FTTH Council: ‘Breedbandproviders misleiden consument’
In Europa is het verschil tussen de geadverteerde en feitelijke breedbandsnelheid te hoog. De FTTH Council, die pleit voor glasvezel naar elke deur, wil meer duidelijkheid voor de consument.
In Europa is het verschil tussen de geadverteerde en feitelijke breedbandsnelheid te hoog. De FTTH Council, die pleit voor glasvezel naar elke deur, wil meer duidelijkheid voor de consument.
In een opiniestuk laakt de FTTH (Fibre to the Home) Council het gebrek aan duidelijke informatie over de werkelijke snelheid van breedbandverbindingen. Providers adverteren hun producten vaak met maximale snelheden die in de praktijk echter niet gehaald worden. “Zou u het fijn vinden als een supermarkt u een volle liter melk zou aanrekenen en u thuis zou vaststellen dat de fles maar half gevuld is? Toch mogen breedbandproviders de consument de volle prijs aanrekenen voor een snelheid ‘tot’, ongeacht of ze die kunnen leveren of niet,” zegt Hartwig Tauber, directeur-generaal van de FTTH Council Europe.
Tauber geeft voorbeelden uit Groot-Brittannië en Denemarken waar uit studies blijkt dat de geadverteerde breedbandsnelheid sterk verschilt van de effectieve internetsnelheid voor de consument. In beide landen hebben regulatoren maatregelen genomen om dat verschil weg te werken. Zo zegt een richtlijn uit 2012 van de Britse Advertising Standards Agency dat minstens 10% van de klanten de in advertenties beloofde snelheid moeten ontvangen en dat isp’s dat moeten kunnen bewijzen. In Denemarken worden operatoren sinds kort verplicht om een minimumsnelheid te garanderen aan hun klanten. Klanten moeten ook minstens de helft van de geadverteerde snelheid ontvangen. De maatregel geldt voor alle soorten breedbandnetwerken, ook de mobiele.
Tauber is blij met de Britse en Deense maatregelen, maar wil ook een Europese aanpak. De Europese Commissie beloofde in 2012 via een Aanbeveiling voor regulatoren de breedbandreclame voor Europese consumenten te verbeteren. Daar is tot nu toe weinig van in huis gekomen. Wel heeft Europa om de uitrol van fibernetwerken te bespoedigen extra steun vrijgemaakt: 9,2 miljard euro tussen 2014 en 2020.
België heeft bijna 100% dekking voor snelle breedband en is daarmee Europees koploper, maar er bestaat geen studie over de effectief gehaalde snelheden.
De FTTH Council heeft als belangenvereniging uiteraard een oplossing voor de discrepantie tussen geadverteerde en werkelijke breedbandsnelheid: glasvezel tot in ieders huis. “Een goed ontworpen glasvezelnetwerk is fysisch in staat om 100% van de geadverteerde snelheid te leveren,” zegt Tauber.
Pas dit jaar wil Belgacom nieuwe verkavelingen gaan uitrusten met glasvezel tot in de woonkamer. Vooralsnog is maar een klein aantal abonnees aangesloten op een glasvezelkabel. Voor Belgacom zou het over minder dan 6.000 huishoudens gaan. Telenet heeft momenteel alleen nodes in glasvezel en beperkt zijn iFiber-glasvezelaanbod tot bedrijven. De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) vroeg Telenet in februari 2011 om de bewering “internet tegen lichtsnelheid” te verwijderen uit zijn advertenties voor FiberNet-producten. “Om verwarring te vermijden, is het aangewezen dat Telenet door middel van een sterretje zou vermelden dat het geen Fiber to the Home is,” aldus JEP (pdf). In heel Europa zouden 32 miljoen huizen aangesloten zijn op glasvezel (cijfers FTTH Council juni 2012).
Europa heeft als doelstelling om tegen 2020 alle Europese burgers aan te sluiten op een internetverbinding van 30 Mbps. De helft zou tegen dan een verbinding van meer dan 100 Mbps moeten hebben.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier