Interview Pierre Hotyat (Net Brussel): ‘Digitalisering is fundamenteel voor de dienstverlening’
Pierre Hotyat viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum als hoofd IT bij Net Brussel. Tijd voor een gesprek over digitalisering, en de cloud.
Hoe heeft uw IT-departement zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
Pierre Hotyat: Toen ik in december 1999 het roer overnam als hoofd IT, bestond de IT-apparatuur uit ongeveer dertig pc’s en een mailserver. In die tijd was er helemaal niets gepland voor de millenniumbug van het jaar 2000, wat nogal onvoorstelbaar is. Gelukkig was het risico extreem laag gezien de omvang van de infrastructuur en is alles probleemloos verlopen.
In de loop der jaren is het agentschap sterk gegroeid tot 780 gebruikers, met ongeveer 140 servers in de cloud en zo’n tien op locatie. Ik denk overigens dat we een van de eerste organisaties in Brussel waren die volledig migreerden naar de cloud. Op dat moment hadden twee datacenters met apparatuur die aan het eind van zijn levensduur was en vervangen moest worden. Uit een onderzoek bleek dat de cloud een besparing van 1 miljoen euro over een periode van 3 jaar zou opleveren.
Wat zijn de meer recente IT-projecten?
Hotyat: We hebben Microsoft 365 geïmplementeerd, inclusief Teams voor telefonie. Door deze keuze konden we tijdens de covid-pandemie telewerken eenvoudiger introduceren. Tijdens die periode hebben we ook de migratie naar de cloud voortgezet, met name het bestandssysteem naar SharePoint en opslag in de cloud.
Eind vorig jaar hebben we dan de eerste Microsoft Copilot-licenties in gebruik genomen, waarmee we de productiviteit, samenwerking en creativiteit kunnen verbeteren op basis van AI.Tegelijkertijd wordt de Terminal Server-technologie geleidelijk vervangen door Azure Virtual Desktop, waarmee gebruikers overal en volkomen veilig toegang hebben tot hun desktop en hun applicaties. We hebben ongeveer 300 robuuste Android-tablets voorzien, in eerste instantie voor de ploegbazen. Later willen we dat aantal uitbreiden naar andere soorten teams. Het Agentschap is momenteel aanwezig op 20 locaties, waaronder 3 dochterondernemingen, en dit jaar komen we naar twee extra locaties, door het nieuwe Buda-terrein en het nieuwe Recypark in Anderlecht. Op enkele uitzonderingen na zijn we nu 100% cloudgebaseerd, in onze datacenters in Amsterdam en Dublin gebruiken we Azure voor disaster recovery.
Welke projecten werkt u dit jaar nog af?
Hotyat: We zijn onze bestaande tools aan het aanpassen aan de hervorming van de inzameling in 2023. Daarnaast hebben we vooral de digitalisering van de glasbollen en sorteerstraten aangepakt. Dit project is gebaseerd op Dynamics 365 en op sensoren in de boven- en ondergrondse glasbollen en in de containers van de sorteerstraten. De inzamelingsstroom van de bollen wordt geoptimaliseerd door rekening te houden met parameters zoals toegankelijkheid, soorten glasbollen, vulpercentage en wegverkeer. De reparatie- en reinigingsstromen werken op dezelfde manier. De teams gebruiken tablets met een mobiele app. De berekening van de ROI voor dit project geeft een positief rendement over 24 tot 36 maanden.
‘Ja, het is moeilijk om IT-ers te vinden. Maar dat probleem geldt ook voor andere beroepen’
Het andere grote ontwikkelingsproject dat bijna afgerond is, is New AlloPro, de software voor het beheer van verzoeken van burgers. AlloProNet v2 is een volledig responsieve webinterface die kan gebruikt worden op smartphone, tablet, pc, enzovoort. Toegang tot de back-end zal verlopen via een webinterface voor stakeholders, waaronder gemeenten. We bieden ook integratie van opmerkingen die we ontvangen, en burgers die bijvoorbeeld klachten hebben, krijgen een gepersonaliseerde URL waarmee ze die kunnen opvolgen, volledige in naleving van de AVG. AlloPro wordt een van de hoekstenen van de clean.brussels-strategie. Dat is een strategie voor stedelijke netheid voor het Brussels Gewest, met als doel de stad op een duurzame manier schoner te maken.
Daarnaast gaan we dit jaar de gewestelijke digitale oplossing ServiceNow implementeren ter vervanging van de huidige oplossing (onder meer ITSM en asset management). ServiceNow moet daarbij de enige ticketingtool van het Agentschap worden voor alle diensten.
Hoe evolueren jullie budgetten en teams?
Hotyat: De komst van Frédéric Fontaine als algemeen directeur heeft het perspectief op de ondersteunende diensten, inclusief IT, veranderd. IT wordt niet langer gezien als een simpele kostenplaats, maar als een entiteit die toegevoegde waarde genereert, zelfs als er een technologische achterstand in te halen valt. Gartner onderzocht in 2022 de IT van het Agentschap en stelde daarbij een onderinvestering in IT vast. Daardoor werd in 2023 ons budget verhoogd. Voor 2024 is het budget helaas weer aanzienlijk verlaagd, net als alle andere budgetten, gezien de zeer ingewikkelde financiële situatie van het Gewest. En ik denk dat de situatie de komende jaren complex zal blijven.
Daarom moeten we creatief zijn en oplossingen vinden die marges vrijmaken om huidige en toekomstige projecten te ondersteunen. Het Agentschap wil ook aansluiten bij een gewestelijk poolingproces dat in samenwerking met de verschillende entiteiten gezamenlijk wordt opgezet. Wat de teams betreft: ik heb jarenlang met een team van 7 tot 15 mensen gewerkt, maar het huidige organigram is vastgesteld op 35 mensen. Helaas zijn er nog steeds 12 openstaande functies, waardoor het team momenteel op 66% van zijn volledige sterkte zit. De situatie zal op korte termijn niet verbeteren, aangezien de aanwervingen minstens tot eind september 2024 worden bevroren.
Heeft u het moeilijk om IT-specialisten te vinden?
Hotyat: Ja, maar dat is niet nieuw, het komt net zo vaak voor in de IT als in veel andere beroepen. Het Agentschap slaagt erin IT-professionals aan te werven via IRISteam (het competentiecentrum dat ondersteuning biedt voor IT-personeel, nvdr.), waardoor we meer concurrerende beloningspakketten kunnen aanbieden. De rol van het Agentschap als werkgever met een ecologische en sociale impact trekt getalenteerde mensen aan die op zoek zijn naar een baan met betekenis.
Wat is het belang van digitalisering?
Hotyat: Het is fundamenteel. Zonder digitalisering van processen is het namelijk erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om de dienstverlening aan burgers te verbeteren en tegelijkertijd de kosten en CO2-voetafdruk van deze diensten te optimaliseren. Dankzij digitalisering kunnen we ook het welzijn van de werknemers zoveel mogelijk verbeteren. Het Agentschap besteedt hier bijzonder veel aandacht aan.
Hoe benadert u innovatie?
Hotyat: Innovatie betekent niet altijd dat je meer IT-tools in handen geeft van collega’s in het veld, hoewel dit wel begint te gebeuren. Innovatie stelt ons vooral in staat om onze bedrijfsprocessen te verbeteren, en op die manier kunnen we onze werkzaamheden in het veld verbeteren. Dit is wat we doen bij het Agentschap.
Daarnaast kijken we natuurlijk naar de technische mogelijkheden die momenteel beschikbaar zijn, en we moeten de positieve aspecten daarvan optimaal benutten. Zo maken we voor de digitalisering van de glasbollen gebruik van AI. We starten ook een project om zwerfvuil in het wegennet in kaart te brengen. Dat is van nature al een AI-project, omdat de mate van vervuiling automatisch wordt bepaald aan de hand van beelden van camera’s aan boord.
Hoe beschouwt u uw rol als CIO?
Hotyat: Aangezien IT het hart vormt van bedrijfsprocessen, heeft mijn departement een zeer belangrijke rol bij het luisteren, adviseren en uitwisselen van ideeën, om te anticiperen op veranderingen en behoeften en tegelijkertijd ondersteuning te bieden voor het verloop van projecten. Deze rol strekt zich ook uit tot andere bedrijfs- en ondersteunende processen, met het doel de dagelijkse activiteiten en de projecten van het Agentschap zoveel mogelijk te faciliteren. Het gaat om veel projecten, aangezien het Agentschap bezig is met de herschikking van zijn rol als publieke industriële referentiespeler voor de circulaire economie.
‘We waren bij de eerste organisaties in Brussel die volledig migreerden naar de cloud’
U bent al bijna 25 jaar IT-directeur van het Agentschap. Wat is het geheim achter deze lange carrière?
Hotyat: Ik sta inderdaad aan het begin van mijn 25ste jaar bij het Agentschap. Het verbaast mij ook, het is inderdaad bijzonder. Toen ik bij het Agentschap kwam, dacht ik dat ik maximaal 2 of 3 jaar zou blijven, omdat er een vrij specifieke doelstelling was. Maar ik ben er nog steeds. Ik denk niet dat er een geheim achter deze lange periode zit, alleen feitelijke omstandigheden: de dringende noodzaak om bij te blijven met de razendsnelle technologische ontwikkelingen. Dat vereist een enorme personeelsinvestering; het feit dat we doelstellingen en projecten hebben die we (ik, mijn ongelooflijk betrokken team, het Agentschap) tot een goed einde kunnen brengen en die een werkelijke impact op onze werkzaamheden laten zien; en het feit dat we werken in een instelling met impact. Zonder dit alles zou ik hier vandaag niet meer zitten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier