Dewi Van De Vyver
Global Ethics Day: voor wanneer de schone programmeurs?
Woensdag 20 oktober vierden we – voor de achtste keer al – Global Ethics Day. Nu de digitalisering in de meest uiteenlopende maatschappelijke domeinen en sectoren hoog op de agenda staat, moeten we misschien ook eens stilstaan bij de (on)ethische aspecten daarvan, vindt Dewi Van De Vyver, CEO van Flow Pilots.
Global Ethics Day zag het levenslicht in 2014, vanuit het voornemen ethiek een stukje centraler te plaatsen in de relatie tussen bedrijven, organisaties en individuen. In bepaalde sectoren – denk aan de succesvolle schone kleren-campagne in de textielindustrie – is de aandacht voor menswaardige productie-omstandigheden in het bijzonder en een ethischer businessmodel in het algemeen sterk toegenomen. Terecht, maar het zou al te naïef en kortzichtig zijn om dit discours te beperken tot enkele heel visibele sectoren. Ook de ‘hippe’ IT-sector kan een stevige extra scheut ethiek gebruiken.
De sterk verhoogde focus op een versnelde digitalisering maakt dat er een grote nood is aan technische profielen. Die ‘mogen echter niet te veel kosten’ en dat zorgt er vandaag voor dat nogal wat medewerkers uit die sector tussen de mazen van het sociale en humane vangnet belanden. Want voor het invullen van die vacatures kijken we dan al snel collectief over de grenzen heen: in eerste instantie naar Oost-Europa, maar net zo goed richting India. De specialisten daar zijn doorgaans relatief goed opgeleid, ze tonen zich leergierig en ze zijn – altijd leuk meegenomen – ook nog eens een pak goedkoper dan die in eigen land. Bovendien houden we zo ook nog eens de globale economie draaiende en ondersteunen we onze eigen diensten- en maakindustrie in hun levensnoodzakelijke digitale transformatie. Iedereen tevreden, toch?
Hoe ethisch is het om onze digitalisering uit te besteden aan goedkope werkkrachten in landen met een twijfelachtige reputatie?
De buitenlandse realiteit is iets ingewikkelder, en vooral: het plaatje oogt iets minder rooskleurig. Jawel, zo’n goed opgeleide Indiase werknemer is anno 2021 doorgaans even vlot bereikbaar als een lokale medewerker die hooguit dertig kilometer verderop achter zijn laptop zit. Wanneer je een concreet probleem met een multidisciplinair team moet oplossen, blijken die afstand en het tijdsverschil plots al iets minder handig. Maar geen nood, dan vliegen we zo’n Indiër toch snel even over? En desnoods regelen we ook een visum voor drie maanden, waarna onze IT’er opnieuw naar huis kan. Staan we ooit wel stil bij die aanpak?
Goedkope buitenlandse werkkrachten worden als koopwaar over en weer gevlogen, waarna ze drie maanden op een bedrijventerrein worden gedropt om code te schrijven. Aziatische arbeid tegen bodemprijzen, het verhaal klinkt verdacht bekend.
En laat ons wel wezen: ook de uitbesteding van grote IT-opdrachten aan voormalige Oostbloklanden is niet bepaald onschuldig. In veel van die landen is die offshore-industrie intussen uitgegroeid tot een belangrijke economische groeisector. Misschien nog belangrijker dan hacking en cybercriminaliteit, waarvan – o ironie – ook onze bedrijven dan het slachtoffer worden. Bovendien is ook het respect voor de ‘Europese waarden’ waarop we ons in eigen land zo graag beroepen in een aantal Oost-Europese landen niet altijd even vanzelfsprekend. Ethiek draait om respect, en daarin moeten we vooral niet te selectief zijn.
Goedkope buitenlandse werkkrachten worden als koopwaar over en weer gevlogen.
Deze Global Ethics Day is wellicht het uitgelezen moment om als sector eindelijk werk te maken van een volwaardig én humaan HR-beleid voor buitenlandse IT-ers. Of, waarom niet, om het koop lokaal-adagio uit andere sectoren zelf ook wat meer in praktijk te brengen. Het houdt niet langer steek om enerzijds je eigen jaarverslagen op te smukken met Sustainable Development Goals, en anderzijds blind te blijven voor de weinig transparante en vaak ronduit bedroevende werkomstandigheden in de eigen technologiesector. Digitalisering kan heel wat processen een stuk efficiënter en duurzamer maken, maar laat ons die duurzaamheid ook doortrekken naar de levens en werkomstandigheden van onze eigen programmeurs en medewerkers.
Daarom mogen de digitalisering in het algemeen en het programmeerwerk in het bijzonder geen uitbestede activiteit blijven die zich onder de radar van de CEO en het algemene management afspeelt. Net zoals IT niet langer beschouwd mag worden als een kostenpost, want dan is een pure race to the bottom op termijn onafwendbaar. De CTO moet een volwaardige rol krijgen binnen het bedrijfsmanagement, en het IT-beleid moet opgewaardeerd worden tot een cruciale factor in het bereiken van álle strategische doelstellingen. Ook de duurzaamheidsdoelstellingen dus.
Het houdt niet langer steek om enerzijds je eigen jaarverslagen op te smukken met Sustainable Development Goals, en anderzijds blind te blijven voor de ronduit bedroevende werkomstandigheden in de eigen technologiesector.
We zien op dat vlak ook een belangrijke opdracht weggelegd voor de verschillende overheden. Waarom maakt pakweg de EU bij grote aanbestedingen geen werk van een checklist met minimale arbeidsvoorwaarden voor buitenlandse IT’ers, zoals ze de voorbije jaren ook stelselmatig de druk verhoogde op de grote textielgiganten? Enkel dan kan winst ook in onze sector een echt en-en verhaal worden, en geen verhaal dat geschreven wordt ten koste van anderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier