Een IT-hub voor de Olympische Spelen
Van een harde deadline gesproken: op 26 juli 2024 vindt in Parijs de openingsceremonie van de Olympische Spelen plaats. Niets kan dat moment stoppen. In de aanloop ernaar nam Atos begin oktober officieel zijn Technology Operations Center in gebruik.
De Olympische en Paralympische Spelen zijn een gigantische onderneming, met 10.500 atleten, 26.000 mediamedewerkers en 45.000 vrijwilligers. Op het vlak van IT vertaalt zich dat in 6.000 schermen op 63 locaties, 385.000 kilometer glasvezel, 10.000 werkstations, 7.000 wifi-antennes en meer. “Het doel is duidelijk”, zegt Bruno Marie-Rose. “Technologie is essentieel om tijdens de Spelen de prestaties van de atleten correct te meten en weer te geven: voor de scheidsrechters, het publiek in het stadion en de kijkers thuis.”
Kritische applicaties
Bruno Marie-Rose weet waarover hij spreekt. Als sprinter behaalde hij in 1988 met het Franse team brons op de 4 x 100 meter op de Spelen in Seoel. Sinds 2018 is hij chief information & technology officer voor de Spelen in Parijs bij Atos. “We zijn het traject voor Parijs 2024 gestart in 2018”, vertelt hij. “Na een uitgebreide strategie- en planningfase, zijn we sinds 2022 alles aan het uitrollen en testen.”
En dat is nogal wat. Er is sprake van meer dan 150 kritische IT-applicaties, verdeeld over twee domeinen. Enerzijds is er alles wat met het beheer van het evenement te maken heeft: toepassingen voor de registratie van atleten, medewerkers en vrijwilligers, accreditatie, de planning van de wedstrijden enzovoort. Anderzijds alles rond de uitzending van de wedstrijden, zoals applicaties voor het weergeven van resultaten en statistieken.
100 miljoen berichten
Om alle IT in goede banen te leiden, beschikt Atos – al sinds 1992 nauw betrokken bij de Spelen – in Parijs over een Technology Operations Center (TOC). Vanuit dat centrum – 610 vierkante meter groot – houdt Atos toezicht op de 63 Olympische en Paralympische locaties. Er gaan ruim driehonderd experts aan het werk: zeventig van Atos, de rest van vijftien andere technologiepartners. Vanuit het TOC coördineert Atos ruim 2.000 medewerkers die de klok rond operationeel zijn tijdens de Spelen. Het gaat onder meer om de 140 Venue IT Managers, die op de operationele locaties actief zijn: niet alleen de sportstadions, maar onder meer ook het Olympisch dorp, het familiehotel en het perscentrum.
Verder biedt Atos ondersteuning aan zestig Venue Results Managers, die verantwoordelijk zijn voor het verzamelen en publiceren van wedstrijdresultaten, prestatiedata en statistieken. Omega is het bedrijf dat de prestaties meet en quasi in real time – binnen de 0,35 seconden – doorgeeft aan Atos, dat ze vervolgens publiceert, onder meer via het Commentator Information System. Op die manier is alle informatie meteen beschikbaar voor de journalisten die live verslag uitbrengen. De verwachting is dat Omega tijdens de Spelen twee miljard datapunten registreert, samen goed voor honderd miljoen meldingen in de systemen van Atos.
Falen is geen optie
Naast het TOC in Parijs beschikt Atos nog over het Central Technology Operations Center (CTOC) in Barcelona, dat Parijs ondersteunt, en het Integration Testing Lab (ITL) in Madrid. Voor dat testcentrum is een sleutelrol weggelegd. Falen is immers geen optie, wat ook blijkt uit de cijfers. Bij de start van de Spelen zal de teller er op 250.000 test-uren staan. “Testen is heel belangrijk”, zegt chief integration officer Christophe Thivet, “al kun je onverwachte situaties nooit helemaal uitsluiten.” Bij de Spelen in Rio dook er bijvoorbeeld een alligator op in een ruimte die voor bekabeling was voorzien. “Zo’n vaart zal het in Parijs niet lopen, al zijn er wel konijnen die aan kabels kunnen knagen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier