EU krijgt ongelijk over IT-importheffingen
De Wereldhandelsorganisatie WTO heeft de Europese Unie in het ongelijk gesteld in een zaak rond importheffingen op ict-producten. De Verenigde Staten, Taiwan en Japan legden de kwestie in 2008 voor aan de WTO, na jaren lobbyen. Ze stelden dat de EU de Information Technology Agreement (ITA) schond, een verdrag uit 1996 dat getekend is door 70 landen met als doel de importheffingen op elektronische goederen te schrappen.
De Wereldhandelsorganisatie WTO heeft de Europese Unie in het ongelijk gesteld in een zaak rond importheffingen op ict-producten.
De Verenigde Staten, Taiwan en Japan legden de kwestie in 2008 voor aan de WTO, na jaren lobbyen. Ze stelden dat de EU de Information Technology Agreement (ITA) schond, een verdrag uit 1996 dat getekend is door 70 landen met als doel de importheffingen op elektronische goederen te schrappen.
De ITA heeft het over ‘high tech’, een term die de EU niet wilde plakken op een reeks consumentenproducten: flatscreens voor pc’s, printers die ook scannen, faxen en kopiëren en set-topboxen die ook in internet voorzien. Daarom waren die ‘gewone’ consumentenproducten onderhevig aan importheffingen tussen 6 en 14 procent. Dat leverde de EU een voordeel – en de exporterende landen een nadeel – op van miljarden euro’s.
De WTO tikt de EU nu op de vingers en verplicht de EU om de eigen regels conform de ITA aan te passen. De EU heeft 60 dagen om in beroep te gaan. Het is nog niet duidelijk of dat zal gebeuren. Mocht dat het geval zijn, zal de WTO binnen de 3 maanden oordelen. Als de EU het vonnis van de WTO niet opvolgt, mogen de VS, Japan en Taiwan zelf importheffingen invoeren op een hele rist Europese producten. Volgens de Wall Street Journal zou de EU eigenlijk liever de hele ITA heronderhandelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier