Fraude met gsm-abonnementen blijft onbestraft door overschrijding redelijke termijn

© Getty Images/iStockphoto

In een zaak over fraude met gsm-abonnementen, waarin bijna honderd jongeren uit de Antwerpse wijken Luchtbal en Kiel terechtstonden, heeft de correctionele rechtbank donderdag het verval van de strafvordering uitgesproken.

Door een flagrante overschrijding van de redelijke termijn – de feiten dateren van bijna tien jaar geleden – vond de rechtbank het niet verantwoord om nog straffen uit te spreken.

De beklaagden sloten gsm-abonnementen af waarbij ze het nieuwste model iPhone of Samsung voor een zacht prijsje konden aankopen. Ze verkochten de gsm’s vervolgens aan opkopers en om abonnementskosten te vermijden, deden ze bij de politie aangifte van het verlies van hun identiteitskaart. De abonnementen werden dan zogezegd door anderen afgesloten met hun verloren identiteitskaart. De telecomoperatoren ontvingen geen cent abonnementsgeld.

De feiten speelden zich af in de zomer van 2015 tot en met de zomer van 2017 en dateren dus al van enige tijd geleden. Het openbaar ministerie erkende dat het dossier al lang aansleepte en dat de redelijke termijn werd overschreden. Het vorderde daarom voor alle beklaagden – 96 personen en een vennootschap – de eenvoudige schuldigverklaring. De meeste beklaagden lieten verstek gaan.

Stilstand in onderzoek

De rechtbank stelde vast dat het onderzoek aanvankelijk een normaal verloop kende, maar dat er vanaf 2019 meerdere periodes van niet-verantwoorde stilstand waren geweest. ‘Rekening houdend met de verstreken tijd sinds de feiten, de beperkte complexiteit van het dossier, de beperkte ernst van de feiten en de houding van de gerechtelijke overheden, oordeelt de rechtbank dat er een zeer ernstige overschrijding van de redelijke termijn is.’

De rechtbank vond straffen niet langer verantwoord en verklaarde zelfs de strafvordering onontvankelijk. Die beslissing had evenwel geen impact op de burgerlijke vordering van de stad Antwerpen, want de rechtbank oordeelde dat de beklaagden wel degelijk een fout hadden gemaakt die in oorzakelijk verband stond met de schade van de stad. De politie stak namelijk veel tijd in het verwerken en het onderzoeken van de valse aangiftes en eiste een schadevergoeding voor de gepresteerde manuren. Die werd door de rechtbank bepaald op 6.400 euro, of 100 euro per valse aangifte. Een kredietverstrekker kreeg ruim 11.000 euro toegekend.

Lees meer over:

Partner Content