Vrije Tribune
‘Een veilig, open internet vraagt om regulering’
‘Het internet dreigt gekoloniseerd te worden door hebzuchtige bedrijven, criminele activiteiten en conflicten tussen landen, met gewone burgers als uiteindelijke slachtoffers’, schrijft Marietje Schaake, europarlementslid namens de Nederlandse partij D66. ‘Het is essentieel dat er bescherming komt.’
Voorstellen om het internet te reguleren, roepen gegarandeerd serieuze frictie op. De onlinewereld heeft immers kansen geboden aan miljarden gebruikers, grotendeels omdat er nooit regels waren.
Toch nemen met het groeiend belang van het internet ook de risico’s toe die inherent zijn aan een gebrek aan regulering. Er bestaat een steeds groter gevaar dat het open platform dat we allemaal koesteren, gekoloniseerd zal worden door de hebzucht van bedrijven, criminele activiteiten en conflicten tussen landen – met gewone burgers als de uiteindelijke slachtoffers. Het is essentieel dat er bescherming komt, en dat zowel landen als bedrijven zich houden aan principes die hen aanmoedigen in het algemeen belang te handelen.
De utopische visie dat regeringen en andere instituten zich er niet mee moeten bemoeien, ontkent de rol die landen al spelen op het internet, vaak in het geheim. Ook houdt die visie geen rekening met het feit dat grote bedrijven deze grotendeels ongereguleerde omgeving gebruiken om zichzelf als de nieuwe machthebbers te manifesteren.
Als een land op grote schaal online content censureert of digitale achterdeuren gebruikt om zijn burgers in de gaten te houden, heeft dat gevolgen voor het hele internet. Ook als bedrijven met miljarden gebruikers in de hele wereld te maken krijgen met datalekken of ervoor kiezen winst na de jagen ten koste van de mensenrechten, is het op dit moment niet duidelijk wie hen daarvoor ter verantwoording kan roepen.
De verantwoordelijken voor het open internet moeten zich aan afspraken houden, waardoor er een soort rechtsstaat ontstaat
Mensenrechten kunnen niet “in balans” gebracht worden met de belangen van commerciële bedrijven. Het handhaven van kernprincipes vraagt om een systeem van checks and balances – mechanismen die kunnen garanderen dat mensenrechten, inclusief privacy, gewaarborgd zijn, zelfs als rekening is gehouden met legitieme veiligheidszorgen. Hiervoor moeten de belangrijkste spelers die verantwoordelijk zijn voor het open internet zich houden aan een mix van vrijwillige en bindende afspraken, waardoor iets ontstaat dat op een rechtsstaat lijkt.
Tot nu toe richtten discussies over regulering van het internet zich op het vaststellen van vrijwillige normen. Dat zijn belangrijke eerste stappen, maar als het proces uiteindelijk niet leidt tot bindende afspraken, zal het er waarschijnlijk niet in slagen het internet veilig en overeind te houden. Onthullingen over indringende online surveillance hebben het vertrouwen in het internet en de geschiktheid ervan voor communicatie, het zoeken van informatie en het doen van zaken al uitgehold.
Het is cruciaal dat de centrale internetprotocollen tot neutrale zone verklaard worden, vrij van inmenging van welke partij dan ook, zoals de wetenschappelijke raad die de Nederlandse regering adviseert stelt in een aanbeveling. Deze maatregel, die alleen werkt als hij bindend is, is in het belang van alle landen en bedrijven omdat het vertrouwen van gebruikers in de diensten die op deze protocollen gebouwd worden ervan afhangt. Elementen die beschermd moeten worden, zijn onder meer de TCP/IP-protocollen, verschillende standaarden, het domeinnaamsysteem (DNS) en routingprotocollen.
Regeringen zullen niet proberen achterpoortjes te creëren als dat het internet minder betrouwbaar maakt
De Global Commission on Internet Governance – waar ik lid van ben – heeft een voorstel gedaan voor een “nieuw sociaal verdrag” tussen burgers, hun gekozen vertegenwoordigers, politie- en inlichtingendiensten, bedrijven, maatschappelijke organisaties en programmeurs en ontwikkelaars. Een van de voorstellen is de erkenning van de bescherming van privacy en data als een fundamenteel mensenrecht. Ook wordt opgeroepen tot duidelijke, nauwkeurige en op transparant wijze tot stand gekomen regels die overheidssurveillance en gebruik van consumentendata door bedrijven beperken.
Onder dit raamwerk kan regulering de technologie waarvan internet afhankelijk is sterker maken. Regeringen zullen niet proberen achterdeuren te creëren om toegang te krijgen tot data, als dat het internet minder betrouwbaar maakt. Bedrijven die grote hoeveelheden consumentengegevens verwerken en opslaan, zullen meer verantwoordelijkheid nemen voor illegale inbraken, schade of verlies van gegevens. En pogingen van de technische verantwoordelijken voor internet om via de standaarden en protocollen de mensenrechten beter te beschermen, inclusief door versleuteling van gegevens, worden aangemoedigd.
Zo’n sociaal verdrag en proces waarbij diverse partijen betrokken zijn, is geen vervanging voor toezicht door justitie en de internationale mensenrechtenwetgeving. Bestaande instituten moeten zoveel mogelijk betrokken worden bij internetregulering. Maar gezien de enorme uitdagingen die dit met zich meebrengt, is het ook noodzakelijk om alle actoren aan te moedigen te handelen in het belang van het internet-ecosysteem als geheel. De gevaren zijn eenvoudigweg te groot als dat niet gebeurt.
Door Marietje Schaake. Zij is lid van het Europees Parlement namens de Nederlandse politieke partij D66, oprichter van de Intergroup on the Digital Agenda for Europe en lid van de Global Commission on Internet Governance.
(IPS / Project Syndicate)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier