België is vandaag geen zwaargewicht in de wereld van de datacenters. Maar ons land heeft troeven en wil die gebruiken om zijn achterstand in te halen. Een analyse van het recente rapport ‘State of the Belgian Digital Infrastructure’.
De BDIA (Belgian Digital Infrastructure Association), die de Belgische datacenters overkoepelt en bijdraagt aan de definitie van technische standaarden, heeft op de LevelX-conferentie de ‘State of the Belgian Digital Infrastructure’ voorgesteld. In dat verslag geeft de vereniging toe dat België in het algemeen, en Brussel in het bijzonder, op het Europese toneel achterblijft op de zogeheten Tier 1-metropolen: Londen, Frankfurt, Parijs, Amsterdam en Dublin.
Ons land heeft een IT-capaciteit van 400 megawatt, waarvan 149 MW voor de datacenters van bedrijven, 103 MW voor de colocatie en 143 MW voor de hyperscalers. Merk op dat meer dan zestig procent van deze IT-capaciteit wordt geleverd door de Brusselse metropool, tegenover slechts vier procent door Wallonië.
Een ander interessant cijfer is dat de hyperscalers 62 procent van het totale beschikbare vermogen van de datacenters in België voor hun rekening nemen. In het verleden vroegen de datacenters van bedrijven meer dan 75 procent van de beschikbare stroomcapaciteit, nu is dat nog maar 26 procent. De aanwezigheid van de datacenters van Google in ons land is daar natuurlijk niet vreemd aan.
Nieuwe markten
In de grote metropolen buiten ons land ondervinden de leveranciers van datacenters echter problemen met de uitbreiding van hun IT-capaciteit en bereiken ze geleidelijk aan een verzadigingspunt. Dat komt vooral door de moeilijkheid om aan de vraag naar energie te voldoen, en uiteraard ook door de voortdurend stijgende elektriciteitsprijzen.
Een andere factor is de beschikbare ruimte voor nieuwe gebouwen. Daarnaast zijn er ook problemen met de connectiviteit. En tot slot begint de publieke opinie een grote rol te spelen: ze vindt dat de leveranciers van datacenters erg veel energie verbruiken en te weinig bijdragen aan de lokale economie.
Kortom, de operators kijken uit naar nieuwe markten. Volgens Carole Santens, managing director van de BDIA, zouden ze voor ons land kunnen kiezen. ‘België werpt zich steeds meer op als een strategisch alternatief voor de Tier 1-hubs, die hun verzadigingspunt bereiken’, verklaart ze.
De auteur van het verslag bevestigt dat. ‘De uitdagingen waarmee de Tier 1-datacenterhubs in Europa worden geconfronteerd, zetten leveranciers ertoe aan nieuwe regio’s te verkennen, waaronder Brussel’, zegt Kevin Restivo, directeur van Data Centre Research Europe.
Investeringsprojecten
Op basis van deze vaststellingen belicht de BDIA de sterke punten van ons land. Vorig jaar werden grote investeringsprojecten gestart, vooral dankzij Kevlinx en LCL, twee van de actiefste operators in België. Daarnaast heeft Google in 2023 de Belgische Cloud Region gelanceerd, die binnenkort over drie colocatiesites in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal beschikken.
De consolidatie van de markt houdt bovendien aan, met de overname van Nexus Data Center door Penta Infra en de aankoop van vier datacenters van Proximus door Datacenter United. De top drie colocatie-operators (Digital Realty, LCL en Data Center United) vertegenwoordigen nu 72 procent van de IT-capaciteit van de colocatiecenters.
De capaciteit van de Belgische colocatiedatacenters is met negen procent gestegen en operators zoals Kevlinx en EdgeConneX hebben aangekondigd dat ze hun aanwezigheid in ons land willen uitbreiden.
Ambities
Volgens de BDIA zal de markt van de colocatiedatacenters groeien van 103 MW in 2024 naar meer dan 261 MW in 2029, wat neerkomt op een cumulatieve jaarlijkse groei van 20,5 procent. De investeringen zullen naar verwachting stijgen van 292 miljoen euro in 2024 naar meer dan 353 miljoen euro in 2029, een cumulatieve jaarlijkse groei van 3,9 procent. De groei in 2024 was weliswaar lager dan verwacht, wat kan worden verklaard door vertragingen in de bouwprojecten. In 2025 zou de markt met 80 MW moeten groeien, zodat ons land – en Brussel in het bijzonder – samen met Italië (Milaan) en Polen (Warschau) tot de meest dynamische van Europa zal behoren en een aantrekkelijke Tier 2-hub zal worden.
Een mogelijke rem op de groei is de toegang tot elektriciteit, gelet op de huidige congestie in de meeste Europese Tier 1-hubs. De marktspelers zijn ook bezorgd over het verkrijgen van bouwvergunningen en het naleven van de milieuvoorschriften. Ze klagen vooral over het gebrek aan consistentie in de wetgeving op federaal en gemeentelijke niveau. Bovendien vragen de lokale operators dat de overheid beter anticipeert op de capaciteit van de elektriciteitsnetwerken, nu de vraag van de datacenters toeneemt.
Een positionering als leider in duurzaamheid kan trouwens een sterke troef zijn voor de lokale marktspelers. De Europese wetgeving rond energie-efficiëntie en de vermindering van de CO2-voetafdruk is immers geen belemmering maar een opportuniteit, nu veel klanten hun milieuverantwoordelijkheid nemen.
Tot slot is het duidelijk dat ook de snelle groei van artificiële intelligentie (AI) de vraag naar datacenterdiensten zal stimuleren.