Een recente prijsverhoging van Microsofts videogame-abonnement Xbox Game Pass is in het verkeerde keelgat geschoten bij de Amerikaanse Federal Trade Commission. De prijsverhoging levert ‘exact het soort schade voor de consument’ dat de mededingingswaakhond had voorspeld toen Microsoft videogamereus Activision Blizzard overnam.
Eerder deze maand verhoogde Microsoft de prijs van zijn Xbox Game Pass-abonnement, een soort Netflix voor games, van 15 euro naar 18 euro per maand voor het vlaggenschipabonnement Game Pass Ultimate. Gamers die alleen op pc spelen betalen nu 12 euro per maand in plaats van 10 euro voorheen.
Zou dat te maken kunnen hebben met de overname van Activision Blizzard, het grootste onafhankelijke videogamebedrijf, waarvoor de techgigant 68.7 miljard dollar (63 miljard euro) neertelde? De Amerikaanse Federal Trade Commission (FTC) denkt van wel.
In een brief naar Microsoft drukte die mededingingsautoriteit in de V.S. zijn bezorgdheid uit over het feit dat deze verandering ‘exact het soort schade voor de consument’ betekent waar de FTC al voor had gewaarschuwd. Microsoft heeft vorig jaar nog een juridische strijd tegen de FTC en andere concurrentie-autoriteiten moeten voeren om de miljardendeal – de grootste overname in videogames én (nipt) in de tech-sector op zich – te laten doorgaan. Maar de FTC spande een beroepszaak aan nadat Microsoft begin januari van dit jaar 1.900 mensen ontsloeg in haar videogamedivisie. Het waren voornamelijk Activision Blizzard-medewerkers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier