Proximus wil geen voogdijminister meer

Guillaume Boutin, CEO van Proximus

De volgende regering zou beter een minister met volle bevoegdheid voor digitale diensten en infrastructuur aanduiden in plaats van een nieuwe voogdijminister voor Proximus. Daarvoor heeft Proximus-voorzitter Stefaan De Clerck gepleit op de aandeelhoudersvergadering van het telecombedrijf.

Het beursgenoteerde Proximus is voor de helft in handen van de overheid. Vanaf volgende maand verandert er echter iets in de relatie: als alles goed gaat, draagt de regering dan haar aandelen over aan de federale investeringsmaatschappij SFPIM.  ‘We staan daar positief tegenover’, zegt De Clerck. Hij rekent erop dat Proximus een beroep zal kunnen doen op de professionele kennis en ervaring van de investeringsmaatschappij, die een brede waaier activiteiten in haar portefeuille heeft.

Hoe SFPIM zich zal gedragen als aandeelhouder, in een actieve of eerder passieve rol, is voor De Clerck nog niet duidelijk. Maar hij merkte in zijn toespraak aan de aandeelhouders wel op dat de aandelenoverdracht ‘toelaat op het niveau van de staat de bevoegdheden van aandeelhouder enerzijds en wetgever-regulator anderzijds te splitsen’.  Daarom pleit hij ervoor om geen voogdijminister meer te benoemen voor Proximus, maar wel een minister die algemeen bevoegd is voor digitale ontwikkeling.

Versnipperd

Nu zijn de ‘digitale’ bevoegdheden versnipperd, met naast minister van Telecom Petra De Sutter (Groen), die bevoegd is voor Proximus, ook nog een staatssecretaris voor Digitalisering, Mathieu Michel (MR). De voogdij is een hol begrip geworden, stelt De Clerck. ‘Bedrijfsmatig zijn wij een onafhankelijk beursgenoteerd bedrijf. Daarbij is een voogdij niet meer relevant.’ De Proximus-voorzitter zegt dat het bedrijf wel bereid blijft om vragen te beantwoorden als de regering dat wil, maar dan via afspraken met SFPIM. 

De relatie tussen de overheid en de beursgenoteerde overheidsbedrijven bpost en Proximus is niet altijd eenvoudig. In 2016 werd komaf gemaakt met regeringscommissarissen bij die bedrijven, om bemoeienissen van de overheid tegen te gaan. Toen bpost in 2022 echter besliste om krantenwinkels aan een gokbedrijf te verkopen, pleitte De Sutter ervoor om toch weer ‘waarnemers’ te installeren.

Beurswaarde

De Clerck herhaalde in het verkiezingsjaar ook zijn oproep om subsidies te geven om het snelle glasvezelnetwerk in landelijke gebieden uit te rollen. ‘Als we iedereen tijdig willen voorzien van het beste netwerk, zal meer overheidstussenkomst op een bepaald moment nodig zijn, ook financieel’, zei hij. ‘De grote kostprijs voor de uitrol van 5G en glasvezel verdient meer aandacht en ondersteuning op alle vlakken en door alle overheiden.’

Net als vorig jaar moest de Proximus-top zich op de aandeelhoudersvergadering weer verantwoorden voor de lage beurskoers van het Proximus-aandeel. CEO Guillaume Boutin zei vorig jaar al dat hij meent dat er een kloof gaapt tussen de intrinsieke waarde van het bedrijf en de beurswaarde. Een jaar later noteert het aandeel nog lager. Deze keer legde Boutin uit dat een aantal gebeurtenissen volgens hem wegen op de beurskoers. Zo komt er binnenkort een extra concurrent op de markt, is Proximus zwaar aan het investeren in zijn netwerken en is het bedrijf zijn internationale activiteiten aan het uitbouwen. De Clerck denkt dat beleggers afwachten. Boutin zegt er alle vertrouwen in te hebben dat Proximus de uitdagingen goed kan doorstaan.

Partner Content