Het Belgische gerecht mag voortaan ook stiekem gegevens en communicatie doorzoeken op computers, smartphones en andere toestellen. Een onderzoeksrechter zal toestemming mogen geven voor een ‘heimelijke zoeking van een informaticasysteem’.
Staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein (Open Vld) heeft er daarbij over gewaakt dat de aanpassing van de BOM-wet is gebeurd met respect voor de privacywet, maar benadrukt dat privacy niet absoluut is. “De wereld verandert, dus moet ook de wetgeving mee veranderen”, zegt Tommelein. “Het is altijd een kwestie van het goede evenwicht te zoeken”.
Een onderzoeksrechter zal toestemming moeten geven voor een “heimelijke zoeking van een informaticasysteem”. Zo zal de politie zonder dat de bewoner het weet een woning kunnen binnendringen waar een geviseerde computer zich bevindt.
Staatssecretaris Tommelein onderstreept dat er voor het wetsontwerp in de tweede lezing langs de ministerraad passeerde, een advies van de privacycommissie is gevraagd. Hij merkt ook op dat het heimelijk meeluisteren en – in extreme gevallen – apparatuur plaatsen in een woning nu al bestaat. Maar “de wereld verandert, dus moet ook de wetgeving mee veranderen. Misdadigers maken nu eenmaal gebruik van computers, internet en smartphones, en niet meer van een vast telefoontoestel”.
Toestemming onderzoeksrechter
Tommelein wijst er ook op dat er steeds een goedkeuring nodig is door een onderzoeksrechter of procureur en het dus alleen kan gebeuren in het kader van een gerechtelijk onderzoek en bij ernstige aanwijzingen, en enkel wanneer andere onderzoeksmethodes niet volstaan. Daarbij haalt hij het principe aan dat privacy enkel mag worden geschonden wanneer andere methodes die de privacy niet of minder schenden, niet volstaan.
Volgens de staatssecretaris lag op een bepaald moment het voorstel op tafel dat politieagenten op eigen initiatief zouden kunnen patrouilleren op internet met interactie met een fictieve identiteit, eender waar en op gelijk welk moment. “Dat is een stap te ver voor mij”, waarschuwt Tommelein. In “real life” kunnen agenten infiltreren in het misdaadmilieu, maar dan in het kader van een gerechtelijk onderzoek en met goedkeuring van de onderzoeksrechter. Voor patrouilleren op internet zal net hetzelfde gelden, luidt het.
(Belga/WK)
