GPS-signaal moet beter beschermd worden
De uitvinder van GPS eist een verbod op GPS-verstoorders, en vraagt meer betrouwbare GPS-ontvangers en het gebruik van complementaire systemen.
Als kolonel in de Amerikaanse luchtmacht tekende professor Bradford Parkinson als ‘chief architect’ voor het satelliet gesteund GPS-navigatiesysteem, en beweert hij de ‘vader van GPS’ te zijn. Op een conferentie in Groot Brittannië, waar de zwakten in satelliet-gesteunde positie-, navigatie- en tijdsystemen aan bod komen, wees hij op het gevaar van verstoorde GPS-signalen, nu steeds meer levensnoodzakelijke diensten afhangen van een foutloos en verzekerd gebruik van GPS en gelijkaardige systemen.
Parkinson roept dan ook uitdrukkelijk op het GPS signaal wettelijk te beschermen (door een wettelijke bescherming van gebruikte frequenties) en een harder optreden tegen het gebruik van verstoorders van GPS-signalen. Zo pleit hij voor meer straffen als in Australië, waar een GPS verstoring die de veilige koers van een vaartuig bedreigt kan resulteren in een gevangenisstraf van vijf jaar, en een boete van 850.000 dollar. Hij maakt zich zorgen over het gebruik van steeds krachtiger verstoorders door misdadigers (zoals bij de diefstal van vrachtwagens met GPS-lokalisatie), waardoor GPS-ontvangers tot kilometers in het rond van slag kunnen zijn. Dat kan levensgevaarlijke situaties opleveren, ook al omdat het GPS-signaal per definitie zwak is bij ontvangst op het aardoppervlak.
Complementaire alternatieven
Daarom moeten ook meer inspanningen worden geleverd rond de ontwikkeling en het gebruik van complementaire systemen naast GPS-signalen. Zo veroordeelt Parkinson dat het maritiem transport al te vaak uitsluitend op GPS-signalen vertrouwt. “Het gaat zover dat sommige reders de kapitein opleggen om meteen te stoppen, als GPS niet werkt. […] Ze moeten simpelweg wachten tot het signaal terugkeert , want de bemanning is niet meer gewend om zonder GPS te werken.” Vorig jaar werd al gedemonstreerd hoe het ‘spoofen’ van een GPS signaal een peperduur superjacht met hypermoderne uitrusting onwetend op een verkeerde koers kon worden gestuurd.
Parkinson adviseert onder meer het gebruik van de signalen van equivalente satellietsystemen, zoals het (Europese) Galileo of het (Russische) Glonass, maar ook een betere combinatie van satellietsignalen met informatie uit andere bronnen. Zo heeft Groot Brittannië al een opvolger van het ooit wijsverspreide Loran radionavigatiesysteem ontwikkeld – eLoran – dat op zichzelf al een nauwkeurige plaatsbepaling tot +/- 8 meter biedt. Daarnaast kan ook een combinatie met onder meer wi-fi signalen (voor plaatsbepaling in een gebouw), ‘quantum’ navigatie (met behulp van uiterst nauwkeurige accelerometers) en verzamelingen van goedkope sensoren worden gedacht. Een complementaire oplossing op basis van goedkope sensoren (zoals hoogtemeter, drukmeter, magnetometer etc) zou medio 2015 in een prototype moeten resulteren. Naast dat alles moeten de producenten van GPS/Galileo/Glonass-ontvangers hun systemen ook harden tegen valse en storingssignalen, en moeten ook mobiele opsporingssystemen van GPS verstoorders worden ontwikkeld.
Niet in een mand
Belangrijk is tevens dat de eindgebruikers beseffen dat niet alle ‘positie/navigatie/tijd’-eieren in een enkele mand mogen worden gelegd. Voortgaand onderzoek naar de risico’s van het verstoren van GPS-signalen “leert ons dat dit probleem niet zal verdwijnen, maar zal toenemen door het gebruik van steeds krachtiger verstoorders. Het is duidelijk dat we in de toekomst niet alleen op onze ruimte-infrastructuur kunnen rekenen voor al onze noden inzake plaatsbepaling en exacte tijdsbepaling,” aldus Bob Cockshot, lid van het Britse ICT Knowledge Transfer Network.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier