Belgacom legde op 19 juli een klacht neer tegen onbekenden voor het hacken van zijn systeem, vermoedelijk het werk van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA. Volgens CD&V was CEO Didier Bellens echter al langer op de hoogte van de cyberspionage. Belgacom ontkent dit nu.
Op 2 mei 2013 heeft Roel Deseyn van CD&V een parlementaire vraag gesteld aan minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille. Dit betrof de beveiliging van computergegevens bij Belgacom. “Op 10 juli kreeg ik een antwoord op die vraag”, zegt Deseyn in het journaal op Eén. “De minister bevestigde dat er geen sprake was van inbreuk op of diefstal van gegevens bij Belgacom.”
Belgacom merkte wel al een jaar geleden dat zijn servers onstabiel waren, en riep toen de hulp van Microsoft in. Volgens de softwarereus was er echter niets mis met het besturingssysteem. In juni van dit jaar werd dan de hulp van een Nederlands IT-bedrijf ingeroepen. Deze firma detecteerde het virus en verwijderde het uit de computers.
“Belgacom wist al maandenlang dat er een probleem was, en mogelijk ook dat er sprake was van cyberspionage. Bellens heeft de minister dus voorgelogen”, zegt Roel Deseyn.
Belgacom ontkent deze beschuldigingen. “Op die parlementaire vraag werd geantwoord op 10 mei”, beweert woordvoerder Jan Margot, die ook zegt dat deze vraag iets totaal anders betrof, in het VRT-journaal. “Als dit antwoord pas op 10 juli gepubliceerd werd, is dat niet de fout van Belgacom.”
De insinuaties dat Didier Bellens informatie heeft achtergehouden, worden ook ontkend door Margot: “De eerste sporen van hacking zijn eind juni opgedoken. Op dat moment werd er een externe firma bijgehaald en bleek het om een digitale inbraak te gaan. De zaak is op 16 juli voorgesteld aan het directiecomité van Belgacom. Dan heeft onze ceo er pas kennis van gekregen. Drie dagen later is er een klacht neergelegd bij het parket.”
