Intel wint rechtszaak bij EU-hof over Europese boete
Chipfabrikant Intel heeft opnieuw een overwinning geboekt in de slepende rechtszaak in de Europese Unie rond marktmisbruik waarbij het bedrijf kortingen gaf om zijn chips te gebruiken.
Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat de Europese Commissie niet heeft kunnen bewijzen dat het Amerikaanse bedrijf illegale kortingen heeft gegeven aan computerfabrikanten om zijn chips te gebruiken. Het hof, de hoogste rechter in de EU, wees daarmee alle beroepsgronden van de commissie af.
Brussel had Intel in 2009 oorspronkelijk een boete opgelegd van 1,06 miljard euro. Het Amerikaanse bedrijf ging hiertegen in beroep bij de Europese rechter. Het Gerecht van de EU oordeelde in 2022 dat een deel van de beschuldiging ongegrond was. Omdat niet duidelijk was welk deel van de boete wel terecht was, maakte de rechtbank destijds de hele boete ongedaan. De commissie verklaarde op haar beurt dat het oordeel van het Gerecht van de EU vol fouten zat en ging in beroep bij de hoogste rechter.
Tweede boete
Ondanks de overwinning voor Intel is de zaak nog niet afgelopen. Na het oordeel in 2022 legde de commissie Intel vorig jaar een nieuwe boete op van ruim 376 miljoen euro voor overtreding van de marktregels.
De commissie benadrukte daarbij de delen van de zaak die de rechtbank in 2022 wel bewezen vond. Zo zou Intel de verkoop van computers met chips van concurrenten hebben geprobeerd te beperken door computerfabrikanten en verkoopkanalen te betalen als ze die verkoop aan banden legden. Volgens de commissie heeft het Gerecht daarmee geoordeeld dat Intel wel degelijk schuldig is aan het verstoren van de concurrentie.
Intel heeft ook tegen die nieuwe lagere boete beroep aangetekend. Daarnaast eist het bedrijf nog een rentevergoeding van de commissie over de oorspronkelijke boete, die het al had betaald.