Kristof Van der Stadt
Het gaat niet goed met de Belgische IT
Ontkennen heeft geen zin; het gaat niet goed met onze Belgische ICT-sector. Niet voor de werkgevers, en niet voor de werknemers. Al maanden hoor ik ongeruste echo’s, bijvoorbeeld na afloop van een interview of bij een losse babbel op een of andere netwerkgelegenheid. Dat het toch een moeilijk jaar is.
Met cijfers kan je alles bewijzen en kan je alle richtingen uit, tot alle cijfers in dezelfde richting wijzen. En die richting ziet er voor dit jaar toch echt niet goed uit. Dat is nieuw voor heel wat grote, gevestigde waarden en al zeker voor de Belgische vertegenwoordigers van de grote internationale, veelal Amerikaanse spelers. Groeien was er nooit de vraag. Of de double digits in omzetgroei haalbaar waren, dat was de eerder de vraag in de afgelopen jaren – ja, decennia zelfs. Na de versnelde en verhoogde inkoop in coronatijden volgde voor leveranciers onherroepelijk een tik van de hamer. En die tik ging in België nog eens gepaard met hoge loonindexeringen tot 11 procent begin 2023 voor paritair comité 200, waartoe veruit de meeste bedienden van de ICT-sector behoren. Voeg daar nog de wisselende economische vooruitzichten, de geopolitieke onzekerheid én Europese regulering aan toe. Het resultaat is een soort van perfecte storm die leveranciers, hun partners en de klanten noopt tot een jaar van consolidatie en matiging. In oorlogstaal geformuleerd: de troepen opnieuw verzamelen, reorganiseren, opnieuw motiveren en anders aansturen.
Dat is wat ik en mijn collega’s al maanden aanvoelen, maar wat cijfers ons nu ook tonen. De activiteit in de technologische maakindustrie daalde in de eerste jaarhelft sterk, met 8% op jaarbasis. De IT, de voorbije 10 jaar goed voor een groei van om en bij de 6%, kende nog 2,5% groei, zo berekende de studiedienst van sectorfederatie Agoria. Het marktaandeel van Belgische technologie in de export van alle Europese landen zakt naar 4,4%, een historisch dieptepunt. Bovendien neemt de Europese export in zijn geheel ook al af. “De Europese taart wordt alsmaar kleiner en het Belgisch hapje daarin nóg eens kleiner. Als we geen kentering creëren, blijven er in de toekomst enkel nog kruimels over”, stelt Agoria-CEO Bart Steukers terecht.
De cijfers tonen wat de sector al maanden aanvoelt.
Kristof Van der Stadt
Hoofdredacteur Data News
Al jaren schreeuwt de Belgische ICT-sector het uit dat ze onvoldoende werkkrachten vinden in die mate dat het tekort hun verdere groei in de weg staat. En wat zien we nu? Dat in 2024 voor het eerst in bijna 5 jaar de technologiesector in België netto geen jobs meer creëert. Sterker nog: het aantal jobs verloren door herstructureringen piekt in de ICT-sector op zijn hoogste peil sinds 12 (!) jaar, met bijna 5.000 geïmpacteerde jobs in de eerste 9 maanden van 2024.
En er is nog meer slecht nieuws, want voor veel werknemers ging het totale loonspakket er dit jaar zowaar op achteruit: that’s a first. Belgische techbedrijven worden geconfronteerd met de gevolgen van de hervorming die hen verbiedt om hun werknemers auteursrechten uit te keren. 23 procent van de techbedrijven kende auteursrechten toe aan personeel, met een mediaanbedrag van 640 euro per maand. Dit jaar, na de uitsluiting van softwareontwikkelaars uit het fiscaal gunstregime, betaalt nog slechts 3 procent van de techbedrijven auteursrechten uit. “Zo ziet een software engineer zijn basissalaris gemiddeld met zes procent dalen. Bij sommige functies loopt dat zelfs op tot een vijfde van het loon”, zo lezen we in de recente Tech Reward Survey van HR-consultancybedrijf Hudson die 38.843 salarispakketten van Belgische bedienden in de IT-sector onderzocht.
Nee, het gaat écht niet goed. Al is er het lichtpunt dat er nog steeds 15.000 vacatures openstaan. En het vooruitzicht dat nieuwe regionale en federale regeringen eindelijk eens het belang van de ICT-sector erkennen en er ook een beleidsvisie, strategie én de nodige budgetten willen op plakken? Laat ons hopen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier