Philippe Tailleur
België moet ook zijn technologische achterstand op finance-vlak inhalen
Belgische boekhouders uitten enkele weken geleden hun bezorgdheid over mogelijke besmetting met het coronavirus. Tegelijkertijd heeft België de deadline voor de btw-aangiftes verlengd. ‘Het legt de beperkingen van de papieren administratie bloot’, vindt Philippe Tailleur, topman van het Belgische Horus Software. Volgens hem kampt ons land met een technologische achterstand op het vlak van administratiebeheer en financiële opvolging van bedrijven.
Door de deadline voor btw-aangiftes op te schuiven naar 7 mei gaf de overheid bedrijven en hun boekhouders de tijd om zich aan te passen aan het samenwerken op afstand. Maar tegelijk legt het initiatief, samen met de huidige bezorgdheid van de boekhouders, de beperkingen van de papieren administratie bloot. De gevolgen van de economische crisis zouden daardoor weleens zwaarder kunnen uitvallen dan verwacht.
In ons land vertegenwoordigen de fiscale inkomsten 44 procent van het BBP en is de btw goed voor 15 procent van de inkomsten van de staat. Hoewel de btw voor het leeuwendeel van deze inkomsten zorgt, wordt ze niet altijd op de meest moderne manier georganiseerd. De btw-aangifte werd in 1954 ingevoerd en de wet die de bedrijfsboekhouding regelt dateert van 1975. Maar de wereld is sindsdien sterk geëvolueerd. Bedrijven hebben toegang tot technologische middelen die hen realtime een overzicht geven van hun financiële gezondheid. De fiscus zou daarvan gebruik kunnen maken om ook de facturatiebedragen en andere gegevens realtime te bekomen.
Waar wacht onze fiscus op om de drijvende kracht achter zijn economie het leven te vergemakkelijken?
Andere landen staan op dat vlak voor op ons. Spanje bijvoorbeeld duwt zijn bedrijven al jaren richting digitalisering. Een groot deel hiervan moet zijn facturatie digitaal doorsturen, en dat vier werkdagen na het versturen of ontvangen van de facturen. Dat systeem geeft Spanje een goed inzicht in zijn belastingen en is een sterk wapen in de strijd tegen fraude.
De OESO lanceerde in 2005 SAF-T, een standaard die het delen van elektronische gegevens tussen bedrijven en fiscale overheden vergemakkelijkt. Frankrijk, Luxemburg, Portugal, Noorwegen en vele andere landen hebben deze stap al gezet, dus waar wacht België op om de drijvende kracht achter zijn economie het leven te vergemakkelijken?
In ons land krijgen boekhouders en accountancykantoren nog schoendozen vol facturen, restaurantbonnetjes en andere bewijsstukken te verwerken. De huidige situatie bemoeilijkt dat, want het is nu quasi onmogelijk om die fysieke documenten allemaal op tijd ter plaatse te krijgen. Deze manier van werken zet dus een rem op de administratieve keten en verhindert organisaties om een realtime zicht te krijgen op hun financiële gezondheid. Velen onder hen beseffen daardoor nog niet voldoende welke impact deze crisis op hen heeft, en dat kan enorme economische en sociale spanningen veroorzaken.
Deze crisis is tegelijk de ideale gelegenheid om één en ander grondig in vraag te stellen. Hoe kan de Belgische staat zijn digitaliseringsproces versnellen en onze bedrijven meetrekken in zijn kielzog? En hoe kunnen ondernemingen hun competitiviteit versterken, makkelijker het vertrouwen van banken winnen en zo hun toekomstige financiering veiligstellen? De papieren mentaliteit overboord gooien, is de enige manier om ons maximaal te wapenen tegen het soort crisis dat we vandaag meemaken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier