De regering Biden geeft Intel bijna 7,9 miljard dollar om chipproductie in de Verenigde Staten veilig te stellen.
De fondsen moeten Intel ondersteunen bij de zware investeringen die het bedrijf plant te doen. Tegen het einde van het decennium zou Intel bijna 90 miljard dollar investeren in de VS. Volgens het Amerikaanse ministerie van Handel zouden de investeringen van Intel moeten leiden tot de creatie van 10.000 industriële banen en 20.000 jobs in de bouw op sites in Arizona, New Mexico, Oregon en Ohio.
De Amerikaanse overheid rechtvaardigt de subsidies door het feit dat Intel de volledige productieketen voor halfgeleiders van de nieuwste generatie in de Verenigde Staten kan houden. De CHIPS Act, die in 2022 gestemd werd, heeft tot doel om de halfgeleiderindustrie in de Verenigde Staten te versterken. De coronapandemie heeft geleerd dat grote wereldwijde crisissen ook voor logistieke problemen zorgen als een groot deel van de keten in Azië wordt geproduceerd.
Sinds de verkiezingen heeft de Amerikaanse regering nog snel heel wat subsidies toegekend, voor de komst van de nieuw verkozen president Donald Trump in het Witte Huis. Trump heeft immers veel kritiek op de CHIPS Act. Hij wil eerder mikken op hogere douanetarieven om bedrijven ertoe aan te zetten om hun productie naar de Verenigde Staten terug te halen. Hoewel de VS enkele decennia geleden nog meer dan 40 procent van de halfgeleiders wereldwijd produceerden, is dat vandaag volgens het Witte Huis nog maar minder dan 10 procent.
Intel kan de subsidies alvast gebruiken. Het chipbedrijf is massaal aanhet investeren in (dure) fabrieken, in de VS maar ook in Europa. Tegelijk valt de verkoop tegen. Eerder dit jaar moest het bedrijf nog 15.000 banen schrappen en waren er zelfs overnamegeruchten. Chipgigant Qualcomm zou overwogen hebben om het bedrijf te kopen, maar volgens Bloomberg is dat plan ondertussen weer van de baan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier