Voor altijd scherpe foto’s
De [universiteit van Stanford] (Californië) ontwikkelt een bijzonder type fototoestel. Welbepaald één dat alle dingen op een foto scherp kan weergeven. Dat lukt amateurfotografen (lees: de meesten van ons) vaak niet door ons eigen gebibber of door de slechte kwaliteit van het toestel. Het toestel dat ze in Stanford ontwikkelen, de ‘light field camera’ of ‘plenoptische camera’, werkt net hetzelfde als een standaard fotoapparaat. Het verschil zit binnenin. In een traditionele camera registreert een sensor achter de lens de lichtniveaus die op miljoenen plaatsen op zijn oppervlak terechtkomen. Als het licht niet scherp genoeg is, krijg je een vage foto. Bij de light field camera zit er een speciale lens tussen de gewone lens en de sensor. Die kan de lichtniveaus aanpassen nadat ze de camera al hebben bereikt. Achteraf kan je met andere woorden je foto’s aanpassen en veel scherpere beelden krijgen dan je ze in feite hebt genomen.Een mooi voorbeeld is deze driedubbele foto van een beeld van Rodin. Op de eerste foto ligt de focus op het voorste beeld, op de tweede werd die achteraf verplaatst naar het achterste beeld en op de derde zijn beide beelden scherp.Nieuw is het eigenlijk allemaal niet. Volgens Stanford is het principe van ‘herfocussen’ al bijna een eeuw (!) oud. Dit is wel de eerste toepassing die geschikt is voor een brede commerciële verspreiding. Wanneer de uitvinding dan effectief toegepast zal worden in modellen die te koop zijn, is nog niet duidelijk. Zeker is wel dat veiligheidsfirma’s al perspectieven zien in deze manier om bijvoorbeeld betere beelden te krijgen van veiligheidscamera’s.
De [universiteit van Stanford] (Californië) ontwikkelt een bijzonder type fototoestel. Welbepaald één dat alle dingen op een foto scherp kan weergeven. Dat lukt amateurfotografen (lees: de meesten van ons) vaak niet door ons eigen gebibber of door de slechte kwaliteit van het toestel. Het toestel dat ze in Stanford ontwikkelen, de ‘light field camera’ of ‘plenoptische camera’, werkt net hetzelfde als een standaard fotoapparaat. Het verschil zit binnenin. In een traditionele camera registreert een sensor achter de lens de lichtniveaus die op miljoenen plaatsen op zijn oppervlak terechtkomen. Als het licht niet scherp genoeg is, krijg je een vage foto. Bij de light field camera zit er een speciale lens tussen de gewone lens en de sensor. Die kan de lichtniveaus aanpassen nadat ze de camera al hebben bereikt. Achteraf kan je met andere woorden je foto’s aanpassen en veel scherpere beelden krijgen dan je ze in feite hebt genomen.Een mooi voorbeeld is deze driedubbele foto van een beeld van Rodin. Op de eerste foto ligt de focus op het voorste beeld, op de tweede werd die achteraf verplaatst naar het achterste beeld en op de derde zijn beide beelden scherp.Nieuw is het eigenlijk allemaal niet. Volgens Stanford is het principe van ‘herfocussen’ al bijna een eeuw (!) oud. Dit is wel de eerste toepassing die geschikt is voor een brede commerciële verspreiding. Wanneer de uitvinding dan effectief toegepast zal worden in modellen die te koop zijn, is nog niet duidelijk. Zeker is wel dat veiligheidsfirma’s al perspectieven zien in deze manier om bijvoorbeeld betere beelden te krijgen van veiligheidscamera’s.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier