Minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) heeft een cyberveiligheidsprogramma uit de doeken gedaan dat de communicatie- en informatiesystemen beschermt maar ook de kennis moet hebben om cyberaanvallen uit te voeren. Vandeput zou op langere termijn ook drones willen aankopen.
Anderhalf jaar na de cyberaanval tegen Belgacom-dochter BICS en bijna een jaar na de aanval op de systemen van Buitenlandse Zaken, heeft Defensie een ambitieus programma rond cyberveiligheid onthuld.
Dat programma, dat volgens minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) een volwaardige afdeling van het leger moet gaan worden, ‘brengt beheer, bescherming, detectie en reactie samen’, schrijft Le Soir.
Dubbele veiligheidslaag
Het gaat om een strategie met een dubbele veiligheidslaag – een cyberbeveiliging per systeem, gecombineerd met een algemene beveiliging die interageert met elke beveiliging apart -, met de focus op twee punten: de detectie van aanvallen en de reactie die op die aanvallen moet volgen.
De belangrijkste opdracht van de militaire cyberveiligheid blijft de bescherming van de communicatie- en informatiesystemen van Defensie, net als haar wapensystemen. Als het om zeer grote aanvallen gaat, moet Defensie echter ook op nationaal niveau een belangrijke rol spelen.
Drones
Volgens Vandeput moet de component de kennis in huis hebben om cyberaanvallen te kunnen uitvoeren, meldt VRT. De N-VA-minister overweegt op langere termijn ook de aankoop van drones die ingezet kunnen worden voor spionage- en bewakingsopdrachten.
De ontwikkeling van een meer gerichte strategie rond cyberveiligheid werd in het regeerakkoord opgenomen. Eerder raakte al bekend dat de militaire inlichtingendienst ADIV de toelating kreeg om 25 cyberveiligheidsexperts aan te nemen.
(Belga/MI)
