Brusselse arbeidsrechtbank buigt zich woensdag over geschil rond werknemersstatuut Uber
De Brusselse arbeidsrechtbank buigt zich op 21 september over het beroep van Uber tegen een beslissing van de FOD Sociale Zekerheid rond het statuut van een van zijn chauffeurs in België. Dat meldt de christelijke vakbond ACV.
In juli 2020 diende een Uber-chauffeur een dossier in bij de Administratieve Commissie ter regeling van de Arbeidsrelatie (CAR) van de FOD Sociale Zekerheid. De persoon beschouwde zich niet als een zelfstandige, aangezien Uber hem arbeidsvoorwaarden en -regels oplegde. De CAR boog zich over de zaak en gaf de man gelijk.
Uber vocht de beslissing van de CAR echter aan en dagvaardde de betrokken chauffeur, de Belgische staat en de RSZ. De arbeidsrechtbank in Brussel zal zich nu, bijna twee jaar later, op 21 september over de betwisting buigen.
Volgens de vakbond gaat het om een bewuste strategie van Uber om, land per land, ‘alle mogelijke rechtsmiddelen uit te putten’ en ‘juridische procedures ellenlang te rekken, systematisch te betwisten of te omzeilen’. Ondertussen genieten de betrokken werknemers niet de sociale voordelen die hun werk hen zou moeten garanderen, noch de echte autonomie van een zelfstandige, hekelt de organisatie.