Europese landen lopen wat AI betreft flink achter op de VS en China. Dat stelt de CEO van Nvidia, Jensen Huang. Wil Europa dat oplossen, dan moet er volgens hem meer in de technologie geïnvesteerd worden, en dan met name in AI-infrastructuur.
Nvidia is een van de belangrijkste fabrikanten van chips voor kunstmatige intelligentie. Landen beginnen volgens CEO Jensen Huang in te zien dat data een ‘nationaal goed’ is, schrijft The Register. ‘Ze kunnen het zich niet veroorloven om niét over de benodigde infrastructuur te beschikken’, stelt hij. ‘Net zoals elk land zich realiseert dat je communicatie, transport en gezondheidszorg nodig hebt, moet er ook een fundamentele infrastructuur aanwezig zijn voor de productie van (kunstmatige, nvdr) intelligentie.’
Nationale supercomputers
Huang deed zijn uitspraken tijdens een bezoek aan Denemarken, waar de nieuwe Gefion-supercomputer in gebruik werd genomen. Deze zogeheten soevereine AI-supercomputer is gebaseerd op de DGX H100 SuperPOD-architectuur van Nvidia en bevat 191 nodes met in totaal 1.528 GPU’s. Daarmee behoort het systeem tot de twintig krachtigste supercomputers ter wereld.
Soevereine AI kan worden bereikt wanneer een land de capaciteit heeft om kunstmatige intelligentie te produceren met zijn eigen data, werknemers, infrastructuur en bedrijfsnetwerken. ‘Een supercomputer op nationale bodem geeft landen de mogelijkheid om hun eigen infrastructuur te gebruiken bij het bouwen van AI-modellen en toepassingen die hun unieke cultuur en taal weerspiegelen’, aldus Nvidia in een blogbericht.
In samenwerking met Dutch IT Channel.
