België loopt voorop bij het invoeren van ‘voorspellend onderhoud’. Dat moet blijken uit een studie van PwC en Mainnovation.
De studie ging op zoek naar het gebruik van ‘predictive maintenance 4.0’, het gebruiken van sensoren en data analyse om op voorhand te gaan voorspellen wanneer een stuk of toestel dreigt uit te vallen. “Je gaat dus niet wachten tot iets breekt,” zegt Matthias Reyntjens, partner bij PwC. “Je kan een onderhoud inplannen op een moment dat het jou beter uitkomt.”
De studie werd uitgevoerd bij 280 bedrijven in Nederland, België en Duitsland. Onderzoekers vroegen de (veelal industriële) bedrijven onder meer op welke manier ze al in hun onderhoud voorzagen. In totaal zegt 11 procent al aan predictief onderhoud te doen door gebruik te maken van Big Data analytics, waarbij instrumenten constant gemonitord worden en algoritmes proberen te voorspellen wanneer ze een onderhoud nodig hebben. Een iets grotere groep, 22 procent, houdt het op real time monitoring, waarbij sensoren een alarm doen afgaan als het instrument op breken staat. De grootste groep van de ondervraagden, 36 procent, hield het bij de klassieke periodieke inspecties.
“De bedrijven die al aan predictief onderhoud doen, zitten vooal in industrieën waar er veel gelijkaardige installaties zijn. Veel machines van hetzelfde type, of vele kilometers leiding of spoor, bijvoorbeeld,” zegt Peter Decaigny van Mainnovation. De spoorsector, met zijn brede infrastructuur en kilometers aan materiaal, is dan ook een van de koplopers. In België staat Infrabel, de beheerder van het spoornetwerk, bijvoorbeeld al ver met het monitoren en analyseren van de sporen, leidingen, en de verschillende wissels en seinen.
Opvallend resultaat in de studie: “Het ‘predictive maintenance 4.0’ verhaal is in Belgie populairder dan in Nederland en Duitsland,” aldus Descaigny. Waar in België 23 procent van de 78 ondervraagde bedrijven al met het ver gevorderde predictieve onderhoud bezig is, ligt dat in Nederland bij 6 procent (van de 100 ondervraagde bedrijven) en in Duitsland op 2 procent (102 bedrijven).
Belangrijkste doel van de technologie is voornamelijk ‘uptime verbeteren’. Dat is zo voor 47 procent van de ondervraagden die met de technologie bezig zijn. Daarnaast is er ook kostenreductie voor 17 procent en, voor 16 procent, de levensloop van de bestaande toestellen verlengen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier