Heeft de Oekraïense techsector de veerkracht om te overleven?
De afgelopen tien jaar ontvouwde zich een waar techsprookje in Oekraïne. Het land zette zich op de kaart als techhub en groeide vorig jaar nog met meer dan dertig procent. Door de Russische invasie beleeft de sector nu één van de donkerste bladzijden uit zijn geschiedenis.
Oekraïne mag zich met recht en reden een technologische hotspot in Europa noemen. Naast sites voor de productie van hardware telt het land ook heel wat ontwikkelingscentra voor software en IT-services. De sector telt zo’n 250.000 software-ingenieurs en alleen al in de hoofdstad Kiev zijn meer dan duizend start-ups te vinden. Het potentieel is ook bedrijven als Microsoft, Google en Samsung niet ontgaan, die er de laatste jaren R&D-centra hebben neergepoot. Daar zit het gunstige Oekraïense belastingregime en de soepele wetgeving ook voor iets tussen, net als de lagere loonkost. Al zagen we de Oekraïners op dat laatste vlak snel andere Oost-Europese landen bijbenen.
De start van de Russische invasie in Oekraïne op 24 februari zorgde uiteraard voor een zware klap. Er kwam meteen een braindrain op gang. Oekraïense software-ingenieurs stonden voor de keuze: het land ontvluchten of ingaan op de oproep om naar het front te trekken. De Oekraïense techbedrijven kwamen voor een enorme uitdaging te staan. Hoe ga je als bedrijf met een oorlogssituatie om? Naast zakelijke en organisatorische problemen is er namelijk ook het menselijke aspect: de verwoesting van families en levens.
De eerste dagen
Dmytro Voloshyn is mede-oprichter en CTO van Preply, een ontwikkelaar van apps en e-learningoplossingen voor taalcursussen. Het bedrijf heeft in Kiev zowat honderd medewerkers. Het hoofdkantoor van Preply verhuisde noodgedwongen van Kiev naar Brookline, Massachusetts, en heeft daarnaast ook een kantoor in Barcelona. Tijdens de jaarlijkse Tech.eu Summit in Brussels Expo vertelde Voloshyn, samen met twee andere stemmen uit de Oekraïense techsector, hoe zij de eerste dagen van het conflict en de daaropvolgende maanden beleefd hebben.
‘We hadden ons niet verwacht aan de schaal van de invasie’, vertelde Voloshyn. ‘Het was meteen duidelijk dat we voor relocatie moesten kiezen.’ Een moeilijke en ingrijpende beslissing, die achteraf gezien wel de juiste bleek. Preply koos ervoor om de salarissen van de getroffen medewerkers vooruit te betalen. Hij heeft het geluk dat het zijn inkomsten uit het buitenland haalt en een mondiale focus heeft. ‘Bedrijven die sterk lokaal verankerd zijn, voelen de impact veel harder. Hun werknemers zijn werkloos.’
‘Bedrijven die sterk lokaal verankerd zijn, voelen de impact veel harder. Hun werknemers zijn werkloos’
Alexandra Govorukha staat aan het hoofd van de internationale PR-dienst van Sigma Software Group, een Zweeds-Oekraïens IT-bedrijf. Ook zij vertelt verrast te zijn door de omvang van het offensief. ‘Iedereen beschouwde de spanningen met Rusland als een politiek spel, niemand verwachtte dat het echt zo zou lopen. Op het moment van de inval verbleef ik in het buitenland, terwijl mijn dochter in Kiev zat.’ Sigma Software heeft zijn hoofdkwartier in Charkov, een stad in het noordoosten van het land die middenin conflictgebied ligt en waar zo’n 700 mensen werken voor de groep. ‘In totaal evacueerden we tweeduizend medewerkers’, zegt ze. ‘Omdat de IT-sector in ons land vooral mannelijk is, is de impact van de oorlog op ons ecosysteem zeer groot.’
Ukrainian Startup Fund
Het conflict sloeg een grote krater in de financieringsbronnen voor de sector. De bloeiperiode werd voor een groot deel aangedreven door overheidsinvesteringen vanuit het Ukrainian Startup Fund, een staatsfonds voor startende techbedrijven. ‘De financiering kwam zo goed als droog te liggen’, vertelt Evelina Komarnytska van het UKF. ‘Zo goed als alle budgetten gaan nu naar de oorlog.’ Daarom verlegde het fonds zijn focus. ‘We zetten nu alles op alles om onze techstart-ups te laten overleven. We helpen hen bij het aantrekken van nieuwe middelen en bij gedwongen verhuizen.’
Om financiële middelen te vinden, kijkt de sector nu vooral naar het buitenland. ‘Vroeger kwam het grootste deel van onze middelen uit Oekraïne, vandaag kijken we enkel nog naar Europa en de VS’, zegt Komarnytska. ‘Onze focus ligt nu op het organiseren van internationale events om partners en donoren aan te trekken.’
Sigma Software zag zich gedwongen om zo’n 90 procent van zijn medewerkers te hervestigen. In de eerste weken sinds de start van conflict slaagde de groep er zo in om 80 procent van zijn medewerkers aan het werk te houden, vandaag ligt dat cijfer op 95 procent. Een klein deel van de medewerkers doet dienst als vrijwilliger aan het front. Halfweg mei opende het softwarebedrijf opnieuw de deuren van zijn kantoor in Kiev. De vastberadenheid om de gewone draad terug op te pikken is groot.
Oorlogsplannen
Om te overleven was het voor veel bedrijven, niet alleen in de technologie- en IT-sector, noodzakelijk om een oorlogsplan op te stellen. Het is daarbij opvallend hoe ze ruimte voorzien om te kunnen bijdragen aan de Oekraïense strijd. ‘Veel bedrijven van Oekraïense origine hebben hun belastingen vrijwillig een jaar vooruitbetaald, om zo de oorlogskas mee te financieren’, zegt Govorukha. Sigma Software doneerde zelf één miljoen dollar voor het Oekraïense leger en humanitaire hulp.
‘We zetten nu alles op alles om onze techstart-ups te laten overleven’
Het continuïteitsplan van Preply moest, naast het bieden van antwoorden op de crisis, ook perspectief geven aan de medewerkers. ‘Vanaf de eerste week van het conflict hadden we het plan om binnen de maand weer naar business as usual te gaan’, vertelt de CTO. Het hoofdkwartier in Kiev maakt daar voorlopig geen deel meer van uit. ‘In Massachusetts beschikken we over onze eigen war room, een vergaderzaal waar we in beperkt overleg knopen doorhakken over nieuwe ontwikkelingen.’
Ook Sigma Software beschikt over een businessplan voor oorlogstijden, waarmee de groep op korte termijn tracht te plannen. Verder dan twee maanden kijkt het bedrijf niet vooruit. Een groot deel van de planning bestaat uit veiligheidsfondsen, om toekomstige tegenslagen op te kunnen vangen. Door het conflict is er ook verscherpte aandacht voor cyberveilige IT-infrastructuur. ‘We zijn beducht voor Russische cyberaanvallen’, aldus Alexandra Govorukha.
Aandacht voor welzijn
Uiteraard gaat er in het plan meer dan ooit aandacht uit naar het welzijn van de werknemers. Zo biedt Sigma Software zijn medewerkers een veilig toevluchtsoord aan. Daarnaast is er uiteraard ook veel nood aan mentale ondersteuning. ‘We letten heel sterk op de werkdruk en bieden onze medewerkers psychotherapeutische begeleiding.’ Ook de druk op het management is groot. ‘We proberen die wat weg te nemen door een aantal van hun taken te decentraliseren en over te laten aan de werknemers. We betrekken hen daarin op een open manier via brainstormsessies. Zo hoeft het management zich enkel op strategische kwesties te focussen.’
Naoorlogse ontwikkeling
Het Ukrainian Startup Fund zag zijn rol grondig veranderen door het conflict. Na de oorlog zal de focus op de wederopbouw van het start-uplandschap liggen. Wanneer dat zal zijn, is niet duidelijk. Het weerhoudt het fonds er niet van om nu al werk te maken van een plan. Evelina Komarnytska: ‘Er is toegenomen aandacht voor hoe we als sector kunnen bijdragen aan oplossingen op vlak van defensie, cyberveiligheid en hulpverlening. Daarvoor kijken we ook naar de internationale gemeenschap, en dan meer bepaald het Westen.’ In dat opzicht biedt het conflict de sector ook kansen, klinkt het. ‘Voor de technologie- en IT-sector is dit een kans om ons potentieel en de veerkracht te tonen aan de wereld.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier