Luc Blyaert
De vuvuzela’s van de Wetstraat
Het hele journaille hangt met de lippen aan Twitter. Dat weten onze politici deksels goed.
Er zit geen Al Gore in de Wetstraat, zoveel is duidelijk. Gore was één van de eerste Amerikaanse toppolitici die de kracht van het internet erkende, omarmde en uitdroeg. In ons land tonen weinig politici enige vorm van belangstelling voor de technologiesector.
Nogal wat liberalen, zoals Rik Daems en Vincent ‘Quickie’ Van Quickenborne hebben er hun tanden op kapot gebeten. Demo’s met eID-kaarten die volledig de mist ingingen tijdens persmeetings, gsm-licenties die verkocht werden aan weggeefprijzen… en kiesvee dat ook helemaal niet wakker ligt van reuzenprojecten die vervolgens mislukken zoals de Phenix-Cheops-catastrofe voor justitie of het hr-databankdébacle voor de ambtenaren.
Tientallen miljoenen euro’s zijn er over de balk gegooid; niet alleen de schuld van de leveranciers. Gedeelde schuld zoals wel vaker. En ook nu loopt er heel wat mis, zoals de recente Blackbox-kassa’s voor de horecasector bewijzen (al is de naam ‘Blackbox’ voor het tegengaan van zwart geld ook al niet geweldig gekozen).
Er valt weinig eer met technologie te halen, hoor je politici luidop denken. Sommigen volgen wel nauwgezet de strapatsen op van Belgacom-ceo Didier Bellens. Roel Deseyn (CD&V) en Peter Dedecker (N-VA) trekken wel meer aan de alarmbel, maar verder moet je het vergrootglas erbij halen om een verlichte député te ontdekken.
Edoch, onze politici hebben de sociale media ontdekt. Geen toeval uiteraard na het campagnesucces van de Amerikaanse president Barack Obama. Zowat iedereen heeft een iPad en een iPhone. De Blackberry is zo goed als verdwenen in het Parlement.
Economieminister Johan Vande Lanotte heeft er nog eentje, alsook CD&V-voorzitter Wouter Beke. Premier Elio di Rupo heeft een Samsung, ook daarin onderscheidt hij zich.
Defensieminister Pieter ‘Crembo’ Decrem heeft als enige een versleutelde smartphone. Op de andere toestellen zou de NSA dus een ‘free ride’ hebben. Als die het mobieltje van Angela ‘Das Madchen’ Merkel kan hacken gedurende tien jaar, kan dat ook bij alle andere liefhebbers, zoveel is duidelijk.
Amper de helft van de politici zitten op LinkedIn. Daar hebben ze ongelijk in. Met meer dan 1,6 miljoen Belgen op LinkedIn, is dit immers de uitgelezen ontmoetingsplaats met de bedrijfswereld. Het is verrijkend in zijn eenvoud en het communiceert zoveel duidelijker dan Facebook. Daar zijn ze dan wel weer met z’n allen op aanwezig.
Wat onze stemmenpikkers wel gevonden hebben, is wat Bruno Segers als toenmalig ceo van RealDolmen, ooit bestempelde als de vuvuzela’s van het internet: Twitter. Niet dat het kiespubliek zich op Twitter bevindt. Het blijft een relatief beperkt medium. Twitter is wel hét platform om de pers te halen. Zowat het hele journaille hangt er met de lippen aan. Dat weten de politici deksels goed.
Al vraag ik me soms wel af waarom Didier Reynders zo nodig monsieur méteo moet spelen en op Twitter doorgeeft dat het regent in Ukkel. Premier Elio Di Rupo en staatssecretaris Maggie De Block laten hun vuvuzela bespelen door hun medewerkers. De overigen doen het zelf, met wisselend succes trouwens.
De sociale media hebben ze gevonden, laat ons hopen dat politici nu ook meer aandacht krijgen voor de echte technologie en wat dit kan betekenen voor de ontwikkeling van de maatschappij in al zijn geledingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier