Net op tijd voor de zomervakantie was daar dan eindelijk de Nintendo Switch 2, opvolger van een van de populairste consoles ooit. Grote schoenen om te vullen dus, al lijken de eerste verkoopcijfers opnieuw een rooskleurige toekomst in te luiden. Maar wat vinden de gamers van de Data News-redactie van het nieuwe hebbeding? Je leest het in deze review.
Terwijl de PlayStation 5 een complete metamorfose onderging bij de wisseling van de wacht (eentje die niet door iedereen werd gesmaakt overigens), bleef Nintendo hondstrouw aan het design van de originele Switch (uit 2017) en dat van de OLED-versie die in 2021 uitkwam. Je kàn natuurlijk ook moeilijk iets veranderen aan een console die je thuis aan de tv kan koppelen, maar die bovenal ook draagbaar moet zijn: dan kom je al snel uit bij een scherm, met aan weerszijden een controller.
Optisch is er dan ook eigenlijk maar één ding écht veranderd, en dat is het formaat. Het scherm nam in diagonaal toe van 6,2-inch naar 7,9-inch (waar de OLED-versie een tussenstap van 7-inch liet noteren), en ook de controllers – de zogeheten Joy-Cons – zijn nu iets potiger. Dat juichen we toe: afgekoppeld dienen ze immers als ‘improvisatie gamepads’, en bij de oude Joy-Cons voelden we ons altijd een beetje als een zevenjarige met véél te grote pollen. Eén minpunt weggewerkt.
Aantrekkingskracht
Nieuw is ook dat de Joy-Cons voortaan magnetisch vastklikken in het scherm, dat in wezen de volledige console herbergt. Vroeger moest je ze erin schuiven. Daar zouden we je een anekdote met bloederige afloop over kunnen vertellen, ware het niet dat we die herinnering zelf ook liever niet meer oprakelen. Kortom, opnieuw een verbetering. Om nog maar te zwijgen over dat satisfying gevoel wanneer de positief en negatief geladen magneten het begrip aantrekkingskracht herdefiniëren: hashtag #mmmm. De controllers zitten daarna trouwens muurvast, totdat je ze met een gezwinde wijsvingerbeweging weer losklikt.
Goed om weten: Nintendo levert bij de Switch 2 een zogeheten Grip X1 mee, die de twee afzonderlijke Joy-Cons combineert tot één meer klassieke gamepad. Het ding voelt wat plastiekerig aan, maar in combi met de beide controllers valt er prima mee te spelen. Voor wie meer en beter wil: Nintendo levert voor de Switch 2 ook een zeer degelijke nieuwe Pro Controller (richtprijs: 89 euro) die zich moeiteloos kan meten met de spelbakjes van de PS5 of Xbox Series S/X. Overigens werkt de vorige Pro Controller ook nog prima samen met de Switch 2.

Laten we eerlijk zijn: de originele Switch had een belachelijk kleine en fragiele kickstand aan de achterzijde. En zelfs wanneer dat onderdeel vroeg of laat niét afbrak, dan bleek het nog schier onmogelijk om de console in je favoriete (kijk)hoek te plaatsen. De Switch 2 doet het vele malen beter, met een kickstand over bijna de hele breedte van het toestel, die je bovendien in zowat élke hoek kan fixeren. Of er geen sleet komt op (de weerstand van) het kantelmechanisme, dat zal de tijd moeten uitwijzen, maar voorlopig ziet het er goed uit.
Daarmee hebben we de buitenkant zowat volledig besproken, ware het niet dat Nintendo bovenaan de console nog een extra (lees: tweede) USB-C-poort heeft voorzien. Die is handig om het toestel op te laden in handheld-modus, maar kan ook gebruikt worden voor nieuwe of toekomstige accessoires. De Switch 2 Camera, waarover straks meer, is daar alvast een mooi voorbeeld van. En over connectors gesproken: het dock heeft nu standaard een LAN-poort, voor wie liever een meer stabiele en doorgaans snellere bekabelde netwerkverbinding wil gebruiken. Voorheen was een dergelijk dock wel al te koop als apart accessoire.

Geen OLED
Het beeldscherm van de console is zoals gezegd flink groter geworden, en minstens zo belangrijk is – eindelijk – de ondersteuning van 4K UHD-beelden (ultrahoge resolutie) op een compatibel televisietoestel. Wie ‘on-the-go’ speelt, krijgt de graphics in 1080p Full HD voorgeschoteld, oftewel in 1920 x 1080 pixels. Ook dat is gevoelig beter, want scherper, dan de 1280 x 720 beeldpunten van de vorige Switch-displays.
Het blijft alleen bizar dat Nintendo dit keer niét voor OLED-technologie koos, maar opnieuw voor LCD. Dat voelt een beetje als een stap terug in plaats van vooruit. Begrijp ons niet verkeerd: de beeldkwaliteit is dik in orde, mede door verversingssnelheden tot 120fps én omdat de portable console van Nintendo voor het eerst HDR ondersteunt. High Dynamic Range zorgt voor veel betere contrastverschillen tussen de donkere en lichte gebieden in het beeld, en dat is in games en films echt een pluspunt. Maar een OLED-scherm met HDR had ongetwijfeld nóg fraaier geoogd. Tegelijk had het de Switch 2, die een stevige 470 euro kost, nog een stuk duurder gemaakt, met een prijskaartje dat wellicht door de psychologische grens van 500 euro was gegaan. Dat krijg je bij veel gamers, en ouders van gamers, niet meer verkocht.

Ons buikgevoel? Er komt wel degelijk nog een Switch 2 OLED, over een jaartje of twee, waarbij Nintendo het kunstje met de schermupgrade nog eens dunnetjes overdoet. Met misschien ook wel het woordje ‘Pro’ in de productnaam (PS5 Pro, iemand?) en, dat zeker, een navenant prijskaartje.
De kwaliteit van het scherm en de 4K-output zeggen natuurlijk nog niet zoveel over de grafische prestaties van de Switch 2. De titels die wij tijdens de testperiode konden spelen (Mario Kart World en twee aangepaste Zelda-games), staan niet echt bekend om hun verbluffende graphics. Jazeker, de nieuwe Mario Kart ziet er verzorgd uit en de snoepkleurtjes spatten van het scherm, maar het blijft allemaal erg cartoony, omdat dit nu eenmaal Mario Kart is. Een stuk indrukwekkender om te zien, zijn gameplay-video’s van Fast Fusion, Hogwarts Legacy, Split Fiction en – die footage vooral – Cyberpunk 2077: Ultimate Edition. Maar het mooiste moet ongetwijfeld nog komen, want net als bij elke splinternieuwe consoles duurt het een poos, soms wel enkele jaren, voordat ontwikkelaars het volle potentieel eruit weten te persen.
Welkom, tegen betaling
Het is overigens nooit Nintendo’s ambitie geweest om het grafische geweld van PlayStation en Xbox te evenaren, laat staan overtreffen. Sinds de introductie van de destijds revolutionaire Wii, uit 2006 alweer, legt de Japanse fabrikant de focus veel liever op originele gameplay. De Switch 2 voegt daar weer een aantal dimensies aan toe. Om die spelenderwijs te ontdekken ontwikkelde Nintendo een interactieve techdemo, die simpelweg Welcome Tour heet. Tot onze verbazing krijg je dit stukje software niet cadeau bij je console van 470 euro, maar moet je er zowaar 9,99 euro voor neertellen. Een warm welkom kunnen we dat bezwaarlijk noemen.
De techdemo maakt wel goed duidelijk, onder meer aan de hand van mini-games, hoe geavanceerd met name de nieuwe Joy-Cons zijn. Zo kan je ze voortaan allebei, tegelijk of apart, als een muis gebruiken. De ondergrond hoeft daarvoor niet glad te zijn: je kan het geïmproviseerde digitale knaagdier ook gewoon over je jeansbroek of de bekleding van de sofa bewegen. De registratie van de bewegingen gebeurt namelijk door een minuscuul cameraatje van slechts luttele pixels, precies genoeg om de kleinste verandering te detecteren.

Nog indrukwekkend: het onderdeel dat de HD-trilfunctie demonstreert aan de hand van twee virtuele maracas oftewel sambaballen. Je kan ze vullen met digitale pareltjes of kleine rubberen ballen en dat voelt – als je ermee schudt – ronduit levensecht! Joost (of moeten we zeggen: Yoshi?) mag weten tot wat voor originele spelelementen dat de komende jaren weer zal leiden.
GameChat, met of zonder camera
Een andere nieuwigheid van de Switch 2 die niet onvermeld mag blijven, is GameChat. Hiermee kan een groep van vrienden, tot wel twaalf mensen, tijdens het spelen met elkaar chatten. Iedere deelnemer kan ook zijn scherm delen, zelfs als hij of zij in een andere game verwikkeld is. Die extra schermen verschijnen dan in een iets kleiner formaat, onder je eigen game.
Met behulp van een compatibele USB-C-camera krijgen je vrienden en jij mekaar bovendien in realtime te zien, waarbij de hoofden automatisch ‘losgeknipt’ worden van de achtergrond. Nintendo levert hiervoor zelf twee nieuwe cameraatjes: een exemplaar op een pootje met een prijskaartje van 59,99 euro, en een opklikmodel in de vorm van een Piranha Plant dat voor 39,99 euro van eigenaar verandert. De resolutie van de camera’s blijkt erg laag (lees: de hoofdjes zijn nogal gekarteld), maar ook hier is het natuurlijk vooral weer de funfactor die telt. Wat die fun een beetje drukt, is dat voor de GameChat-functies een Nintendo Switch Online-abonnement vereist is. Dat kost doorgaans 19,99 euro per maand, maar bij wijze van welkomstgeschenk hoef je tot maart 2026 niets te betalen voor GameChat.

Zoals je eerder al kon lezen op Data News is de nieuwe Switch gelukkig backwards compatible met spelletjes voor de ‘oude’ consoles, en dat zowel met fysieke cartridges als met digitale downloads. Soms werken die titels onmiddellijk, in andere gevallen is eerst een software-update nodig. Tijdens de test verschenen onze oude games alvast netjes bij het onderdeel Virtuele Gamecards, waar je ze opnieuw kan downloaden. Daarvoor stelt de Switch 2 trouwens 256 GB opslagruimte beschikbaar – heel wat meer dan de 32 gigabyte van zijn voorganger. Uiteraard kan je de capaciteit als vanouds uitbreiden met een optioneel geheugenkaartje.
Wat we nog missen, in vergelijking met de oorspronkelijke Nintendo Switch, is een YouTube-app. Google heeft op X echter al laten weten dat zo’n app niet lang meer op zich zal laten wachten. Wat voorlopig niet verwacht wordt, zijn apps voor streamingdiensten als Netflix of Spotify. Je kan die services eventueel wel gebruiken via de browser van de console, als je tenminste weet hoe je dat verborgen programma aan de praat krijgt. Die omweg valt buiten het bereik van onze review, maar op het internet is er genoeg info over te vinden.

Conclusie
De Nintendo Switch 2 is absoluut ‘bigger and better’, maar heel vernieuwend vinden we de console niet. Of moeten we zeggen, nog niet? Want van die Joy-Cons, die duidelijk compleet opnieuw werden ontworpen, hebben we het laatste nog niet gezien. Ze bieden een ongekende precisie, levensechte HD-trileffecten en hippe snufjes (zoals de muisfunctie) die de komende jaren ongetwijfeld heel wat verfrissende gameplay gaan opleveren.
Het scherm moest anno 2025 natuurlijk gewoon van het OLED-type geweest zijn, maar zoals gezegd had dat het toch al pittige prijskaartje geen goed gedaan. Een heel groot minpunt is het trouwens niet, te meer omdat je deze Switch een groot deel van de tijd aan een groot tv-scherm hangt. En daar heeft Nintendo, met de upgrade naar 4K-beeldkwaliteit, de verwachtingen wél ingelost.
