Meta mag Facebook- en Instagram-berichten van EU-gebruikers inzetten om zijn AI-modellen te trainen. Dat heeft een Duitse rechter vrijdag besloten in een spoedzaak die was aangespannen door een organisatie die zich inzet voor consumentenbescherming.
De organisatie beschuldigde het Amerikaanse techbedrijf van het schenden van EU-regels voor gegevensbescherming. Meta wil vanaf dinsdag 27 mei openbare content van volwassen gebruikers in de Europese Unie gebruiken om zijn AI-software te trainen, tenzij gebruikers hiertegen bezwaar maken. Het gaat onder meer om berichten en reacties die mensen hebben geplaatst op Facebook en Instagram.
Volgens de rechter is het gebruik van de data voor de AI-training wettig, omdat Meta een legitiem doel nastreeft met het gebruik van de gegevens dat niet bereikt kan worden met andere, minder ingrijpende middelen. Meta heeft bovendien overtuigend aangetoond dat gevoelige informatie eruit wordt gefilterd.
Eerder al afgetoetst
Dat de rechter het gebruik van de gegevens goedkeurt is niet zo opmerkelijk. Meta heeft na eerdere kritiek vorig jaar haar aanpak afgetoetst bij de autoriteiten. Dat is de reden dat het dit jaar opnieuw gebruikers meldt dat het hun openbare data gaat gebruiken.
Wie daar geen zin in heeft, kan die verwerking vrij eenvoudig weigeren. Hoe je dat doet en welke data er wordt gebruikt kan je hier nalezen.