exter
Beleeft onze start-up scène zijn ‘jumping-the-shark’-moment?
Is de Belgische start-up scène over haar hoogtepunt heen?
‘Jumping the shark’ is een Amerikaanse uitdrukking die verwijst naar de onvermijdelijke neergang van een cultuurfenomeen (zoals een tv-serie of een vestimentaire trend), in de meeste gevallen in gang gezet door een welbepaalde gebeurtenis. De uitdrukking komt van… nou ja, maakt niet uit, Google het eens als je nieuwsgierig bent.
Waarom ik me deze vraag stel? Wel, er zijn toch een paar tekenen aan de wand.
Open Coffee Club is gestopt, om maar iets te noemen. Het Founder Institute heeft België zelfs verlaten na enkele seizoenen. BetaGroup draait op een lagere frequentie, ook al zorgt deze community wel voor een geografische spreiding van zijn liefde voor start-ups.
Na het aanvankelijke enthousiasme en de wildgroei aan initiatieven in de jaren 2009 tot 2011, kwamen er eigenlijk nog maar weinig nieuwe dingen bij. BizCamp en Startup Weekend maken intussen wel deel uit van het landschap, maar deze events vinden slechts sporadisch plaats.
De grote successtory’s van Belgische start-ups lijken ook stuk voor stuk uit de VS te komen. Denk maar aan Twitspark (nu SparkCentral), Storify , CheckThis/Frontback en heel wat anderen (misschien met uitzondering van WeePee).
Na de initiële opwinding rond de Startup Weekends en het fantastische verhaal van Scanadu (opnieuw, in de VS), zijn er vandaag nog maar weinig echte start-ups in ons land die de volgende stap in hun evolutie al konden zetten, en die een flinke groei laten optekenen (Data.be is een voorbeeld, Pictawall ook ).
Tegelijk is er ook sprake van een zekere industrialisering van de start-up-space in België. Naast oudere, gevestigde organisaties zoals SO Kwadraat (die zich toespitsen op universitaire spin-offs), zijn er nu meer dan honderd (!!!) organisaties die het start-up ondernemerschap ondersteunen, en die hun rekeningen laten betalen door lokale of regionale overheden, het bedrijfsleven, en meestal door allebei.
Hoe we dat weten? Onder meer omdat Pulse Foundation (een non-profit organisatie die werd opgericht door Bank Degroof met support van McKinsey) er een onderzoek aan geweid heeft, en vele tientallen dergelijke non-profits telde. Toen die organisatie een oproep rond financieringsvoorstellen deed, werden ze gecontacteerd door meer dan honderd organisaties uit heel België, waarvan ze het gros niet eens kende.
Niet zo lang geleden maakte ik zelf een lijstje met alle organisaties (openbare, private en alles daartussen) in de stad Gent die ‘ondersteuning van het ondernemerschap’ ergens op hun agenda hebben staan en geïnteresseerd zijn in technologische start-ups. Ik kwam enkel voor die stad al uit op 14.
De overkoepelende organisatie Startups.be is afgetrapt met het uitdrukkelijke doel om starters door het doolhof van beschikbare ondersteuningen te leiden. Momenteel zijn er ongeveer 60 betalende leden. Dichter bij een sectorvereniging is de ‘start-up ondersteunende industrie’ nooit gekomen.
En nu wil het toeval dat ik vorige week, op de iMinds-conferentie, zowaar nog een gloednieuwe organisatie tegen kwam, het Vlaams Acceleratie Platform (VAP), vers gefinancierd door de Vlaamse overheid, die ietwat oudere start-ups wil ondersteunen door verdere coaching- en consultancydiensten voor de oprichters te financieren.
Begrijp me niet verkeerd. Al deze organisaties leveren een prima strijd, ze vergemakkelijken het leven van heel wat startende ondernemers. Maar het feit dat we (bijna) meer organisaties hebben die start-ups helpen dan start-ups zelf… moet ons toch aan het denken zetten.
Dit gezegd zijnde, is het niet al kommer en kwel. Er zijn zeker positieve ontwikkelingen merkbaar. Een ietwat rijpere generatie van starters komt immers langzaamaan tot volle ontwikkeling.
Sommige start-ups die vier tot zes jaar geleden opgericht werden, beginnen echt wel goed te draaien. De inkomsten van Knowledge Plaza worden vandaag geraamd op € 2,000,000 – en onlangs nam dat bedrijfje zelfs een sectorgenoot over voor € 500,000.
Start-ups die twee tot drie jaar geleden werden opgericht, schakelen stilaan naar een hogere versnelling.
Engagor richtte een kantoor op in San Francisco, en hier in Brussel bracht Djengo Djump.in voort. CleverPhone en Bubobox kregen financiering van Internet Attitude, en doen het lang niet slecht, idem dito voor CVTrust.
HelloMyDear vertelt na een succesvolle pivot nu ook bedrijfsverhalen en wint aan kracht met een gecombineerd dienst/online-aanbod. Apprentus heeft een boeiend aanbod opgebouwd in Brussel, en begint geografisch uit te breiden.
Prezly zet zijn tanden in de Britse markt, en ik verwacht dat deze kerels binnenkort flink voet aan de grond gaan krijgen buiten België.
Geloof het of niet: er stroomt ook vers startkapitaal binnen.
Al heel wat jaren zijn er maar weinig mensen en organisaties die actief investeren in technologische start-ups in ons land. Je hebt Emerge, Internet Attitude en Hummingbird Ventures – en eigenlijk is het dat zo wat.
Maar nu komt er precies toch schot in de zaak.
Ondernemers die enkele jaren geleden met succes een bedrijfje hebben opgericht, beginnen hun geld nu ook in andere dingen dan hun mentor-vaardigheden te steken.
In januari wordt er zelfs een nieuw startersfonds voor zaaikapitaal gelanceerd door een groepje Belgische ondernemers onder de naam ‘The Lean Fund’. Veel details zijn nog niet, maar je kan nu al intekenen voor het nieuws op The Lean Fund.
Later in 2014 komt er nog een ander startersfonds bij – ook hierover zijn er nog geen details bekend, maar het zal waarschijnlijk streven naar investeringen van € 200.000 tot € 1 miljoen.
Voorts merken we een toegenomen activiteit bij de fondsen die gekoppeld zijn aan de overheid. Met name LRM schenkt meer aandacht aan technologische en web-start-ups.
Tot slot beginnen particuliere bedrijven zelfs hun eigen incubatorprogramma’s op poten te zetten. Denk maar aan Think With People , dat onlangs werd gelanceerd door Cronos. De kans is groot dat er nog meer bedrijven zullen toetreden tot dit selecte clubje van incubatoreigenaars.
Misschien moeten we dus toch niet spreken van een ‘jumping-of-the-shark’-fenomeen in België, maar eerder van een transformatie.
Met andere woorden: de startersscène ziet er misschien anders uit dan een tijdje geleden, maar dat wil nog niet zeggen dat ze op sterven na dood is. Er gebeuren nog wel degelijk wel interessante dingen.
Het grootste probleem is en blijft het te kleine aantal actieve nieuwe starters. Het aantal nieuwkomers groeit echt wel te traag.
Er duiken wel coole nieuwe projecten op – met de veelbelovende markt voor de uitwisseling van handelsvorderingen Edebex en de leuke online detailhandelaar ManBox als mijn persoonlijke favorieten – maar een stormloop kan je het niet noemen. Er is dan ook geen sprake van honderden – of zelfs geen tientallen – nieuwe start-ups in 2013 die het waard zijn om over te schrijven.
En hier, waarde lezer, begint het verhaal voor U. Zonder jou is het allemaal voor niets.
Als jij de sprong niet waagt, als jij niet snel van start gaat met jouw bedrijfje, blijft de scène wat ze is vandaag: een glas vol haaien dat nauwelijks halfvol geraakt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier