Flappy Bird, het even verslavende als irritante spelletje dat begin dit jaar stormachtig populair was op mobiele apparaten, komt in augustus terug. Het zal minder verslavend zijn, zegt de maker.
Flappy Bird verscheen in mei in de App Store van Apple en later ook op Google Play, de tegenhanger op Android. Een klein jaar later werd het een regelrechte hype. Op het hoogtepunt van zijn populariteit bracht het de maker, de Vietnamees Dong Nguyen, 50.000 dollar (36.000 euro) per dag op uit advertentie-inkomsten (de app zelf was gratis).
Het spelletje zelf is bijzonder simpel: door op je scherm te tikken, moet je een rudimentair weergegeven vogeltje over een reeks obstakels heen leiden. Dat klinkt makkelijk zat, maar het is aartsmoeilijk, zenuwslopend en desondanks – of net daardoor – behoorlijk verslavend.
Dat laatste was ook de reden waarom Dong Nguyen het spelletje in februari van de markt haalde. “Ik kan het niet meer aan”, liet hij toen horen. Ondanks het rijkelijk binnenstromende geld, voelde hij zich zo schuldig dat hij niet meer kon slapen.
Nu komt het spelletje dus terug, zij het in licht gewijzigde vorm, laat Nguyen horen aan de Amerikaanse televisiezender CNBC. De versie die vanaf augustus verkrijgbaar wordt, zal minder verslavend zijn en geschikt om met meerdere spelers tegelijkertijd te spelen.
